Madoc. Jaargang 2007
(2007)– [tijdschrift] Madoc– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 32]
| |
Christel Theunissen
| |
Van priester tot fotograafHet project Stalla is tot stand gekomen door een genereuze gift afkomstig uit de nalatenschap van Jan Verspaandonk (1918-2002). De afdeling Kunstgeschiedenis van de Radboud Universiteit ontving een unieke fotocollectie van de hand van Verspaandonk die bestaat uit zo'n 5.500 afdrukken en 11.000 negatieven. Jan Verspaandonk was als priester en archivaris verbonden aan het bisdom Haarlem, waar hij bekend was met de koorbanken van de St. Bavokerk. Later was hij werkzaam als conservator van het Bisschoppelijk Museum Haarlem (opgegaan in het Museum Catharijneconvent te Utrecht). Zijn enorme interesse voor koorbanken is terug te zien in zijn foto's, die vele details tonen. Hij fotografeerde koorbanken in Nederland, België en het Rijngebied van Duitsland. Om het grote publiek kennis te laten maken met het fenomeen van het middeleeuwse koorgestoelte publiceerde hij een aantal boekjes, de zogenoemde misericorde-reeks, over de Nederlandse koorbanken. | |
KoorbankenIn klooster- en kapittelkerken zijn koorbanken sinds de vroege Middeleeuwen een onderdeel van het kerkmeubilair (afb. 1). Het gebruik van de banken door kanunniken en kloosterlingen was aan regels gebonden. De heilige Benedictus (480-543) had reeds in de door hem opgestelde kloosterregels voorgeschreven wanneer men moest staan, zitten of knielen tijdens de gebeden.Ga naar eindnoot1 Koorbanken zijn opgebouwd uit één of twee rijen | |
[pagina 33]
| |
Afb. 1. Kalkar, Sankt Nicolaikirche, koorgestoelte, Hendrik Bernts, 1505-1508 (CKD-Verspaandonk Collectie).
houten zetels aan de noord- en zuidzijde van het koor, eventueel doorlopend aan de westzijde. Een rij zetels wordt aan beide kanten afgesloten door zogeheten wangen. Als het koorgestoelte bestaat uit twee rijen zetels, is de achterste rij op een verhoging geplaatst. In het midden van de voorste rij is ter breedte van een zetel een doorgang gemaakt zodat de achterste rij goed toegankelijk is. De achterwand van het koorgestoelte is het dorsaal, dat aan de bovenzijde wordt afgesloten door een overhuiving. De zetels worden van elkaar gescheiden door tussenleuningen voorzien van een knop, die steun biedt bij het opstaan. De opklapbare zittingen van de zetels hebben aan de onderzijde een console-achtige steun, een misericorde genaamd. Dit woord is afgeleid van het Latijnse woord misericordia dat zoveel betekent als barmhartigheid. De misericorde biedt tijdens de lange koordienst ondersteuning aan kanunniken en kloosterlingen. In Vlaanderen worden de misericorden aangeduid als zitterkens. De koorbanken die zijn vervaardigd in de periode van de twaalfde tot en met de zestiende eeuw zijn voorzien van houtsnijwerk. Het snijwerk van de misericorden en de knoppen springt het meest in het oog, vanwege het zeer profane karakter ervan. De voorstellingen op de misericorden geven een beeld van het dagelijkse leven, gezien door de ogen van het volk. De onderwerpen lopen uiteen van mensentypen, dieren, fantasiewezens en spreekwoorden tot de ‘omgekeerde wereld’, waar doedelzakspelende varkens toe behoren. Uitzonderlijk zijn religieuze voorstellingen op misericorden. Deze profane voorstellingen op koorbanken beperken zich niet tot Nederland, België en Duitsland. In een groot deel van West-Europa, van Denemarken tot Spanje, vertonen de voorstellingen op misericorden en knoppen van het koorgestoelte overeenkomsten met elkaar.Ga naar eindnoot2 | |
[pagina 34]
| |
DatabaseStalla, de database die ontwikkeld is in eigen beheer van het Centrum voor Kunsthistorische Documentatie, heeft als eerste doel de fotocollectie van Jan Verspaandonk te digitaliseren en te beschrijven. Op langere termijn is het de bedoeling dat de database zal uitgroeien tot een compleet instrument voor het onderzoek naar koorbanken in West-Europa. Kort samengevat is de database opgebouwd uit vier onderdelen: identificatie, literatuur, afbeelding en parallelled. Bij het onderdeel identificatie wordt de voorstelling op de foto beschreven in het Nederlands en het Engels. Verder worden de basisgegevens van het gefotografeerde object zoals locatie, datering, kunstenaar en materiaal opgenomen. De gescande foto wordt toegevoegd bij het onderdeel ‘afbeelding’ waar de belangrijkste gegevens over de foto worden opgenomen zoals fotograaf, datering en fotopapier. Het onderdeel ‘literatuur’ geeft een overzicht van boeken en artikelen waarin het voorgestelde wordt genoemd of beschreven. Daarnaast kunnen de opmerkingen uit de literatuur worden genoteerd. Bijzonder aan de database is het laatste onderdeel, ‘parallellen’, waarin de visuele en literaire parallellen van de voorstelling worden opgenomen. Zo is het doedelzakspelende varken niet alleen bekend van koorbanken, maar is het ook terug te vinden in de marge van middeleeuwse handschriften, op prenten en op sluitstenen. Deze eigentijdse visuele parallellen met bron worden toegevoegd aan de database. Hetzelfde gebeurt met de literaire parallellen die voornamelijk voorkomen bij voorstellingen van spreekwoorden. Parallellen worden gevonden via het eigen archief, de literatuur en andere digitale beeldbanken. Het zoeken in de database gaat eenvoudig via trefwoorden. Interessant is dat de onderzoeker met één specifieke zoekopdracht kan bekijken waar en hoe een bepaalde voorstelling voorkomt. Welke voorlopige conclusies dat kan opleveren, toont het volgende voorbeeld.
Afb. 2 Diest, Sint Sulpitiuskerk, misericorde, 1491-1493 (CKD-Verspaandonk Collectie).
| |
ZeeridderIn de database vormt de categorie fantasiewezens de grootste en meest diverse groep: draken, centauren, monsters, wilde mensen, eenhoorns, meerminnen en vele anderen sieren de koorbanken. Zo ook de zeeridder, een fantasiewezen dat bijvoorbeeld is afgebeeld op een misericorde in de St. Sulpitiuskerk (1491-1493) te Diest (afb. 2). Het bovenlijf van de zeeridder is gehuld in harnas en helm en zijn onderlijf is dat van een vis. Verder draagt dit monster als een echte ridder een zwaard en een schild bij zich. Zeemeerminnen en hun mannelijke equivalent, de meerman, komen voort uit de klassieke mythologie, maar de zeeridder lijkt te zijn ontsproten uit de geest van de middeleeuwers. Rond 1270 beschrijft de Vlaamse schrijver Jacob van Maerlant de zeeridder in zijn Der Naturen Bloeme, een middeleeuwse natuurencyclopedie in de volkstaal: | |
[pagina 35]
| |
De zitiron of zeeridder is een wonderbaarlijk monster. Volgens de beschrijving in het Liber rerum ziet hij er aan de voorkant uit als een ridder: op zijn kop draagt hij een helm van harde, ruwe huid, een soort leer of eelt en aan zijn ene zijde hangt een schild, dat lang, hol en tamelijk breed is en waarmee het dier zich kan beschermen tegen slagen en steken. Het schild, dat met sterke pezen aan zijn lichaam is gehecht, is driehoekig en ondoordringbaar. Met zijn in tweeën gespleten handen kan de zeeridder geduchte klappen uitdelen. Dit maakt hem tot een moeilijke prooi. Wanneer hij gevangen wordt en men probeert hem dood te slaan, doet men hem slechts met grote moeite pijn. Deze monsters komen voor in de zee rond Engeland.Ga naar eindnoot3
Afb. 3 Insigne, zeeridder met getrokken zwaard, 1350-1400, loodtin, vondst Ieper. Uit: J. Koldeweij, Geloof & geluk. Sieraad en devotie in middeleeuws Vlaanderen (Arnhem 2006), p. 122.
Als de zoekopdracht ‘zeeridder’ wordt uitgevoerd in de database levert het met de huidige stand van zaken vier treffers op. De zeeridder is voorgesteld op de koorbanken van de St. Pieterskerk (1439-1441) te Leuven, de Onze Lieve Vrouwekerk (1500-1515) te Aarschot, de Église Saint-Materne (1510-1520) te Walcourt en in de eerder genoemde St. Sulpitiuskerk te Diest. Wat opvalt is dat al deze vier voorstellingen zich in het huidige België bevinden. De zeeridder wordt niet alleen voorgesteld op koorbanken. Zijn verschijning is terug te vinden in middeleeuwse handschriften, op gravures en schilderijen en als insigne (afb. 3). Op het centrale paneel van de Tuin der Lusten heeft Hieronymus Bosch een kluwen zeeridders afgebeeld (afb. 4). Naast de visuele parallellen zijn er enkele tekstuele bronnen overgeleverd waar wordt gesproken over voorstellingen van de zeeridder. Bij grote feestelijkheden van de Bourgondische hertogen (Brugge 1440 en Gent 1458) werden vechtende zeeridders als onderdeel van het amusement getoond.Ga naar eindnoot4 In het gedicht Dwonder van claren ijse en snee van Jan Smeken bespreekt hij de sneeuwen beelden,
Afb. 4 Madrid, Museo del Prado, Hieronymus Bosch, Tuin der lusten (detail), ca. 1500. Uit: H. Belting, Hieronymus Bosch: Garten der Lüste (München 2002), p. 48.
| |
[pagina 36]
| |
Afb. 5 Zamora, kathedraal, misericorde door Juan de Bruselas of León, 1502-1505. Uit: E.C. Block, Corpus of Medieval Misericords: Iberia (Turnhout 2005), p. 245.
sneeuwpoppen, die in 1511 de straten van Brussel sierden. Daarin wordt een sneeuwen beeld in de vorm van een zeeridder genoemd.Ga naar eindnoot5 Uit deze visuele en tekstuele bronnen kan men concluderen dat de zeeridder een populaire verschijning was in de vijftiende en zestiende eeuw. In de database worden de visuele en literaire bronnen met betrekking tot de zeeridder opgenomen als parallellen bij de voorstellingen op de koorbanken. Behalve voor het ontsluiten van het fotomateriaal dient de database als een hulpmiddel voor verder onderzoek. Is het mogelijk om in dit vroege stadium meer te zeggen over de voorstellingen van de zeeridder en de bijbehorende parallellen die in de database zijn ingevoerd? De verschijning van de zeeridder die tot nu toe bekend is, vertoont geen grote verschillen. Hij is deels ridder, deels vis. Zoals reeds gezegd is het opvallend dat de vier voorstellingen van de zeeridder voorkomen op koorbanken in de Zuidelijke Nederlanden, het huidige Belgiê. Zover bekend heeft de zeeridder niet de koorbanken in Nederland gesierd. Bij de inventarisatie van de koorbanken in Frankrijk maakt Elaine Block melding van een aantal meermannen.Ga naar eindnoot6 Geen van deze meermannen heeft de kenmerken van de zeeridder. Op de koorbanken in Duitsland en de Britse eilanden worden meermannen voorgesteld, maar geen zeeridders. In Spanje duikt de zeeridder weer op, voorgesteld op twee koorgestoelten. De zeeridder is afgebeeld op een misericorde in de kathedraal van Toledo (1492) en eveneens op een misericorde in de kathedraal van Zamora (1502-1505) (afb. 5).Ga naar eindnoot7 Verder is er nog een voorbeeld bekend, dat zich bevindt op het koorgestoelte van de St. Franciscuskerk te Lausanne. Dit Zwitserse voorbeeld uit 1387 is de vroegste voorstelling van een zeeridder op een koorbank (afb. 6).Ga naar eindnoot8 Uit het bovenstaande lijkt de zeeridder in grote willekeur verspreid over West-Europa. Vooral in de Zuidelijke Nederlanden is de zeeridder een populair onderwerp afgebeeld op koorbanken. Over de herkomst
Afb. 6 Lausanne, Église Saint-François, bovenstuk wang, Johannes von Lüttich, 1387. Uit: P. Ganz, Das Chorgestühl in der Schweiz (Frauenfeld 1946), p. 12.
van deze populariteit is tot op heden weinig bekend. In de West-Europese landen waar koorbanken voorkomen, zijn zeemonsters waaronder zeemeerminnen en meermannen afgebeeld op misericorden en knoppen. De zeeridder ontbreekt echter in de meeste gevallen. Het koorgestoelte in Zwitserland en Spanje vormt de uitzondering met een voorstelling van een zeeridder. Dit heeft niets met willekeur te maken. De verklaring is te vinden in de meesters van het hout- | |
[pagina 37]
| |
snijwerk. Bekend is dat de meesters uit de Zuidelijke Nederlanden een grote invloed hebben gehad op de vervaardiging van de Spaanse koorbanken: ‘Spain's leading source of stall artists during this period [early fifteenth century] was Flanders’.Ga naar eindnoot9 In Zamora is het koorgestoelte van de hand van Juan de Bruselas, een beeldsnijder uit Brussel.Ga naar eindnoot10 Rodrigo Aléman heeft de koorbanken van Toledo gemaakt. Zijn origine is niet geheel duidelijk. Mogelijk was hij afkomstig uit het Duitse Rijngebied of Vlaanderen.Ga naar eindnoot11 De Zuidnederlandse invloed wat betreft de vervaardiging van koorbanken beperkte zich niet tot Spanje, maar is ook zichtbaar in Noord-Nederland, het Rijngebied in Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. Het koorgestoelte in de St. Franciscuskerk te Lausanne bijvoorbeeld is vervaardigd door Johann von Lüttich. Deze Johannes van Luik was een Zuidnederlandse meester.Ga naar eindnoot12 Van de eerder genoemde meesters is bekend dat hun oorsprong in de Zuidelijke Nederlanden lag. De zeeridder lijkt deel uit te maken van de Zuidnederlandse beeldtraditie, die door de beeldsnijders afkomstig uit dit gebied in andere landen werd geïntroduceerd. Interessanter wordt het deze conclusie om te keren. Kan men ervan uitgaan dat koorbanken waarop een voorstelling van een zeeridder voorkomt en waarvan de beeldsnijder niet bekend is, vervaardigd is door een meester afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden? Een andere vraag rijst bij het zien van de Tuin der Lusten van Bosch waar één van de zeeridders aangetrokken lijkt te worden door een schone zeemeermin.Ga naar eindnoot13 Wat is de relatie tussen de zeemeermin en de zeeridder? Is het toeval dat naast de zeeridders in Aarschot, Diest en Walcourt ook een zeemeermin is afgebeeld op het koorgestoelte? Hetzelfde geldt voor het koorgestoelte in Lausanne, waar op de wang tegenover de zeeridder een verleidelijke zeemeermin is afgebeeld. De database roept dergelijke interessante vragen op maar zal ook oplossingen bieden. Stalla is hierdoor niet alleen interessant voor de onderzoeker maar voor iedereen die geïnteresseerd is in de laatmiddeleeuwse beeldtaal. Op 3 September 2006 is de database gelanceerd op internet tijdens het Misericordia International Colloquium en hij is voor iedereen raadpleegbaar via www.let.ru.nl/ckd/koorbank. |
|