De mey-blom of de zomer-spruyt
(ca. 1734)–Anoniem Mey-blom of de zomer-spruyt, De– Auteursrechtvrij
[pagina 66]
| |
Stem: Van de valsche munters.
KOm Liefhebbers van wat raars
Hoord dit klugtig Lied eens singen;
Kom van var,
de swart is uyt de kar,
Daer hy eerst had in geweest
En was dronken als een beest
Liefhebbers kom van var,
Want de swart is uyt de kar.
Dese swart die had geweest
Om een Lijk ter Aard te brengen;
Kom van var,
de swart is uyt de kar:
Hy was netjes opgedaen,
Met sijn swarte kleeren aen:
Liefhebbers kom van var, etc.
Men schonk daer de Fransche Wijn
Yeder dronk daer om te scheuren,
| |
[pagina 67]
| |
Kom van var,
de swart is uyt de kar:
Maer het schoot hem in sijn hooft,
En wierd van ’t verstand berooft,
Liefhebbers kom van var, etc.
Dese swart die dronk soo veel,
Dat hy niet sijn huys kon vinden;
Kom van var,
de swart is uyt de kar;
Hy kroop in een Vulnis-kar,
Is dat niet een groote nar?
Liefhebbers kom van var, etc.
Daer sat hy de gansche nagt,
Tot de Dageraad quam schynen;
Kom van var,
de swart is uyt de kar,
En de karman die quam aen,
Om de menschen te ontslaan
Van Vulnis en van As,
Met zijn kar, daar hy in was.
Hy reed daer zijn wijk mee rond,
Deed de kar het deurtje oopen;
Kom van var,
de swart is uyt de kar,
Daer hy dat swart Model,
’t Leek de Duyvel uyt de Hel:
Liefhebbers kom van var, etc.
Hy kreeg straks een schrik op ’t lijf
En is van de kar gaen loopen;
Kom van var,
de swart is uyt de kar,
Hy sey tot yeder een,
Dat de duyvel hem verscheen:
Liefhebbers kom van var, etc.
Dese swart sprong uyt de kar,
En is na syn huys gaen stappen;
Kom van var,
de swart is uyt de kar,
Yeder een die sting verset,
Van dat leelyke pourtret:
Liefhebbers kom van var, etc.
| |
[pagina 68]
| |
Helden die de Wijn bemind,
Wilt u nooyt soo dronken drinken;
Kom van var,
de swart is uyt de kar,
Als gy hebt u buyk vol wijn,
Wilt voor al soo gek niet zijn:
Liefhebbers kom van var,
Want de swart is uyt de kar.
|
|