Maatstaf. Jaargang 41(1993)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Koos Geerds Gedichten Galwesp Cynips quercusfolii, parasiet ontvouwt zijn mythe voor de commensaal, de kleine cel groeit uit tot een verhaal dat de natuur klassieke kansen biedt: ruimte wordt voedsel voor de heremiet, de fantasie de grondslag voor onthaal; cynips quercusfolii, parasiet verlicht de zielen, lenigt het verdriet, schenkt geestkracht aan wie hier geen uitkomst ziet, tempert de vloek, troost ons in alle kwaal, kruidt zijn recepten met orakeltaal, tekent de hemel in een aards verschiet - cynips quercusfolii, parasiet. Hoofdluis Pediculus humanis capitis droomt van de Poolse vlecht, de erfenis der kolonie; het hoofdhaar was zo hecht verbonden met de puskorst, dat de dis niet steviger kon zijn bereid, de klis ging generaties mee als hoofdgerecht; pediculus humanis capitis, de luis, weet dat hij hier een pelgrim is; manmoedig wipt hij over naar een slecht verzorgde kruin, baant in de wildernis zijn pad, houdt zich gereed voor het gevecht dat immer dreigt, aanvaardt geen compromis - pediculus humanis capitis. [pagina 77] [p. 77] Bladluis De keus is ruim; zie de bossen bevracht met honingdauw, bij ieder zeer geliefd; neem, eet, laat bijen zoemen; alsjeblieft, geneer je niet, 't is godenspijs, nee wacht nooit, want vijanden staan steeds te dringen, zoals dat schatje met die zoete naam, het lieveheersbeestje, chagerijn, kraam- bedverstoorder, die de levenskringen belaagt. En altoos vreest homoptera virgo lindeluis, zuigsnuit opgericht; haar aartsvriend is de koude zwarte nacht. Het winterei is geborgen. Weldra ontwaakt de larve in het groene licht van 't schemerrijk, waar het lot hem toelacht. Schaamluis Ik leef graag onder kanten voorhangen blouses en giechelende lingerie. Ik doorgrond elke vrome verzuchting maar ook de hoempapa van een twee drie. Ik jaag niet naar schande maar luister naar schoonheid, dit vatten geleerden niet. Ik ben de troostende spinnende hand die liefde beschouw als nobele plicht. Ik ken mijn klassieken. Elke oksel of navel herbergt een familielid. Ben jij dan een spook? Mag ik jou eens zien? Je weet niet wat je vraagt. Knip uit dat licht. Vorige Volgende