Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven
(1658)–Anoniem Mahomets Alkoran– Auteursrechtvrij75. 't Hooftdeel van de Mensch, begrijpende dartig regels, te Mecha geschreven.IN de naam van de goedertiere en barmhartige God. De mensch is enige tijd gebleven, zonder iets aanmerkelijk in hem te hebben. Wy hebben zijn nakomelingen van zijn zaat, met dat van de vrou vermengt, geschapen. Wy hebben 't gehoor, en 't gezicht aan hem gegeven, en de weg der zaligheit aan hem geleert. Sommigen hebben 't geloof aange- | |
[pagina 658]
| |
nomen, en d'anderen hebben ongelovig geweest: Ga naar margenoot+ wy hebben ketenen en banden voor hen bereid, om hen in 't helsche vuur te slepen. De rechtvaerdigen zullen water van de wijngaart drinken, dat uit een zeer schone springbron zal komen. Alle Gods dienaars zullen daar af drinken, en dat doen vlieten daar 't hen goetdunken zal. God zal de genen van de helsche pijnen verlossen, die hun beloften voldoen, die de dag des Oordeels vrezen, die aalmoessen aan d'armen, aan de wezen, en aan de gevangenen geven, zonder hoop van bedanking noch vergelding, maar alleenlijk om de liefde van zijn goddelijke Majesteit, uit oorzaak van de pijnen van de strenge dag, die schrikkelijk om te zien zal wezen. God zal hen verblijden, en hen van hun goede werken vergelden. Hy zal de deur van 't Paradys voor hen openen. Zy zullen met zijde bekleed wezen, en op heerlijke bedden leunen. Zy zullen niet van de hitte der zon, noch van de koelheit der maan gequelt worden. Zy zullen alle onder de schaduw der bomen van 't Paradys wezen, en daar staande, zittende, en leggende vruchten plukken. Men zal zilvere vaten, en ronde schalen omtrent hen dragen, die vol van zo veel lekkere drank zullen wezen, als zy zullen willen drinken, met gember vermengt, 't welk uit een klare springbron zal komen; en zy zullen van | |
[pagina 659]
| |
jonge knechtjes, die gerege parrelen schijnen, omringt wezen, om hen te dienen. Als gy hen ziet, aanschout gy een schoonheit, die men niet uitdrukken kan. Zy zullen met purper, en met weêrschijnige groene zijde gekleed wezen, en zilvere armbanden dragen. God zal een zuivere en reine drank aan hen geven: deze geneuchten zullen de vergelding van hun volharding zijn. Wy hebben d'Alkoran aan u gezonden, om 't volk t'onderwijzen. Verwacht het vonnis van uw Heer tegen de genen, die daar meê spotten. Gehoorzaam de bozen niet. Gedenk 's uchtents en 's avonts aan Gods naam: aanbid hem des nachts, en loof hem lange tijt. D'ongelovigen beminnen de werrelt, en denken niet op hun einde, noch op de dag des Oordeels. Wy hebben hen geschapen, de kracht van te gaan aan hen gegeven; en indien wy willen, zo zullen wy andere lieden in hun plaats stellen. De geen, die Gods wet wil volgen, zal haar volgen: maar niemant zal haar volgen, zo hy niet aan zijn goddelijke Majesteit aangenaam is. Hy weet alles, en is zeer wijs. Hy geeft zijn genade aan de geen, die 't hem goetdunkt, en heeft strenge pijnen voor d'ongerechtigen bereid. |
|