Maatstaf. Jaargang 39(1991)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Paul Gellings Gedichten Reiger Als een boek zonder band in een sloot, vleugels en poten gebroken. Wat lees je? Woorden in nevel: laat de vogel maar rusten, aan de val uit het nest wordt een leven lang grondig gewerkt. Wat je nooit wilde zien zie je nu, half in sneeuw, geen beter seizoen dan dit: land in zijn witte gewaad, horizon waar licht voor de avond niet meer bestaat en hier is het boek al gesloten, door de wind verdwijnen de rafels in aarde. [pagina 29] [p. 29] Tuin Nooit een hovenier geweest, afkeer van magnolia en varen. Alleen in winterdagen rust, zwegen katten bij het vuur, met in toegeknepen ogen al verlangen naar struiken in het voorjaar - maar de grond achter dit huis was buiten zicht. In maanlicht sneeuw die alles tegenhield. En in de stad een brief: mis je zo, heb je nooit gezien, koude zon op mijn balkon vandaag. Ossenmarkt Als natte sneeuw zoekt belofte naar grond. Nacht zonder winter of lente, een toren voor niemand verlicht. Wij aan tafel, maar ook dit gezicht van gevels en ramen. Daarachter kaarsen opgebrand, ringen uitgewisseld en alweer teruggestuurd. Kristal valt en wordt regen. Daartussen is het wachten op wat je meeneemt tot de wereld is zoals zij was, stille galm van een klok over het plein zoals het is wanneer wij verdwenen zijn. Vorige Volgende