Maatstaf. Jaargang 41(1993)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Marc Tritsmans Gedichten Wijlen grootvaders huis Hapert hun vreemde stap soms even waar oude muren stonden alsof een gemis de lucht voelbaar heeft verdicht. Na jaren lijkt ruimte nog steeds door verdwenen kamers ingenomen. Want hier was ooit de toegangspoort, liep het tegelpad tussen de struiken door tot bij het huis waar hij woonde tot stervenstoe. Zelfs vogels blijven nog doelloos zwerven op zoek naar de vertrouwde plekjes voor een nest. Hardnekkig klampen vergane levens zich aan hun schuiloord van herinnering vast. [pagina 21] [p. 21] Grootmoeders slaap Geen sprake van reumatische knoken, niet het weerbarstig gebit dat past bij een eerdere mond. En geen spoor van het oog dat enkel nog door het andere kan worden gezien. Slaap weet heel precies hoe het lichaam was en altijd had moeten blijven. Hoe borsten weer hoog als de zomerzon, beweging in haar natuurlijke staat hersteld zodat af en toe heftig de liefde kan worden bedreven. Op deze plek van bewaring kan het mooiste nog eens worden overgedaan. Het stramme ontwaken is alleen maar een kwade droom. Bril In dit bruin en onopvallend doosje zit het raam waardoor ze haar leven heeft voorbij zien gaan. Werkelijkheid vergrotend en vervormend, zodat die tenminste scherp het netvlies raakte. Hoe ik kijkend door datzelfde glas geen seconde weer tot leven wek. Geen liefde of haat. Geen oorlog en vrede. De krasjes voor mijn ogen tonen enkel hoe ook zij zich aan de hardheid van de wereld kwetste. [pagina 22] [p. 22] Weerzien Als een uit het nest gevallen vogel, zo doorschijnend en amechtig piepend en kleiner dan ik hem in zijn pakken met schoudervulling had geschat, was men hem in dit hoge bed blijkbaar al uit het oog verloren. Enkel darmpjes en draden hielden hem min of meer rechtop, pompten pro forma leven naar binnen als lucht in een lekke band. Dood van een tennisspeler Waar hij zich aan vastklampt. Een lichtvlek op de muur, het zacht bewegen van de gordijnen in de zomerwind, de secondenwijzer van zijn eigen uurwerk dat ongestoord verdertikt. En of het was afgesproken. Plotseling vlakbij het onthutsend vitale geluid van tennisballen op een ongetwijfeld heet en stoffig terrein. Hij schat nog feilloos de snelheid van een opslag, droomt zich zijn laatste woordeloos antwoord. Een ouderwetse loeier in de hoek. En dan stilte. [pagina 23] [p. 23] Oogopslag Barstensvol tijd dwingt het silhouet van deze bergen een enkele oogopslag Want precies zo zagen holenmensen de Matterhorn hier als een reusachtig baken de hemel in wijzen. En precies ditzelfde landschap zal zich tonen wanneer mensheid als een dun maar koppig laagje overmoed van de eeuwigheid is afgeschraapt. Maar om door wie te worden bekeken. Risico We weten niet wat de bergen vandaag met ons zullen beginnen. We hebben voedsel en drank en stevige schoenen. En we vertrekken. De top en niets anders verwacht ons. Een nieuw uitzicht op de wereld. En misschien komt een moment waarop we niet hoger meer durven en evenmin nog terug. Wanneer het duister valt en de bergen rondom dus toch ongenaakbaar en wij die dat altijd al hebben geweten. [pagina 24] [p. 24] Stuwmeer Het windstil wateroppervlak houdt alle diepte verborgen zoals een groot verdriet zich afschermt voor troostende blikken. Op onzichtbare bodem, in een groene vallei hebben zij dus geleefd tot iemand besliste. Tot het water hun tot aan de lippen steeg. Nog eenmaal vanuit de ramen gekeken naar de de witte wolken boven het bos op de heuvel. Hun huizen verlaten zonder deuren of vensters te sluiten. Aan deze indringer zou toch geen slot weerstaan. Onverschillig water dat al hun herinneringen voorgoed omhult. Vorige Volgende