Verschillen.
Prof. M.C. Botha sprak in zijn rede voor de S.A. Taalbond o.a. over Nederlandsche boeken. Men moest die voorzichtig kiezen, meende hij:
Want die feit dat die Hollander meer geneig is om 'n kind by sy naam te noem as ons, maak baie Nederlandse boeke onmoontlik in Suid-Afrika. 'n Mens weet nie of dit net ons skynheiligheid, of net die Hollander se realistiese sin, of 'n bietjie van albei is nie. Ons oordryf te veel wanneer ons 'n boek soos Ampie tot in die grond veroordeel eenvoudig omdat daar 'n paar sterck woorde in voorkom, en sonder om te vra wat die boek as geheel vir ons beteken. Op dié manier kan ons ons letterkundige ontwikkeling baie kwaad berokken. Die Afrikaanse letterkunde is dus baie noodsaaklik, veral met die oog op dié mense wat verder gaan lees en 'n breë letterkundige fondament wil lê. Die Nederlandse letterkunde kan in dié behoefte goed voorsien en ons tegelykertyd toegang verleen tot die kuns en wetenskap van ander lande wat in die onmiddellijke nabyheid van Holland lê.
's-Lands wijs, 's-lands eer. Het zou wel heel toevallig zijn, wanneer Nederland en Zuid-Afrika - die door vele eeuwen gescheiden zijn - op 't stuk van zedelijkheid in de letterkunde gelijkgezind dachten. Intusschen - vóór 1880 liet men in Nederland ook niet maar alles toe; Zola's naam werd toen slechts fluisterend of met afschuw genoemd. Zelfs thans wordt het nieuwste letterkundige voortbrengsel van psychologisch realisme door vele openbare boekerijen niet aangeschaft.
Zuid-Afrika, dat veel meer afgezonderd ligt dan de Nederlandsche uitkijkpost en meer onder den invloed verkeert van de Engelsche zedelijkheidsopvattingen, wordt langzamer ‘ontbolsterd’. Niet iedereen kan zuivere litteratuur altijd verdragen ook zou men ongaarne de lekkere frissche humor van de Afrikaansche letterkunde zien versomberen onder de zoogenaamde waarheidsliefde van het zoo dikwijls pessimistische realisme.