Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 27
(2004)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
De Redenvoering over het geheugen compleet teruggevonden
| |
[pagina 14]
| |
Convoluut G 2698 bestaat uit een exemplaar van de Eenige letterlievende betrachtingen en een exemplaar van de Redenvoering over het geheugen, beide gedrukt voor de auteur en verkrijgbaar bij Ottho en Pieter van Thol in 's-Gravenhage. De werkjes zijn ongedateerd, maar de Eenige letterlievende betrachtingen is door Weyerman gesigneerd op de versozijde van de titelpagina en voorzien van het jaartal 1742. Ook de Redenvoering is gesigneerd door Weyerman, maar niet gedateerd. De Redenvoering telt twee katernen en de opbouwformule is: 4o: A-B4 [$3(-A1)]. De tekst valt uiteen in twee delen. In het eerste deel schrijft Weyerman in algemene termen over het geheugen en vertelt hij over enkele historische personen die over een uitzonderlijk geheugen beschikten. In het tweede deel heeft Weyerman het over het onfeilbaar hulpmiddel om een verzwakt geheugen weer op te wekken en te versterken. Het hulpmiddel blijkt een aqua memorialis te zijn, waarvoor Weyerman uitvoerig reclame maakt. Het is verbazingwekkend dat Weyerman, die in zijn Vermakelijk wagen-praatje uit 1739 nog zo fel tekeerging tegen boekverkopers die geneesmiddelen verkochten, nu zelf met een geneesmiddel op de markt komt. Maar inmiddels zijn de tijden veranderd en nood breekt wetten, want Weyerman zit in 1742 in de gevangenis en hij probeert op alle mogelijke manieren aan geld te komen. Weyerman schrijft dat hij niet de uitvinder van het geneesmiddel is. Hij heeft het recept gekregen toen hij in 1703 in Londen was. Daar ontmoette hij een zekere Caesar Rid**. Deze man was al ver in de tachtig en beschikte nog over een uitstekend geheugen. Hij heeft Weyerman het geheim toevertrouwd en nu, na bijna veertig jaar, brengt Weyerman het geneesmiddel in de handel. Op de laatste pagina beschrijft Weyerman hoe men het dient in te nemen. Tot versterking, opwekking, en onderhouding van het Geheugen, neemt 's ochtends voor het drinken van Koffi, Thee, of Chokolaat, ook voor den ontbyt, 25, 30, tot 40 droppels, in een kelk witte Fransche Wyn, Meede, of Regenwater. Het geneesmiddel is niet alleen goed voor een zwak geheugen, maar bevordert ook de koking van de maag, verdunt het bloed en is goed tegen oorsuizingen en verslapte trommelvliezen. De laatste pagina leert hoe het geneesmiddel ingenomen moet worden en waar het te koop was. NB. Dit Onfeylbaar Hulpmiddel is althans te bekomen ten huyze van Gerardus Sekermans, Mr. Chirurgyn, en by de Huysvrouw van Jakob Campo Weyerman, gehuysvest by Barent Brummelbos, Bakker, in de 3 Vergulde Hartsjes, beyden op het Spuy in 's Gravenhaage. Deze alinea bevat verrassende informatie, want het geneesmiddel blijkt ook bij de vrouw van Weyerman verkrijgbaar te zijn. Verder vernemen we hier voor het eerst het adres waar zij woonde ten tijde van Weyermans detentie. De tekst van de Redenvoering roept velerlei vragen op. Kwam een dergelijke uitgebreide tekst voor de aanprijzing van een geneesmiddel vaker voor of creëert Weyerman hier iets nieuws? De mensen moesten immers voor deze ‘folder’ al drie stuivers betalen. Is Weyerman nu echt de maker van het elixer of handelt hij hier in opdracht van de chirurgijn? En wat is precies zijn relatie met deze man? Was die puur zakelijk of bestond er al langer contact tussen beiden? Bestonden er al geneesmiddelen voor een verzwakt geheugen, of was het geneesmiddel een noviteit? En zo zijn er nog meer vragen te stellen. Welke bronnen heeft Weyerman gebruikt? Wie was die Caesar Rid** uit Londen? En wat is er nog meer bekend over de chirurgijn Sekermans en de bakker Brummelbos? Vragen die hopelijk in de toekomst nog eens beantwoord worden. Door het terugvinden van een compleet exemplaar van de Redenvoering over het geheugen is er weer een open plek in | |
[pagina 15]
| |
de bibliografie van Weyerman opgevuld. Tegelijkertijd is er ook een nieuwe open plek ontstaan, want in de laatste regel lezen we: Den prys van ieder met myn Cachet verzegelt Flesje, benevens een noodig Bericht voor het gebruyk, is eene Gulden vier stuyvers. De flesjes aqua memorialis werden dus voorzien van een bijsluiter van Weyermans hand. Hoewel ik vermoed dat de tekst grote overeenkomst zal vertonen met de tekst van het ‘Noodig bericht aan dem [sic] leezer’, dat op de laatste pagina staat, kan dat pas bevestigd worden als er een exemplaar is teruggevonden. Het exemplaar in de universiteitsbibliotheek van Amsterdam blijft nog altijd een raadsel. Heeft Antoni van Dole nu wel of niet een titeluitgave verzorgd van de Eenige letterlievende betrachtingen voorafgegaan door de Redenvoering over het geheugen ook al staat die titel niet op de nieuwe titelpagina vermeld? Tussen het A-katern van de Redenvoering en het B-katern van de Eenige letterlievende betrachtingen zit in de rug van de bundeling een flinke ruimte, waarin makkelijk de twee ontbrekende katernen zouden passen. Of is er inderdaad een fout bij het vergaren gemaakt en is het A-katern van de Redenvoering abusievelijk meegebonden met de katernen van de Eenige letterlievende betrachtingen? Als er nog een tweede, compleet exemplaar van de Eenige letterlievende betrachtingen uit 1748 wordt teruggevonden, zullen ook deze vragen wellicht beantwoord kunnen worden. |
|