De Nederlandsche zanger in alle gezelschappen(1852)–Anoniem Nederlandsche zanger, De– AuteursrechtvrijVerzameling van meer dan 100 uitgezochte gezelschaps-liederen Vorige Volgende No. 10. Opwekking tot zingen. Wijze: Gij die thans zijt met mij ter jagt. Komt, zingen wij eens uit de borst, een lied! Wilt gij van vaderland en vorst, of niet? Of kiest gij liever andre stof, Der min tot eer, den wijn tot lof? Welnu, welnu, welnu! Heft aan maar, vrienden! stelt slechts in met lust! Of dient er eerst met blijden zin, gekust? Een zoentje kan vooral geen kwaad, En 't wekt, waanneer 't van harte gaat, Tot zang, tot zang, tot zang! Dat smaakt als koek en marsepijn, voorwaar! Ik kuste zeker, zoo 't kon zijn, een jaar; Een jaar, ja al mijn dagen rond, Ofschoon er zelfs patent op stond, Patent, patent, patent! [pagina 18] [p. 18] Welaan! dan langer niet gemard, heft op, En geeft aan zorg en angst in 't hart, den schop! De zang is balsem voor 't gemoed, En giet ons in 't verfrischte bloed Weer lust, weer lust, weer lust! Vorige Volgende