Mahomets Alkoran en Tweevoudige beschrijving van Mahomets leven
(1658)–Anoniem Mahomets Alkoran– Auteursrechtvrij52. 't Hooftdeel van de Star, begrijpende zestig regels, te Mecha geschreven.IN de naam van de goedertiere en barmhartige God. Ik zweer by de Star, die verdwijnt, dat uw vrient (Mahomet) niet doolt. Hy zegt niets van 't zijne; hy, zegt niets, dan 't geen, dat hem van d'almachtige en zeer milde God ingegeven is. D'Engel naderde hem in de hoogste plaats des hemels, op de langte van twee bogen, en noch nader. God heeft hem 't geen ingegeven, dat hy zijn dienaar ingegeven heeft, die niets van 't geen, dat hem ingegeven was, verandert heeft. Hy heeft het geen gezegt, dat hy gezien heeft, en in welke gestalte d'Engel was. Twistreeden niet tegen hem van 't geen, Ga naar margenoot+ dat hy gezien heeft. Hy zag eertijts d'Engel in de hemel by de boom, die aan de rechte zijde van Gods setel staat. En schoon deze boom met het geen, dat hem | |
[pagina 593]
| |
dekt, bedekt was, zo is echter zijn gezicht niet verblind, en hy niet afgeweken. Zeker, hy heeft de grote wonderen van zijn Heer gezien. Hebt gy op Alat, Az, en Menat, deze drie afgoden, gemerkt? Zult gy zweren dat God dochters heeft, en dat gy zonen hebt? Gy zult een valsche eed doen, en in een openbare doling zijn. Deze afgoden hebben niets anders, dan de namen, die uw vaders, en gy aan hen gegeven hebt. God heeft u niet geboden hen aan te bidden. Gy volgt alleenlijk uw tochten, die verre van de waarheit afgeweken zijn; God leert aan u de weg der zaligheit door de mont van zijn Profeet. Verwerft de mensch van d'afgoden 't geen, dat hy van hen begeert? God is God in 't begin, en in 't einde. Hoe veel engelen zijner in de hemelen, welkers gebeden onnut zijn, zo God hen niet behagelijk vind? De genen, die niet in de dag des Oordeels geloven, zeggen dat d'engelen dochters zijn; maar zy weten niet wat zy zeggen. Zy spreken daar af door waan, en deze waan is niet eenstemmig met de waarheit. Wijk van de genen, die onz geloof verwerpen, die niet, dan de goederen van d'aarde, begeren, en van d'andere dingen geen kennis hebben. Uw Heer kent de genen, die van de rechte weg afdwalen, en de genen, die de weg der zaligheit volgen. Al 't geen, 't welk in de hemelen, en op d'aarde is, | |
[pagina 594]
| |
behoort God toe. Hy zal de bozen straffen, en de goeden vergelden: Hy vergeeft de vergeeffelijke zonden den genen, die de dodelijke zonden schuwen; Ga naar margenoot+ hy is ten hoogsten barmhartig. Hy weet dat hy u van aarde geschapen, en in de buik uwer moeders gevormt heeft. Prijst u zelven niet. Hy kent de genen, die zijn vrees voor ogen hebben. Hebt gy de geen gezien, die 't geloof verlaten heeft? Men heeft een weinig goet, en niets meer, aan hem gegeven. Weet hy 't geen, dat hem overkomen zal? heeft hy kennis van 't aanstaande? Zal hy niet het geen leren, 't welk in de boeken van Moises en Abraham geschreven staat, te weten dat niemant eens anders last dragen zal? De mensch zal niets hebben, dan 't geen, dat hy gewonnen heeft. Hy zal eindelijk zijn arbeit zien, en naar zijn werken vergolden worden. Alles zal in tegenwoordigheit van uw Heer gezien wezen. Hy doet lachen en wenen, leven en sterven. Hy heeft het mannelijk en 't vrouwelijk van alle dingen geschapen. Hy geeft en beneemt den mensch de ziel, als 't hem goetdunkt. Hy is zeer rijk, en behoeft niemant. Hy is de Heer van de dwaalstar, die van de menschen aangebeden is. Hy heeft Aad en Temod verdelgt, en Noahs volk, 't welk meest afgedwaalt, en, onrechtvaerdigst was, verdronken. Hy heeft Loths stat omgeworpen, en met | |
[pagina 595]
| |
gloejende stenen bedekt. In wie zullen zy geloven, zo zy niet in uw Heer geloven? Deze Profeet is gezonden, om de helsche pijnen aan u te verkondigen, gelijk d'andere Profeten, die voor u geweest zijn, gedaan hebben. De dag des Oordeels nadert, en niemant, dan God, weet wanneer hy komen zal. Verwondert gy u van deze redenen? Gy spot 'er meê, en weent niet, als men tot u spreekt: maar gy zult in uw zonden overvallen worden, zo gy u niet voor God verootmoedigt, en hem aanbid. |
|