De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 22. Opgeruimdheid. Wijze: Mort niet over 's levens plagen. Broeders! laat ons 't leven minnen, Juichen in ons tijdlijk lot: Vergenoegdheid streelt de zinnen, Doet de ziel in krachten winnen; Altijd zuchten, altijd klagen, geeft veraadming noch genot. bis. Gaat het zelden ons voorspoedig, Drijft fortuin met ons den spot: Denkt, hoe groot en overvloedig, Rijkdom maakt ons ligt zwaarmoedig, En fortuin schenkt hare gunsten meest den tragen of den zot. bis. Die door schijn zich niet laat blinden, En de wereld overziet, Zal gewis in 't eind bevinden, Dat voor ware dengdgezinden, Schoon het minst bedeeld met schatten, hier een bron van zegen vliet. bis. Die tevreden in zijn' woning, Daaglijks brood genieten mag, Leeft geruster dan een koning, Smaakt de beste zelfbelooning, En verspilt noch tijd noch krachten aan een ijdel lof-bejag. bis. Die de lasten van het leven Willig en gelaten draagt, Bij het moeilijk voorwaarts streven, 't Oog ten Hemel houdt geheven, Mag gerust en vast vertrouwen, dat hem hooger bijstand schraagt. bis. [pagina 32] [p. 32] Die, bij 't rijzen der orkanen, Zich omgordt met nieuwen moed, En geloof noch hoop ziet tanen, Zich een uitkomst weet te banen: Hem is de alsemkelk van 't leven ook de bron van naamloos zoet. bis. Ons dit voorregt; togtgenooten! Ons die zegen, dat geluk, In het proefperk, hier ontsloten, Zien wij dan ons heil vergrooten, Zullen we opgeruimdheid toonen zelfs in tegenspoed en druk. bis. Vorige Volgende