Recensies
Op zevenmijlslaarzen door de stad Gent
titel
Historische atlas van Gent. Een visie op verleden en toekomst
redactie
A. Capiteyn, L. Charles, M.-C. Laleman
uitgever
SUN Amsterdam
omvang
80 pag., geïll.
isbn
9-789085-064138
prijs
€29,50
In de reeks historische atlassen van uitgeverij SUN mag Gent als eerste Vlaamse stad het spits afbijten. Het doel van deze atlas is ‘een snel en vlot te raadplegen overzicht van hoe Gent groeide tot de stad die het vandaag is’ te bieden (p. 5). Stellen dat de atlas niet diepgravend genoeg is, zou dus een beetje flauw zijn. De auteurs hebben immers geen uitgewerkte stadsgeschiedenis op het oog. Zij willen vooral een breed publiek boeien en de grote lijnen van de topografische evoluties schetsen. Maar slagen ze daar ook in?
In elk geval staan de lezer heel wat leuke ontdekkingen te wachten. Zo zijn de hoofdstukken over de aanleg van de dierentuin in de negentiende eeuw, de wereldtentoonstelling in 1913 en het middeleeuwse stenen woonhuis goed gestoffeerd en geïllustreerd. Ook de hoofdstukken over de continue zoektocht van de stad om een verbinding met de zee te hebben (pas echt gerealiseerd met het kanaal Gent-Terneuzen) en de zestiende-eeuwse cartografie van Gent lezen vlot en vatten de bestaande kennis overzichtelijk samen.
De opbouw in thematische hoofdstukjes garandeert een vlotte toegang tot de topografische geschiedenis van Gent, maar heeft toch ook zijn nadelen. De chronologische samenhang van bepaalde fenomenen is niet altijd duidelijk. Zo komt het hoofdstuk over de ‘Hollandse kleuren’ voor een uiteenzetting over het ‘Franse model’. Bovendien zorgt de thematische indeling meer dan eens voor overlap omdat bepaalde elementen in meerdere hoofdstukjes kort worden aangehaald. Dat de grote industrieel Lieven Bauwens een kartuizerklooster tot katoenspinnerij omvormde komt bijvoorbeeld twee keer aan bod (p. 41 en p. 53). Jammer, vooral omdat er al zo weinig ruimte is om over een onderwerp uit te wijden.
Gelukkig reserveerden de redacteurs wel voldoende plaats voor afbeeldingen. Toch is de relatie tussen tekst en beeld niet altijd optimaal. De afbeeldingen zijn te vaak complementair aan de tekst. Zo vertelt het hoofdstuk over de feodale heren niets over het Gravensteen, maar verwijst een foto wel naar deze belangrijke residentie van de Vlaamse graven (al heeft het onderschrift meer interesse voor de negentiende-eeuwse restauratie dan voor de middeleeuwse functie van dit gebouw). En hoewel de atlas bijzonder mooi historisch cartografisch materiaal reproduceert, hadden reconstructies de topografische evoluties nog tastbaarder kunnen maken. Zo had een ‘voor en na’ van de negentiende-eeuwse metamorfose, met de aanleg van mooie brede lanen, de impact van