De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 31. Tooneel-aria. Wijs: Femmes voulez-vouz éprouver. De Vader. Ik wist de vrouwtjes, in mijn tijd, Door mijn gezigt tot min te trekken; Maar ach! ik ben de krachten kwijt, Nu mij de grijsheid komt bedekken; Nogtans, in mijnen ouderdom, Hoor ik nog naauwlijks 't woord van paren, Of de oude lust komt wederom; De min, de min ziet naar geen jaren. bis. [pagina 42] [p. 42] De Moeder. Toen ik nog zonder rimpels was, Wist ik een ieder te behagen; Een kus, een wenkje op zijn pas, Deed mij het hart vol liefde jagen; Maar, nu ik een oud besje wordt. Hoor ik nog gaarne 't woord van paren, Ik voel dat ik nog niet verdor; De min, de min ziet naar geen jaren. bis. De Zoon. Als ik in een gezelschap kom, Vol van jeugd en bevalligheden, Dan ben ik altoos wellekom, En wordt van ieder aangebeden; De dochter ziet mij vriendlijk aan, De moeder laat haar stuurschheid varen, Het besje laat haar spinwiel staan, De min, de min ziet naar geen jaren. bis. De Dochter. Als mij dan een jong heertje groet, Welgemaakt van lijf en leden, Voel ik een vreugd in mijn gemoed, En wensch om in den echt te treden; Ofschoon mijn moeder daaglijks zegt Geen kind moet denken aan het paren, 'k Wensch toch te treden in den echt, De min, de min ziet naar geen jaren. bis. De Knecht. Al ben ik maar een arme knecht, Ik voel mijn hart door min ontstoken, 'k Zou gaarne treden in den echt Met Trijntje die zoo goed kan kooken; Maar ach! ik kan niet uit mijn huur, Anders zou ik het spel wel klaren, Ik ben van top tot teen vol vuur, De min, de min ziet naar geen jaren. bis. [pagina 43] [p. 43] De Meid. Als ik des vrijdags schrob de straat, Zie ik de jongmans om mij springen, Zij spreken zulke aardige praat, Ja, van heel wonderlijke dingen; Jan Losbol gaf mij laatst een zoen, En zei, als ik met u mogt paren, Dan zou 'k het nog wel anders doen: De min, de min ziet naar geen jaren. bis. Te Zamen. Als heel de wereld is verliefd, Moet ik wel van mijn zinnen raken, Ontvangt een kus als 't u belieft, Nog een, het zal wel beter smaken; Komt, vrienden! kust nu vrij in 't rond, Laat ons den zang met kussen paren, En roepen als uit eenen mond, De min, de min ziet naar geen jaren. bis. Vorige Volgende