van, Koophandel en een ‘Jongewaard De Boerfonds’. dat ten doel heeft in de hoofdstad van Argentinië een Nederlandsch ziekenhuis te bouwen. Wijten de heer Jacob de Boer, oud-consul, stichtte dit fonds, dat thans reeds 160.000 pesos bezit. Vervolgens vindt men er een Chr. Zangvereeniging ‘Pro Rege’, met als leider den heer G. Jonker, en een Nederlandsch Zieken- en Begrafenisfonds.
De Nederlanders hebben in Buenos Aires hun Roomsch-Katholieken eeredienst en hun Gereformeerde Gemeente, welke laatste een eenvoudig kerkgebouwtje bezit in Herrera 1572.
Tal van Nederlandsche fabrieken hebben haar vertegenwoordigers te Buenos Aires.
Ten slotte is daar op de boerderij Estancia Martona de vermaarde Nederlandsche koe ‘Bontje’, die door het Ned. Rundveestamboek is gezonden en verleden jaar 14000 gld. opbracht.
***
Sedert ruim een jaar wordt in het kerkgebouw Calle Herrera 1572 te Buenos Aires des winters een Nederlandsche leergang gegeven in lezen en schrijven, aardrijkskunde en geschiedenis. Over de vorderingen der leerlingen is men zeer tevreden; slechts zeer zelden en dan om geldige redenen worden de lessen verzuimd en gedurende het onderricht heerscht een prettige, gezellige stemming, die aan de vruchten van het onderwijs ten goede komt. Alleen betreurt men, dat slechts zoo weinig kinderen uit de Nederlandsche kolonie aan de lessen deelnemen, terwijl dit toch zoo noodig is, om in het Nederlandsch te blijven denken en zich uit te drukken.
Ter gelegenheid van den verjaardag van H.M. de Koningin werden de leerlingen onthaald op een middagvoorstelling in het Casino. Tot besluit van den leergang werd aan alle kinderen een boek in het Nederlandsch als aandenken uitgereikt, en met hen een autotocht gemaakt.
Dank zij het subsidie van de regeering en een maandelijksche bijdrage van de Nederlandsche Vereeniging te Buenos Aires, is het de Commissie mogelijk geweest, al het voor de lessen noodige kosteloos ter beschikking te stellen en voor eenige der leerlingen het reisgeld te vergoeden.
De Nederlandsche school te Buenos Aires mocht in December haar vijftienjarig bestaan gedenken met een feest voor de leerlingen, waarbij hun herinneringen aan het schoolbezoek werden uitgereikt, o.a. een Nederlandsen leesboek. Daarna volgde een rijtoer in een van die groote auto's, welke men ginds een ‘badkuip’ noemt.
De schoolcommissie, de heeren Ir. Justus Janse, (voorzitter), G.H. Koyck, H. Haentjens, G. Bronder, leden, verzamelde de kinderen in de pastorie. De heer Janse liet daar in een korte toespraak uitkomen, dat de Nederlandsche regeering dit onderwijs mogelijk gemaakt heeft, opdat de kinderen van Nederlandsche ouders, die op de Argentijnsche scholen zoo weinig leeren omtrent het land hunner ouders, ons land niet zullen vergeten. Hij bracht daarbij dank aan Mevr. Jonker, die, tijdens de afwezigheid van Ds. Sonneveldt, de school voortreffelijk geleid had.
De instelling der schoolcommissie was te danken aan de bemoeiïngen van den Nederlandschen gezant. Men verwacht, dat dank zij de medewerking van bevoegde onderwijskrachten het Nederlandsche onderwijs een tijd van werkelijken bloei tegemoet gaat.