Programmatische programma's
De programmaboekjes van de Nederlandse Opera zijn vanaf de allereerste voorstelling (Falstaff, in september 1986) pretentieus en goeddeels onbegrijpelijk. Zonder uitzondering slagen zij erin - op de tekst van het libretto, en de vertaling daarvan, na - voornamelijk negatieve informatie te behelzen; informatie waar men niet wijzer van wordt, maar dommer. Willekeurig voorbeeld: de illustraties (en onderschriften) in het programmaboek bij de opvoering van Boris Godunov in het seizoen 1989-1990. Deze bestaan uit foto's van achtereenvolgens:
Mao Zedong en de rest van de Chinese top op het balkon van de Verboden Stad dat uitziet op het Plein van de Hemelse Vrede. De foto moet genomen zijn in de jaren vijftig. Het onderschrift bevat geen informatie, maar luidt eenvoudig: ‘Machthebber en bojaren in Peking’.
Paus Johannes Paulus op het balkon van de Sint Pieter (denk ik), vergezeld van andere prelaten. Onderschrift: ‘Machthebber en bojaren in Rome’.
Michail Gorbatsjov en leiders van de Sovjetunie op het balkon boven het mausoleum van Lenin, een foto - Gromyko is nog te herkennen - van vlak na zijn benoeming tot secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjetunie. Onderschrift: ‘Machthebber en bojaren in Moskou’.
Een generaal (Gualtieri?) op een stoel, met achter zich een aalmoezenier en andere officieren. Op de andere bladzijde een man in net kostuum, die vanaf een hoog spreekgestoelte, waarop ook andere burgers, klaarblijkelijk een menigte toespreekt. In beide gevallen luidt het onderschrift: ‘Machthebber en bojaren in Buenos Aires’.
Drie heren in burger, met twee galasoldaten achter zich; onderschrift: ‘Machthebber en bojaren in Buenos Aires’.
Generaal Pinochet en een aantal andere hoge militairen aan de wandel. Onderschrift: ‘Machthebber en bojaren in Santiago’.
Zo wordt alles wat politiek interessant en bijzonder is aan Moessorgski's grootste opera afgevlakt tot de onbenullige universaliteit van macht als abstractie, met plaatjes erbij om de abstractie ‘gezicht te geven’.
Maar de nieuwe artistiek leider, Pierre Audi, kondigde vorig jaar aan dat met ingang van het seizoen 1990-1991 het niveau van de programmaboekjes grondig zou zijn verbeterd.
Het nieuwe seizoen begon met Parsifal. De eerste vernieuwing bleek eruit te bestaan dat de hoogte van het vroegere boekje de diepte van het nieuwe was geworden. Het programmaboekje van Die Entführung aus dem Serail had hetzelfde formaat. Bij de drie volgende opera's was het weer andersom, maar Benvenuto Cellini had weer het formaat van deze Parsifal. Misschien blijkt aan het eind van het seizoen wel dat achter dit alles een puzzel schuilgaat, voor kinderen van abonnementhouders, die met die boekjes het Muziektheater na kunnen bouwen.
De inhoud dan maar. Ik volsta met de tekst waarmee Parsifal opent:
‘Analoog aan de driedeling binnen Wagners Bühnenweifestspiel bestaat het tekstgedeelte van dit progammaboek uit drie delen, die elk drie teksten bevatten.
In het eerste gedeelte gaan we op zoek naar bronnen waaruit Wagner voor zijn libretto heeft geput. In de teksten van het tweede deel staat de componist zelf centraal. In het derde deel dwalen we enigszins van het werk als zodanig af en trachten op associatieve wijze te laten