Maatstaf. Jaargang 41
(1993)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 45]
| |
IDe zon van Granada sloop
tot in zijn moeders provisiekamer
daar gaven spoken hun visitekaartje af
Hij hield van zo'n hachelijk avontuur
waanzinnig lachen om civilisatie
als jongen eiste hij al vrijheid
spiegels loerden op zijn verborgen lot
hij laadde zijn taal met pitten van citroenen
Franco's vazallen en politie
kregen bijtende thermometers in hun reet
| |
[pagina 46]
| |
IIOnder de maan van Granada
stoeide hij atletisch met zigeuners
hallucinerend prinselijk genot
met bokshandschoenen klom hij in de ring
tegen paddebeten van kritiek
vocht hij met sidderende metaforen
stak roddelende theetafels in brand
sloeg zedenmeesters een blauw oog
hij opende zijn surreële waaier van pornografie
voor de verbijsterde oogballen van burgers
maakte hen met funky tamboerijnen gek
maar de Guardia Civil rook zijn bloed
haatte die charismatische faun van poëzie
Nog in de autolampen van zijn beulen
eiste hij vrijheid voor zijn volk
Wraak verduisterde de nacht
wellustig afgeschoten door luitenant Medina
voelde Lorca hoe synthesizers
de ziel uit zijn lijf sloegen
Vogelschreeuw! Legende van wolk die niet verdampt!
| |
[pagina 47]
| |
Zonder gifbeker kan het ookVerlaten lag het schip in de haven
meeuwen zwenkten voorbij
wolken hingen laag
het begon zelfs te regenen
maar de zeelui aan wal
merkten dat niet
achtergebleven lichtmatroos
kuste het mes dat zijn slapie had
vergeten: hij spotte met gevaar
zijn innerlijke fontein jankte
van woede en jaloezie
Ver was dat elysische verlangen
iedere koning zijn eigen nar
zijn maats lagen te krikken
in de rumoerige rosse buurt
Waar blijf je toch? mompelde hij
vloekend naar die tweede lege kooi
meeuwen voorspelden onheil
stortregen sloeg de kade schoon
zijn slapie kwam lachend terug van de hoeren
versteend zag hij dat zijn mes was bebloed
| |
[pagina 48]
| |
TrektochtDe weg trilt van absurde motieven
ging hier eens een kinderkruistocht langs?
slachtten messetrekkers de vluchtende koning
zijn karos kostelijker
dan zo'n nuffige Daimler
een droesemdoos
over keien tokkel ik mijn bolhoed
soms waait het soms sneeuwt het
van een voorbijwaaiende vlok
het equivalent
maak ik mij niets wijs
|
|