Maatstaf. Jaargang 39(1991)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] Marc Tritsmans Gedichten Zoon van de rug gezien Dit beeld zegt meer omdat ik je gezicht niet eens kan zien. Ik zie alleen hoe licht nog alles aan je was, je haar, je oorschelpen: de zon valt er zo makkelijk doorheen. En toch zo klein en dicht bij me probeer je voor het eerst hoe ver je zonder omkijken al durft. Aan steeds meer afstand zal ik moeten wennen. Schatbewaarder Van dit landschap ben ik de krenterige schatbewaarder die met haviksogen alle bomen telt en de konijnen hazen en fazanten raadt aan hun geritsel. Met koude blik weeg ik de schaarse wandelaars want iemands stap verraadt zijn plannen. Een streepjespak, een hand die schrijft, alles maakt me achterdochtig. Ik noteer het kleinste teken van verandering: wat omgewoelde aarde, een gemerkte boom, een breder spoor. Iemand beraamt met zorg de ondergang. [pagina 69] [p. 69] Speelgoed Het speelgoed dat na een warme dag bewegingloos in het gras blijft liggen alsof kinderen hier overhaast vertrokken zijn. De zon is niet eens onder. En ik denk aan mijn zoon die bij de schoolpoort vraagt of hij een beetje mag huilen en dat vervolgens met perfect gevoel voor maat en orde doet zo afgemeten het gevoel bij dit beeld van later: wij staan voor ditzelfde raam, kijken naar de voorgoed leeggespeelde tuin en weten dat het zo moet gaan. Avond met koeien De zon zakt lager maar ze staan nog even rustig als vanmorgen grazen onverstoorbaar door. Geen nest lijkt warmer dan dit weiland. Er waren jaren dat ook onze adem zich 's avonds moeiteloos met nevel mengde. Ons lichaam paste heel precies in een leeggebleven deel van het landschap. En nooit werd het nacht zondermeer, samen met bomen en struiken werden we nacht en praatten nog met het gepaste ontzag voor de sterren. Vorige Volgende