Maatstaf. Jaargang 41(1993)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Lenze L. Bouwers Rondelen Januari Viburnum Bodnantese koketteert wat blosjesrood en bleekjes ogenwit; de naaktbloeier, puur kultuur, als volleerd amateur-acteur. Ik zou voorjaarsfit en woordvast willen zijn, opdat verweerd door jaren toch de gratie triomfeert; Viburnum - tuiltje sneeuwbal - koketteert. Debatterende ganzenvlucht groepeert zich in de juiste vorm. Daaronder zit de schrijver. Hij tekent een V op dit papier: de vrijheid is teruggekeerd, gestroomlijnd, doelgericht, natuurlijk wit. Viburnum Bodnantese koketteert. Februari De ijsgang door dit bos trotseert de grens van menselijk tekort en vage sporen, een overlevingstocht, met rode oren gespitst in stilte. Een lichte tendens is present om takkengekraak te horen, maar klanken blijven vooralsnog bevroren. De ijsgang door dit bos trotseert de grens op zoek naar kiemkracht. Nergens nog doorboren kamperfoelieslingers struiken. De mens, die woorden liefheeft, formeert uit een wens iets tastbaars, vanuit grond die was bevroren: de ijsgang door dit bos trotseert de grens. [pagina 58] [p. 58] Maart Daar in rottende bladeren ontwaakt de slang die zich, staart in de bek, vermaakt, die zo traag ademhaalt, dat hij geen kind schrik aanjaagt; de dood in z'n slaap aanraakt en toch niets aan leven verliest. Hij vindt zichzelf in 't stof dat hem aan aarde bindt. Daar in rottende bladeren ontwaakt de ringslang - die lange zinnen verbindt, dat rappe, doortastende woordenlint - door jubelgezangen alert gemaakt op warme hapjes in de buurt. Dat smaakt. En heelhuids z'n verstorven prooi verslindt, daar in rottende bladeren ontwaakt. Vorige Volgende