Nederduitse en Latynse keurdigten(1710)–Anoniem Nederduitse en Latynse keurdigten– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Grafschrift. op Willem de Derde Koning van Groot Brittanje. STa Reysiger! hier zijn de laatste Oranje looten, Van naam en stam geknot, bedolven; het gemeen Gevoelt de schade van dees dood, gelijk voorheen Van 't driftig hooft, waar uyt zy eertijds zijn gesproten; Het Brittenland gevryt, door Staten oorlogs vloten, Betreurt den levensblom t'ontydig afgesneên, De handelschap bewust, door zulken val geleên, Dog 't vry gekeurde land haar vryheid ziet vergrooten, Die door een vrinde vuist de dootsteek had verwagt; Wen zy na vreemden oort wiert over zee gebragt; Waar 't zinken van een roos d'Oranje zon deet dagen: [pagina 251] [p. 251] Men heng nu 't jubeljaar, toen twist, roof, moort en brant In 't Schotse brein gesmeet, aan d'Ystroom was gelant, En d'Haagse dolk gewet op Witte deugt te zagen. Vorige Volgende