spraak van de geschiedenis van den taalbond, en merkte op dat hij van een bijna zuiver plaatselijke instelling gegroeid was tot een door en door Zuid-Afrikaansche, daar kandidaten zich uit alle deelen van Zuid-Afrika aanmeldden. De taalbond had reeds veel goed gedaan. De kandidaten toesprekende drong spreker bij hen aan meer aandacht te wijden aan Zuid-Afrikaansche geschiedenis, een studie welke heel min in acht genomen werd. Uit de geschiedenis van Zuid-Afrika was er veel te leeren, doch men moest niet alles wat men las voor evangelie waarheid aannemen, maar de feiten zorgvuldig overwegen, in gedachte houdende dat vele van de feiten alleen in de verbeelding van den schrijver bestonden. Geschiedenis wordt thans gemaakt in bloed en ellende, en het toekomstige Zuid-Afrika zou de mannen zegenen die thans voor haar streden. (Toejuiching). De man die de geschiedenis van zijn land niet kent is slechts een halve burger. Van den taalbond gewagende dankte spreker de vrienden die geholpen hadden. De ed. heer J.H. Hofmeyr (toejuiching) had £ 10 gegeven voor prijzen; mevrouw Koopmans de Wet, de koningin onder de Afrikaander vrouwen (toejuiching) verscheidene speciale prijzen, waaronder een fraaie prachtuitgave van ‘Paul Kruger, en de opkomst der Z.A.R.,’ terwijl de heer J.H. Marais L.W.V., zich een milddadig vriend had betoond. (Applaus). Hij vertrouwde dat zij in de naaste toekomst verscheidene Maraisbeurzen zouden in verband met het Victoria College, en dat ze een even groot succes zullen zijn als de Jamison beurzen in verband met 't Z.A. College. (Hoor, hoor!) Ten slotte deed hij een beroep op de aanwezigen om te volharden in de taak die zij ondernomen hadden, nooit verslappende in hunne pogingen om het doel dat zij zich gesteld hadden te bereiken, en zelfs de minst begaafden onder hen konden een naam maken indien zij volhardend werkten. Hij drong bij hen aan hun taal en land lief te hebben,
want alleen dan zullen zij met hart en ziel ware Afrikaanders zijn (Toejuiching).
Professor Hofmeyr reikte daarna de certifikaten uit, en legde als slotwoord in den boezem der vergadering de leuze: ‘weest getrouw en volhardt.’
Het volgende muziek-programma werd met veel talent en smaak uitgevoerd: -
Piano duet, mejuffrouwen Van der Merwe en Wege.
Zangstuk, ‘Klein Liedje,’ Frl. Lincke.
Zangstuk, ‘Avondlied,’ mej. Du Toit.
Koor, ‘Zomerlied,’ voor te dragen door de dames Burnard, Van Huyssteen en Marais, en de heeren Stroebel en Neethling.
* * *
Als bewijs van den innigen drang naar Hollandsch, thans, in den oorlog, onder Kapenaars, geven wij eveneens uit Ons Land, nog de volgende Oproeping aan onze Afrikaander Kinderen van Johs. Smith te Aberdeen K.K.
Wij, de Afrikaander kinders van Aberdeen, hebben een taal vereeniging gesticht met het doel: 1e Om onze taal meer in gebruik te krijgen; 2e om ons goed te leeren Hollandsch te spreken en te schrijven; 3e om warme Afrikaanders te worden, en te strijden voor onze taal en volk. Ik hoop in elk dorp zal men het doen. Er wordt werk uitgegeven aan de leden, n.l.: een opstel, lezing, recitatie, en dan worden er ook een journalist en twee subjournalisten gekozen, en iedereen moet een brief schrijven; dan worden de namen van drie leden afgelezen, ook iedereen een brief te schrijven. Wij hebben deze vereeniging zes weken geleden opgericht, en het is altijd nog goed gegaan. De leden zijn allen werkzaam en deden hun werk goed. Eenigeen die verder instrukties wil hebben kan aan mij schrijven, ik zal hun dit geven. ‘Broeders, ontwaakt, slaapt langer niet meer.’ Indien iemand graag van ons wil weten zal ik onze journalen aan hem sturen. - Ik ben de uwe, Johs. Smith (sec), -c/o J.S.H. Fourie, Aberdeen.