De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 12. Lof der vrouwen. Wijze: Als 't glaasje in 't ronde vrolijk zwiert. Wanneer de mensch het eerste licht Zag aan des Hemels transen rijzen, Mogt hij, verrukt door dit gezigt, Voor 't gansch heelal Gods almagt prijzen; 't Was al volmaakt, maar 't grootst verdriet Was dat hij eenzaam sleet zijn leven, Tot Hij, die alles schiep uit niet, Hem heeft de vrouw tot hulp gegeven. bis. Het knopje, dat de roos besloot, Schetste aan de vrouw haar jonge jaren, De bloem ontlook en 't zachtste rood Kaatste op het wit der lelieblâren; Nog schooner is het vrouwenbeeld, Zij is de ziel, de vreugd van 't leven, De vrouw, die oog en zinnen streelt, Heeft d' Almagt ons tot hulp gegeven. bis. Der vrouw is d' eêlsten schat betrouwd, Het wichtje, eer het is geboren, Ofschoon het kind geen licht aanschouwt, 't Ging zonder haar gewis verloren; Het moederhart klopt voor haar kroost, En wordt tot hunne hulp gedreven; Natuur heeft steeds tot onze troost En blijdschap ons de vrouw gegeven. bis. Vorige Volgende