Maatstaf. Jaargang 41(1993)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Herman Leenders Gedichten De kikkerkoning Gaat als een mes onder mijn vel. Vilt mij bevend. Blaast als een balg in mijn mond. Spartelt als een kikvors in mijn water: zijn schoolslag van de liefde, mijn prins die kwaakt. Snakt als een drenkeling naar adem. Hapt als een vis. Slaat en ontglipt mij. Glijdt verzadigd tussen het lis. Valt er over zijn ogen een vlies terwijl ik kuit schiet. Broeders Mijn konijn moet in een doos naar broeder Jerome. Zijn hok is veel te klein daarom slaat de rammelaar met zijn poten. Zij draaien rondjes in een vierkant. De broeder zegt: Zij plakt. Heeft zij selderie gehad? en steekt een handje toe. Het konijn kijkt hulpeloos in mijn ogen. Het slist. De broeder is tevreden. De rammelaar tuimelt en zijn ogen vallen toe. Hij is moe. De broeder zet haar in haar doos en vraagt of ik de groeten aan mijn vader doe. [pagina 30] [p. 30] Grootvader Dat een fles karnemelk op donderdag 9 december 1982 22 frank kostte tabak 33 frank en brood 39,50, dat weet ik allemaal. Maar waarom je er plots mee stopte, het schrift niet vol, de maand niet ten einde, zo maar zonder totaal, als een vermoeide boekhouder, 50 dagen voor je dood. Verhuizing Het is een droevig feest. Het huis dat weer begint te leven van de kinderen. Zij halen het leeg. Niemand stoort zich aan de regel dat het salon alleen op kousevoeten wordt betreden. Er komen krassen in het parket. De paus valt van het buffet. En dat wat overblijft (een tochthond, een dweil, een kam, een stuk zeep dat is begonnen) ligt verloren op de grond. Onze stemmen klinken leeg en hol. [pagina 31] [p. 31] Lege handen Het is genoeg dat je op de brug blijft staan of het gekibbel onder de eenden begint. Meeuwen laten zich op het water drijven. Een kraai springt langs de kade met een veel te zwaar lichaam dichterbij. Ik strooi dromen in plaats van voer. Met lege handen ben ik schuldig aan dit oproer. Pauw Hij sleept zijn staart mee. Schoonheid is ballast als het er op aankomt te leven. Hij slaakt schrille kreten. Hij vouwt zijn staart open op de mesthoop: zilverlingen en dukaten, parels voor de zwijnen. De wind brengt hem uit zijn evenwicht. Vorige Volgende