Naamkunde. Jaargang 20
(1988)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 174]
| |
Het legaat van J. Van OverstraetenOp 5 oktober 1986 rouwde Vlaanderen om het heengaan op 90-jarige leeftijd van Jozef Van Overstraeten, de erevoorzitter van VTB-VAB. De rol die deze grote bezieler van de Vlaamse Toeristenbond - Vlaamse Automobilistenbond gespeeld heeft in de sociaal-culturele ontvoogding van het Vlaamse volk, is genoegzaam bekendGa naar voetnoot(1). J. Van Overstraeten was een veelzijdig man. De neerslag van zijn brede interesse vindt men in allerhande publikaties, steeds de vrucht van intense studieGa naar voetnoot(2). Als stichter-hoofdredacteur van het bondsblad De Toerist (1926) en sinds 1948 ook De Autotoerist, verzorgde hij decennialang rubrieken als ‘Ons Toeristisch Patrimonium’ (belangrijk voor heemkundigen!) en ‘Zon en schaduw over Vlaanderen’. De succesrijkste rubriek echter, bekend bij het grote publiek, was ‘Wat betekent mijn familienaam?’. Het betreft hier telkens een alfabetische lijst van familienamen uit België, met lokalisering en verklaring. Per aflevering van één bladzijde (twee kolommen), worden een vijftigtal namen verklaardGa naar voetnoot(3). De eerste aflevering leidde Van Overstraeten in | |
[pagina 175]
| |
als volgt: ‘Wetend dat we belang stellen in naamkunde (plaats- en persoonsnamen), hebben lezers ons in de loop der jaren vaak gevraagd om inlichtingen, die we steeds naar best vermogen hebben verschaft. Dit heeft ons sedert lang op het idee gebracht de familienamen onzer leden te verzamelen en - gewaagde onderneming! - te verklaren (in een soort woordenboek, dat ver klaar is)’Ga naar voetnoot(4). Al dadelijk echter bleek de belangstelling voor de nieuwe rubriek en o.m. voor de vele namen die ontbraken zo groot, dat Van Overstraeten ertoe overging álle familienamen die voorkomen binnen de Belgische grenzen te behandelenGa naar voetnoot(5). Allicht onderschatte Van Overstraeten destijds in zijn geestdrift de grootse opzet van het uitgeven van een woordenboek van de Belgische familienamen. Waar hij aanvankelijk gehoopt had het woordenboek d.m.v. deze tweewekelijkse bijdragen in twaalf tot vijftien jaar tijd te kunnen publiceren, was hij bij zijn dood slechts gevorderd tot de familienamen beginnend met de letter F-Ga naar voetnoot(6). Een dertigtal jaar en ca. 700 afleveringen na het verschijnen van de eerste bijdrage, had hij voor zichzelf uitgemaakt dat hij minstens 105 moest worden om het woordenboek met de ‘Z’ van Zysman te kunnen afsluitenGa naar voetnoot(7). De omvangrijke materiaalverzameling van Jozef Van Overstraeten kwam terecht op het Leuvense Instituut voor Naamkunde. De vele duizenden steekkaarten met naamkundige notities berusten momenteel in het Archief van het Instituut, waar zij kunnen worden geraadpleegd door belangstellenden. Zijn nalatenschap bevat tevens honderden boeken: naast de naamkundige bibliotheek die hij in de loop der jaren opgebouwd heeft, treffen we ook romanliteratuur aan in diverse moderne talen. Deze werken werden voor een gedeelte ondergebracht in de Centrale Bibliotheek van de universiteit; de overige boeken vonden een | |
[pagina 176]
| |
plaats in de bibliotheek van het departement Linguïstiek van de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Hieronder geven wij een overzicht van de inhoud van Van Overstraetens antroponymische documentatie. Die toont duidelijk aan hoeveel gegevens deze enthousiaste werker nog in voorraad had voor verdere studie en publikatie. Tevens trachten wij uit het materiaal, in de vorm waarin het tot ons gekomen is, de door Van Overstraeten gevolgde werkwijze te reconstrueren. Verreweg het grootste deel van de nalatenschap bestaat uit een alfabetisch geklasseerde verzameling steekkaarten waarop familienamen opgetekend zijn, zowat 25000 in aantal (vanaf de letter F). Het is moeilijk precies te achterhalen uit welke bronnen Van Overstraeten deze namenvoorraad geput heeft. Blijkbaar noteerde hij voortdurend de namen die hij her en der ontmoette, vulde ze aan met varianten, en schreef er reeds een eerste (soms intuïtieve) proeve van verklaring bij. Wanneer hij een gedeelte klaarmaakte voor publikatie, vervolledigde hij het geheel met de namen uit de lijsten van de postrekeningen en de telefoonboeken. Laatstgenoemde bronnen benutte hij tevens voor de gegevens m.b.t. de lokalisering en frequentie van voorkomen van de familienaam: per lemma vermeldt Van Overstraeten de gemeenten waarin de naam voorkomt; een systeem van sterretjes duidt het aantal attestaties in de genoemde gemeente aan. Op deze wijze heeft Van Overstraeten een belangrijk gedeelte van de Belgische namenschat toegankelijk gemaakt voor naamgeografische studie; vooral met het oog daarop blijft zijn werk o.i. waardevolGa naar voetnoot(8). Naargelang de publikatie der lijsten vorderde, worden gaandeweg de verklaringen meer uitgediept: Van Overstraeten neemt o.a. steeds meer historische attestaties van de persoons- en plaatsnamen op, meestal echter zonder vermelding van bron en/of bibliografie. Intussen kunnen we uit de ca. 1000 nagelaten bibliografische notities opmaken welke werken Van Overstraeten raadpleegde om tot een ernstige verklaring te kunnen komen. Het is in het bestek van deze bijdrage niet mogelijk deze bibliografische lijst in extenso te publicerenGa naar voetnoot(9). Wel kan worden | |
[pagina 177]
| |
vermeld dat Van Overstraeten niet alleen beschikte over een groot aantal standaardwerken en historische en etymologische woordenboeken in diverse talen (o.a. Spaans, Portugees, Deens...), maar ook een aanzienlijk aantal naamkundige artikels uit gespecialiseerde tijdschriften doorgenomen had. Tenslotte bevat Van Overstraetens legaat een duizendtal steekkaarten met historische inlichtingen over heiligen, martelaren, kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders: meestal betreft het een beknopte levensbeschrijving, hun betekenis in de volksdevotie, liturgische feestdag... Ten behoeve van de geïnteresseerden voegde hij bij de talrijke familienamen die teruggaan op heiligennamen dergelijke wetenswaardigheden toe. Voor Jozef Van Overstraetens levenswerk, het resultaat van talloze uren zelfstudie en ingespannen arbeid, hebben we niets dan waardering en lof. Hij heeft hiermee een leemte in de Belgische antroponymie pogen op te vullen. Moge zijn onvoltooide werk voor andere vorsers een aansporing en een aanzet zijn tot verder onderzoek op het gebied van de persoonsnaamkunde in België.
Leuven. Ann Marynissen |
|