Naamkunde. Jaargang 20
(1988)– [tijdschrift] Naamkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 158]
| |
De familienaam LoageHet is zeker niet gemakkelijk om een afdoende verklaring te vinden voor de Westvlaamse familienaam Loage, zoals die in zijn eenvoudigste vorm gespeld kan worden. Wel meen ik te mogen vertrekken van het axioma dat de naam in Franstalig gebied ontstaan is. Een mogelijkheid waarmee men terdege rekening dient te houden is dat de naam in verband kan staan met het Franse woord louage dat ‘huur, verhuring’ betekent, zoals o.m. in cheval de louage: ‘huurpaard’ of carrosse de louage: ‘huurkoets’Ga naar voetnoot(1). Men hoeft daarom nog niet per se aan dit abstractum te denken - abstracta worden immers slechts zelden familienamen - want ook het nu verouderde concretum louag(i)er ‘huurder’Ga naar voetnoot(2) kan in aanmerking komen, zulks na wegvallen van de -r zoals in Cuvelie uit Cuvelier. En wie weet of louag(i)er nooit synoniem geweest is van louageur: ‘verhuurder van paarden en rijtuigen’Ga naar voetnoot(3)? Wel zou het dan wenselijk zijn dat er bij de familienaam ook varianten met -r aangetroffen worden, al dan niet voorafgegaan door het Franse lidwoord Le, hetgeen bij mijn weten nog niet het geval is. Ook is het verre van denkbeeldig dat de familienaam Loage uit een plaatsnaam ontstaan zou zijn. Lowaige is namelijk de Franse vorm van de Limburgse gemeentenaam Lauw (nu bij Tongeren gevoegd), een plaatsnaam die terecht verklaard werd uit Germaans *hlaiwiþja: ‘grafveld’Ga naar voetnoot(4). De Westvlaamse familienaam hoeft daarom nog niet noodzakelijk op die verre Limburgse plaatsnaam terug te gaan. In het nabije Rijselse zou er b.v. ook een gelijkluidende plaatsnaam bestaan kunnen hebben. Dit laatste blijft echter louter hypothetisch, zeker zolang er ook voor de familienaam geen varianten met het Franse voorzetsel De geattesteerd zijn. | |
[pagina 159]
| |
Ten slotte is er ook nog een derde mogelijkheid, die op het eerste gezicht misschien minder kans maakt, maar die uiteindelijk veel plausibeler blijkt te zijn dan de twee vorige, omwille van een paar merkwaardige attestaties uit de oudste Rijselse PoorterboekenGa naar voetnoot(5). Het betreft enerzijds Jacques Louaige, ‘filz Willamme’, geboortig van Linselles, die in 1542Ga naar voetnoot(6) poorter werd en anderzijds Pierechon Le Waige en Pollet Le Waige, ook ‘filz Willamme’ en geboortig van Linselles, die dat resp. in 1475 en 1509 ook al werdenGa naar voetnoot(7). M.a.w. aan de identiteit Louaige = Le Waige hoeft m.i. niet meer getwijfeld te worden. En als we dan in diezelfde Poorterboeken in 1350 de toenaam Li WaigesGa naar voetnoot(8) vinden en in 1342 Li WaghesGa naar voetnoot(9), dan kunnen we alleen maar concluderen dat we hier te doen hebben met het echte prototype van onze Westvlaamse familienaam. In het Ieperse werd die naam, in 1555 al, toevallig ook Louaige gespeldGa naar voetnoot(10). Dat het lidwoord Li, na zijn verdoffing tot Le uiteindelijk Lou- geworden is, kan m.i. gemakkelijk verklaard worden door een voor de hand liggende reïnterpretatie van de naam als louag(i)er. Blijft dan nog de verklaring van de oude naamsvorm Li Waghes, hetgeen geen onoverkomelijk probleem is. In dezelfde bronGa naar voetnoot(11) staan namelijk ook nog de toenamen Li Alardz, Li Estievenars, Li Estievenons, Li Grars, Li Huons, Li Leurens, Li Mikieus, Li Oliviers, Li Rogiers, Li Watiers, Li Waukiers en Li Willames, stuk voor stuk toenamen die uit een voornaam ontstaan zijn. Dat zou inderdaad ook voor Li Waghes het geval kunnen zijn. Ca. 1300 vinden we immers ook de voornaam Wagues en de toenaam Wages (zonder Li dus) in het wat meer zuidelijke ArtesiëGa naar voetnoot(12). Het betreft uiteraard de eenstammige | |
[pagina 160]
| |
Germaanse vorm Wago, in dezelfde streek ook al in de 11de eeuw vermeldGa naar voetnoot(13). En zo is de kring helemaal rondGa naar voetnoot(14).
Ieper. Wilfried Beele |
|