De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 48. Aria. Langs het distlig pad der aarde Zwierf ik eenzaam treurig rond; 't Roosje had voor mij geen waarde, Wijl het onder distlen stond; 'k Dwaalde zonder gezellinne, Eenzaam door de wereld heen, 'k Zocht alom een hartsvriendinne, Maar, helaas! ik vond er geen. bis. Dikwerf zweefde hart en oogen Naar een bloozend meisje toe; Maar altoos op nieuw bewogen, Werd mijn hart de liefde moê, Tot ik eindlijk, op mijn wegen, U, mijn liefste! heb ontmoet; Sints werd mij de liefde een zegen, Sints ken ik geen tegenspoed. bis. Dierbre! ja, gij schiep een eden Uit deez' aardsche woestenij, 'k Ben nu met mijn lot tevreden, Want gij deelt uw lot met mij; Waarom zon mijn mond dan klagen? Vlugt dan kommer, vlugt verdriet, 'k Zie een reeks van blijde dagen In het wolkenloos verschiet. bis. 'k Heb het reinst genot gevonden, Nu ken ik geen bittre smart: Gij goot balsem in de woonden Van mijn afgefolterd hart; 'k Zal voor ramp noch stormen vreezen: Meisje, aan mijn hart zoo waard, Gij zult mijn geleidster wezen Langs het distlig pad der aard. bis. Vorige Volgende