Albumblad.
Iemand die met een toegenegen hart geboren is, en lang onder de menschen is geweest, heeft veel ervaring opgedaan. Hij heeft veel kinderen lief gehad, veel groote menschen vertrouwd, en, menige teleurstelling moeten verduren... ja, zich wel eens over eene bittere miskenning bedroeven. Dat heeft soms zijn gemoed doen ineenkrimpen en zijn hart ontmoedigd. Hij heeft dan tot zich zelven gesproken, en gezegd dat ongevoelige menschen wel nog eens zoo gelukkig waren; dat men slechts aan zichzelven moet denken, en ongelijk heeft, zich over anderen te bekommeren.
Zoo heeft hij zich tegen de opwellingen van zijn hart op zijne hoede gesteld, en tegen zijne gevoeligheid; hij wil zich niet meer laten medeslepen, en tracht elke milde gemoedsbeweging te onderdrukken, - neen, hij wil er zich niet meer laten aan vangen! - en zijne zaken met wijsheid en overleg besturen.
Maar toch..... met al dat - zou het leven zoo vreugdeloos voorbijgaan, het zou zoo weinig van den dood verschillen, indien er geene dagen kwamen waarop zijne jonge inborst weder wakker wordt; waarop hij al zijne ervaring vergeet, en over al zijne wijsheid en over al zijn overleg heen stapt, en anderen dan hemzelven blijde maakt en, er zijn hart voelt