Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven
(1658)–Anoniem Mahomets Alkoran– Auteursrechtvrij
[pagina 660]
| |
76. 't Hooftdeel der Gezondenen, begrijpende vijftig regels, te Mecha geschreven.IN de naam van de goedertiere en barmhartige God. Ik zweer by d'Engelen, Ga naar margenoot+ die malkander zo dik volgen, als 't hair van de manen der paerden, als God hen zend om zijn geboden uit te voeren, by d'Engelen, die hy zend, om de genen te straffen, die hy verdelgen wil, by de winden, die hy zend, om de regen ter plaats, daar 't hem goetdunkt, te doen vallen, by d'Alkoran, die 't goet van 't quaat onderscheid, en by d'Engelen, die den menschen de vrees der helsche straffen inblazen, en hen ingeeven vergiffenis van zijn goddelijke Majesteit te verzoeken, dat de straffing, den bozen belooft, niet missen zal. De starren zullen dan niet meer schijnen, de hemel zal zich openen, de bergen zullen gaan, en Gods Profeten en Apostelen zullen te zamen vergaderen, om getuigenis tegen de genen te geven, die hun onderwijzingen veracht hebben. De goeden, en de quaden, de gelovigen en d'ongelovigen zullen van malkander gescheiden worden. Ik zal u niet zeggen wanneer deze dag zal wezen: maar hy zal rampzalig voor de bozen zijn. Heb ik niet voormaals de bozen met hun lasteringen verdelgt? Hebben zy niet boze nazaten, gelijk zy, | |
[pagina 661]
| |
nagelaten, die ik ook verdelgt heb? Dus zal ik namaals d'ongelovigen verdelgen; en ramp zal eeuwiglijk over hen wezen. Hebben wy u niet van zwak zaat geschapen, dat tot aan de gestelde tijt in de buik uwer moeders bleef? 't Is een genade, die wy aan u bewezen hebben. Ramp zal in de dag des Oordeels over d'ongelovigen wezen. Hebben wy niet d'aarde geschapen, om de levendigen en doden te vergaderen? Hebben wy niet de bergen opgeheven? Hebben wy geen zoet water om te drinken aan u gegeven? Ramp zal in de dag des Oordeels over d'ongelovigen wezen: men zal tot hen zeggen: Gaat in't helsche vuur, in 't welk gy niet wilde geloven. Gaat in de rook, in drien gescheiden: niets zal u van zijn hitte konnen bevrijden; en de vlucht zal u niet van deze gloet konnen beschermen. Hy zal zwarte vlammen uitwerpen, die zich hoger, dan de grootste gebouwen der aarde, zullen verheffen, en zijn gelijk brede dekens van bedden, die bovenmaten zwart zijn. De dag des Oordeels zal rampzalig voor d'ongelovigen wezen. Men zal tot hen zeggen: Ziet hier de dag van de scheiding der goeden en quaden. Gebruikt alle uw listen, die gy weet, om u van de helsche pijnen te bevrijden. De dag des Oordeels zal rampzalig voor d'ongelovigen wezen. De goeden, die Gods vrees voor ogen gehad zullen hebben, | |
[pagina 662]
| |
zullen in de schaduw der bomen van 't Paradys zijn, by vermakelijke springbronnen, met alderhande vruchten, die zy konnen begeren. Men zal tot hen zeggen: Eet en drinkt naar uw believen, tot vergelding van uw goede werken. Dus worden de vromen vergolden. De dag des Oordeels zal rampzalig voor d'ongelovigen wezen. O ongelovigen, leeft in de werrelt. Men zal u daar enige tijt lijden. Gy zijt boos, maar gy zult in de dag des Oordeels rampzalig zijn. De bozen spotten met de genen, die hen vermanen God te bidden. Zy zullen in de dag des Oordeels rampzalig wezen. Waar in zullen zy geloven zo zy niet in d'Alkoran geloven? |
|