Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven
(1658)–Anoniem Mahomets Alkoran– Auteursrechtvrij
[pagina 673]
| |
met starren verçiert, by de dag des Oordeels, by d'Engelen, en by de menschen, dat de genen, die grachten vol vuur gemaakt hebben, om de ware gelovigen te verbranden, getuigen van hun eige boosheit zullen wezen, en bekennen dat het vuur hen zelven verbrant heeft, om hen Gods eenheit, en de waarheit van zijn wet te doen bekennen. God is almachtig, en altijt verwinner: hy is Konink der hemelen, en der aarde; hy ziet alles. De genen, die de ware gelovigen plagen, en zich niet bekeren, zullen verdoemt wezen: Zy zullen eeuwiglijk in 't helsche vuur branden. Maar de genen, die in God geloven, en goede werken doen, zullen in tuinen, daar veel vloeden vloejen, wonen, daar zy voor altijt een opperste gelukzaligheit zullen genieten. Gods gramschap is krachtig: Hy doet zijn schepselen, als 't hem goetdunkt, sterven, en verrijzen. Hy is barmhartig tegen de genen, die berou van hun zonden hebben, en bemint de genen, die hem dienen. Hy heeft zijn setel geschapen, aan de welk men eeuwiglijk lof schuldig is. Hy verheft de geen, die 't hem goetdunkt; en niets is hem onmogelijk. Hebt gy de geschiedenis der lieden van Farao en Temod gehoort? God zal op gelijke wijze de genen straffen, die niet in zijn wet geloven: hy kent hen alle. Zeker, d'Alkoran, die dierbaar is, staat in 't boek | |
[pagina 674]
| |
geschreven, 't welk in de hemel bewaart word. |
|