Neerlandia. Jaargang 4
(1900)– [tijdschrift] Neerlandia– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdIngezondenNaar aanleiding van een artikel in 't Tijdschrift voor het Binnenlandsch Bestuur (in N. Indië).Dat de inlanders Hollandsche woorden gebruiken als er in hun taal geen woord voor is, is zoo erg niet. De schroom tegen geheel en al Hollandsch spreken is de schuld van sommige ambtenaren B.B., die inplaats van 't aan te moedigen 't tegenwerken. Als de inlandsche hoofden hatelijke aanmerkingen maakten op 't slechte Javaansch van sommige controleurs, zouden ze nooit Javaansch leeren. 't Systeem van besturen verandert m.i. niet als een inlander Hollandsch spreekt en een inlander blijft c.q. ook inlander. De neiging om ‘aanmoedigen’ in ‘soeroeh’ (gebieden) te vertalen komt, doordat de controleurs zich niet duidelijk uitdrukken en de inlanders niet genoeg practisch Hollandsch mogen leeren of spreken. Voor een controleur is 't even moeilijk de inlandsche woordvoeging te leeren. Er zijn reeds | |
[pagina 118]
| |
inlanders, die ongedwongen goed Hollandsch, en beter dan sommige controleurs inlandsche talen spreken. Op koempoelans (bijeenkomsten) moet natuurlijk geen Hollandsch gesproken worden, zoolang de inlandsche hoofden 't niet allen verstaan. Waarom mag de Hollandsche regeering geen invloed uitoefenen, terwijl de Engelsche de inlandsche hoofden dwingt tot Engelsch spreken, zonder slechte gevolgen, integendeel. Moeten wij ons niet krachtig maken door taal, vertrouwen en sympathie, nu de B.V.Ga naar voetnoot*) voor de deur staat? Van dwang is hier geen sprake, tenzij wij allen, gelijk de Heer Wijbrands, ‘aanmoedigen’ in ‘soeroeh’ vertalen. 't Mooie handschrift der Javanen beteekent niets, want gewoonlijk schrijven zij zonder te denken. Leerden ze Hollandsch 't zou veranderen, ze zouden meer aan scheppende kracht gaan doen, dan aan de krullen der letters te denken. Thans schilderen ze in plaats van schrijven en denken, doordat ze veel copieërwerk doen en hun gedachtenkring zich zonder 't Hollandsch te kennen niet kan uitbreiden. Bovendien, als de regeering eene of andere richting uit wil, behoeft ze geen vergunning te vragen aan controleurs B.B. en deze moesten gehoorzamen inplaats van de regeering tegen te werken, zooals tot nog toe soms gebeurde. Wij gaan echter vooruit, de tegenwerking wordt al minder, en meer en meer inlanders leeren Hollandsch, 't geen men niet kan beletten. Ik hoop, dat 't A.N.V. boekjes laat drukken, Maleisch-Hollandsch en Hollandsch-Maleisch, en die gratis laat verspreiden door de leden. Wanneer men die boekjes met oordeel verspreidt, en ze dus geeft aan inlandsche schrijvers en lui, die pleizier hebben om Hollandsch te leeren, dan zal 't vele vruchten dragen. Die in Nederland een goed werk kan en wil doen, bestede er zijn geld aan en handele met bekwamen spoed. De regeering in Indië heeft 't te drnk om alles te doen nu de B.V. voor de deur staat, enz., men steune dus uit zich zelven. Die boekjes behoeven alleen de dagelijks voorkomende woorden te bevatten, want kennen de inlanders die, dan zullen ze zelve wel voor de rest zorgen, daar hun leerlust dan is opgewekt. Maleisch kennen alle inlanders, die lezen kunnen met onze letters. Holland heeft er belang bij, dat Indië en Holland één blijve, Indië niet; laat men dus in Holland, waar 't drukken goedkoop is, die woordenboekjes laten drukken. Door de kennis van 't Hollandsch zullen de inlanders beter de wetten, bepalingen en politie-reglementen leeren begrijpen. Ze zullen beter gehoorzamen en meer vertrouwen stellen in de ambtenaren B.B. Dit ondervond ik gedurende mijn 15-jarig verblijf in Indië en verscheiden ambtenaren B.B. zijn 't met mij eens. Kalisat (O.-Java) 15 Juli 1900. Th.K.J. van Kuijk, Betaalmeester S.S. |
|