Maatstaf. Jaargang 39(1991)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Kees Klok Gedichten Voor S. Tussen kast en kanarie breng je je dagen door, doof en slapend. Je lijkt een vogel bij wie het vliegen allang niet meer feilloos gaat. Je strompelt maar wat. Tijdens een helder ogenblik stormt het weleens in je geest, maar verder is het slechts pantoffels en versukkeling. Je suft verder in je halfbegrepen boek. Er waren ooit de oorlog en de drank. Je weet niet wat je meer mist en smokkelt met je dieet. Maar daarmee is de Mof niet terug. Het ruikt zurig bij je. Dat wordt steeds erger. [pagina 46] [p. 46] Mongool Het park vond ik was er voor dromen. Wonen op een eenzaam eiland of, zoals de eenden, onbezorgd peddelen over de sloot. Maar vaak liep er een achterlijke jongen, die niet eens werd weggejaagd. Op weg naar school moest ik daar langs. Er was ook geen beschermende kabouter, alleen een oude vrouw die altijd op een bankje zat en naar de jongen keek, die meestal kwijlde. Ze had hem zelfs niet aan een riem, terwijl hij iedereen naliep. Eigenlijk was hij nog erger dan een hond. [pagina 47] [p. 47] Pieter Hij stond bekend als veelbelovend fotograaf, die ook heel aardig schilderde en modieus kon lullen over Marx. Op feesten deed hij liefst een bromfiets na, het bierschuim spetterde daarbij als gal over zijn lippen. Soms wandelde hij wel, diep in de nacht, met de vrouw van een der al te dronken gasten. Naderhand liep hij alleen nog leverarts en psychiater na. Zijn laatste foto's waren van een boze droom in het gesticht. Geschilderd heeft hij er niet meer. Hij was per slot Van Gogh niet en door ons, nu ja, na die paar jaar, goddank alweer vergeten. Vorige Volgende