De natuurkunde van het geheelal
(1968)–Anoniem Natuurkunde van het geheelal, De– Auteursrechtelijk beschermdEen 13de-eeuws middelnederlands leerdicht
3. FiliatieNa eindeloze berekeningen kwam ik tot de ontmoedigende conclusie dat het een utopie is, een volledig stemma te willen opmaken van onze tien handschriften. De prachtige stamboom, waar ik van droomde, is ondanks de allerbeste zorgen niet hoger opgeschoten dan een schriel, stekelig kamerplantje. Met optimisme bekeken, is het resultaat toch niet uitsluitend negatief. Vooraleer een eerste poging tot classificeren te wagen, wijs ik er nogmaals met nadruk op - en het is werkelijk van groot belang, wil men een objectieve kijk hebben op de compositie der verschillende hss. - dat de nummering der verzen arbitrair is. Clarisse, die geheel te goeder trouw te werk ging, beschikte over 5 hss., waarvan 3 (H, S, L) een soort van proloog bevatten, 278 vv. lang. Hij beschouwde de andere twee (U en B) ‘dus’ als onvolledig, en gebruikte als legger natuurlijk een hs. met integrale tekst. Hij koos daarvoor H (zonder deze keuze te verantwoorden) en nummerde de verzen van 1 tot 1890. Zo komt het dat, volgens dit systeem, bij hem U en B met v. 279 aanvangen. Voor B was er trouwens geen probleem: de tekst eindigt bij v. 1890. Maar in U was er iets dat Clarisse ten zeerste verwonderde: na vers 1888 volgden gedeeltelijk de verzen 1 tot 279, maar in totaal verschillende volgorde (zie Inhouds-tabel). Clarisse besloot daaruit dat de copiist van U, om allerlei redenen, zeer grillig met de oorspronkelijke tekst had omgesprongen. Dat dit inderdaad vaker voorkomt, weet iedereen, en wij zijn het retrospectief helemaal eens met de redenering van de vorige uitgever. Sindsdien echter zijn er nog 5 andere handschriften komen opduiken, en helaas, de compositie wordt er niet uniformer op! In het licht van al deze verschillende versies moeten we ons nu wel afvragen: hóe zag de oorspronkelijke tekst eruit, waarmee ik bedoel: wat is in werkelijkheid vers nr één geweest? Het antwoord daarop blijven we natuurlijk schuldig, maar het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 245]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stellen van de vraag betekent dat we het niet noodzakelijk ééns moeten zijn met Clarisses nummering, destijds zeer logisch maar nu niet meer zo vanzelfsprekend. We zijn gedwongen ze over te nemen, en dat schept een psychologisch klimaat waartegen ik wilde waarschuwen. Het is niet omdat we thans aan het eerste vers van een hs. bv. nummer 279 of 37, of wat ook, geven, dat er aan deze tekst iets ontbreekt. Waarom zou bv. U niet de juiste volgorde kunnen hebben, of Ups? We moeten dit indachtig blijven, nu we eerst de hss. zullen trachten te groeperen volgens hun compositie.
1) 4 hss. vangen aan met v. 279: U, B, M' en O. Voor M' meen ik een voorbehoud te moeten maken, want ik heb de indruk dat een eventuele verkeerde restauratie ons hier parten zou kunnen spelen (zie Beschrijving). Voorzichtigheidshalve laten we M' dus buiten beschouwing, des te meer daar we, in sommige verzen, een frappante gelijkenis vaststellen tussen H, S en M', zoals bv. 286, 302, 303, e.a. Er lijkt dus wel op het eerste gezicht een band te bestaan, hoe vaag dan ook, tussen U, B en O. Voorlopig leggen we deze hss. even in hetzelfde laatje opzij.
2) 4 hss. beginnen met een kalender: H, S, L en W (hoewel in dit laatste alleen de cisiojanus-kalender voorkomt, maar ten slotte is dit slechts een verschillende manier van presenteren). Na de kalender komt dan de ‘integrale’ tekst, d.w.z. vanaf v. 1 (in W: v. 9). Dus weer een schijnbaar homogene groep.
3) Er blijven dan nog twee hss. over, waar we niet goed raad mee weten: Ups en M. M is eigenlijk een fragment, waarvan we echter ruimschoots begin en einde hebben, zodat de compositie van de tekst duidelijk genoeg is. Welnu, M vangt aan bij v. 37. Ups. is ook weer een geval op zichzelf: het eerste vers is nummer 5, maar na v. 34 volgen 279 sqq. Ook de verdere indeling, waarover dadelijk meer, noopt ons deze beide hss, die ook met elkaar absoluut geen verband hebben, apart te behandelen.
1) Laten we nu de eerste groep onder het vergrootglas nemen: U, B, O. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B heeft zeker niet als Vorlage gediend voor U of O: dit is om interne redenen niet mogelijk: in B geen tekeningen, de tekst houdt op bij v. 1890. Toch had hij een uitvoeriger voorbeeld, getuige zijn eigen woorden bij het besluit: ic hebber so vele laten bliven. In U en O daarentegen hebben we èn tekeningen, èn na v. 1888 verschillende delen uit wat we traditioneel maar verder de ‘proloog’ zullen blijven noemen, t.w. vv. 1-279. Deze zijn in beide hss. noch dezelfde, noch komen ze in dezelfde volgorde. O kan evenmin de legger van U zijn geweest, èn om chronologische redenen, èn omdat heel wat hoofdstukjes ontbreken, die in U wèl voorkomen. Ook U kan niet als Vorlage hebben gediend: noch voor B, dat ouder is; noch voor O, dat na v. 1888 en het gedicht over De Cracht der Mane, enkele gedeelten inlaste, die niet volledig in U voorkomen:
Bovendien vermoed ik dat O een reeds oostelijk gekleurde Vorlage had (zie Taal). Toch mogen we het verband tussen deze 3 handschriften zomaar niet ontkennen: waarschijnlijk behoren ze tot eenzelfde traditie en gaan ze alle 3 terug op eenzelfde legger, met ontbrekende tussenschakels. U, B en O zijn misschien wel familie van elkaar, maar de graad van verwantschap is moeilijk te bepalen. B en O zijn soms sterk verwant: in de tekst hebben ze vaak samen dezelfde versie, tegenover de andere hss. in globo. Ik haal slechts enkele vbb. aan:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 247]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daar door beider inhoud reeds voldoende blijkt dat O niet rechtstreeks op B kan teruggaan, en staving naar verdere interne criteria overbodig is, haal ik slechts 2 vbb. aan, waar B een foutieve versie heeft, en daarmee alleen staat:
Het is nutteloos van dergelijke verschillen een lange lijst op te maken. Anderzijds is er ook vaak overeenkomst tussen O en U (en soms B):
Bovendien zijn in U en O de volgende verzen min of meer identiek: 435, 475, 481, 530, 552, 555, 560, 1084, 1328, 1373, 1383, 1517, 1553, 1615, 1654, 1665, 1700, 1729, 1740, 1748, 1757, 1790, 1794, 1801, 1802, 1839, 1866, 1876, 1879. Veel is dat niet, maar alles tezamen genomen, meen ik wel voldoende overtuigend de betrekkingen tussen deze 3 hss. te hebben aangetoond, alsook hun verschillen.
2) De tweede voorlopige groep bevatte hss. H, S, L en W. En hier moet onmiddellijk gezegd worden dat H een rechtstreekse copie is van S: woordelijk, en op enkele uitzonderingen na zelfs letterlijk, stemmen ze overeen. De gelijkenis is zó buitengewoon, dat zelfs een kind ze zou kunnen zien. Dat is dan ten minste één filiatie waar we zeker van zijn. H is het soort van copiist ‘à la lettre’, die slaafs overschrijft, zelfs de fouten. Zo hebben we in S 664 [s]onderlinghe; H zag natuurlijk niet de expungering en schreef: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 248]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sonderlinghe, wat geen zin heeft; idem voor v. 779: S es [bekent] reet > H es bekent reet.
Voor v. 865 had H zijn bril opgezet: S altoes [ga] slaet > H altoes slaet, waaruit we mogen opmaken dat de expungering in S door de copiist werd aangebracht. Wat nu met L en W? W heeft natuurlijk niet als Vorlage kunnen dienen, voor welk van de 9 hss. ook: de tekst houdt op bij v. 1160, en de compositie staat helemaal apart door de ingelaste en weggelaten stukken. Ook kleinere afwijkingen bewijzen dit:
enz...
En L? Een eerste vaststelling: de Vorlage van L was een hs. waar sommige cijfers voluit geschreven waren, in o.m. de volgende verzen: 21 L seluen, i.p.v. 7. De vergissing is alleen verklaarbaar als de legger seuen had. Maar 469 L xxxix ende dertich duzent: 470 [...] lich: het rijm is niet juist, de legger had cijfers. Hiermee kunnen we natuurlijk geen Vorlage vinden, maar dit kan wel negatieve diensten bewijzen. H, S en L hebben zéér vaak samen, maar niet exclusief, dezelfde versie: zo o.m. in vv. 289, 311, 435, 446, 449, 552, 555, 560, 561, 728, 1064, 1145, 1253, 1257, 1269, 1286, 1316, 1323, 1377, 1616, 1617, 1624, 1709-1716, 1729, 1751, 1794, 1799, 1801-1802, 1806, 1823, 1851, 1852, 1866, 1867, 1876-1879, 165, 169, 173, 97-160, 194, 220, 225, 245, 246, 256, 259. Deze lijst mag niet te veel indruk maken, want ook andere hss. uit de eerste of derde groep hebben deze verzen gemeen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 249]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Exclusief voor H, S, L zijn: 1145 (ontbr.), 1257, 1316, 1323, 1378 (ontbr.), 1709-1716 (ontbr.), 1801-1802 (ontbr.), 1852, 1866. Wat vooral deze 3 aan elkaar bindt, is de vermelding van Geraert van Leenhoute, in v. 143, en het ontbreken van de vv. 1145, 1378, 1709-1716, 1801-1802. L kan niet als Vorlage hebben gediend voor S: de tekst van het Leidse hs. is werkelijk té corrupt, er ontbreken verzen in, die wèl in S voorkomen: 490, 595-596, 651, 780, 877-878, 994, 1050, 1293, 1499, 1596, 66. Heeft omgekeerd S dan misschien gediend bij het afschrijven van L? Ook dit schijnt moeilijk aanvaardbaar: in S ontbreken de vv. 260-263, 470, 584, 1721-22. We kunnen dit eventueel wèl veronderstellen, als L met een tweede Vorlage werkte, waaruit hij aanvulde. Toch kan ik moeilijk aanvaarden dat L de ontbrekende verzen elders ging opzoeken, en anderzijds zoveel nieuwe gapingen maakte (of liet bestaan). Ik meen dan ook eerder dat ze beide naar eenzelfde Vorlage werden afgeschreven. Ik heb niet het minste vermoeden wat we met W moeten aanvangen: alles in dit hs. is uitzonderlijk: de miniaturen, de Latijnse teksten, de ingelaste Mnl. verzen, het onvolledige Natuurkunde-gedicht, bepaalde reeds vermelde afwijkingen. De overeenkomsten met de andere hss. uit groep 2 zijn niet kenmerkend genoeg om aangehaald te worden. Liever formuleer ik het zó: W stemt met H, S en L vaker overeen, dan dat het ervan afwijkt. Maar vóór we de derde groep gaan bespreken, lijkt het me noodzakelijk op het verband te wijzen tussen groep 1 en 2, afwisselend via U, S, L en O. De overeenkomst is nl. te frappant om ze over het hoofd te zien: U is het enige hs., met L, H en S dat het gedicht van Geraert bevat (vv. 145-160), maar in U ontbreken de twee verzen (143-144) waarin de auteur genoemd wordt. Een tabel zal in dit geval veel duidelijker de gelijkenis tussen de zoëven vermelde handschriften doen uitkomen, t.w. U, S en dus ook H), L en O: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Al deze overeenkomsten hebben natuurlijk niet ieder dezelfde waarde, maar er schijnt toch een zekere interpenetratie te bestaan tussen de eerste en tweede groep handschriften. Een eventuele Vorlage kan slechts in 1) gezocht worden, maar die bevindt zich niet onder de ons bekende hss. H, S, L en W.
3) En nu komen we aan de twee zorgenkinderen Ups en M toe, die samen werden gegroepeerd, niet wegens hun verwantschap, maar omdat geen van beide in 1) of 2) thuishoorde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Groep 3 is dus eigenlijk een soort van weeshuis. Ik heb werkelijk alles geprobeerd wat maar mogelijk was, om steeds als in een kringloop tot dezelfde vaststellingen terug te komen:
a. Ups staat helemaal apart (in sommige varianten zijn 9 hss. het roerend eens tegenover dit éne). Er schijnt een zeker verband te bestaan, zeer vaag, nu eens met U, B of O, dan weer met L en W. En daar ligt dan misschien de verklaring voor de enkele Brabantse (Utrechtse?) vormen, die in Ups voorkomen: nl. als de Vorlage een soort van kruising zou geweest zijn tussen groep 1 en 2. Wáár de vertakking echter plaats vond, kan ik niet uitmaken. b. M had een onbekende Noord-Hollandse Vorlage, en komt op sommige plaatsen overeen met O.
Als er dan, daar dit het overzicht ten goede komt, een tekeningetje bij moet, dan gelieve men vooral te letten op het waarschuwende bordje: ‘Dun ijs!’. N.B. - Van een autograaf is hier natuurlijk geen sprake: zó ver wagen we ons niet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij ‘Utrechts’, ‘Noord-Hollands’ en ‘oostelijk’ dient begrepen te worden: ‘- gekleurd’; de onderlaag blijft onmiskenbaar Vlaams. Dat hieraan een indrukwekkend aantal vertakkingen en tussenschakels ontbreekt, behoeft geen betoog. Maar wat me héél erg spijt is, dat niet alleen W en M', maar vooral onze legger Ups. er niet in kon worden ondergebracht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoudstabel der verschillende hss.
|