Maatstaf. Jaargang 39(1991)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Herman de Coninck Gedichten Melkweg Je kunt in de wei uit een melkweg van wit één takje fluitekruid plukken om thuis in een vaasje te zetten en van dat takje één twijgje afbreken en daarvan één steeltje en daarvan één bloempje en van dat bloempje één pointe van het godganse pointillisme. Nee, dat kun je niet. Monthermé Overal is Semois op zoek naar Maas. De frazelende, zich met al haar forellen voort-s-sende, zoekende naar de majestueus op haar rug liggende, soms een eiland hebbende en daar twee benen voor nemende Maas. Die vervolgens een brede bocht neemt, nee, krijgt. Uitzicht: inzicht. Ik: jij. Een dubbelepunt, ogen. Hier is vijftig huizen. Hier is één huis. Hier is één kamer. Hier is één bed. Overal valt leven tussen de plooien van bergen. Nevel rangeert in het dal. Zoals een vergelijking een gedicht zoekt voor de nacht. Een man een vrouw. Een vouw. Tussen bladzijde 38 en 39. Nacht klapt het boek dicht. [pagina 46] [p. 46] Taarlo, avond Vijver wacht op kroos, groot hoefblad op elfen. Het bos wordt donkerboos. Moeras stookt gassen en lucht- bellen in zijn kelders. Als je er met een stok in pookt rimpelt het als glimlach over een heks. Het wordt hier meer dan donker. In de verte verdwijnt een trein uit zijn gehoorgang - en daarmee het heden. Het wordt hier eeuwen geleden. Port-Cros Als nergens bestaat, moet het hier zijn. Zee heeft in het niets een puimsteenhoop gevonden om in en uit te kunnen, een v, een haventje. Scheepjes poseren bij hoog en bij laag. Twintig huizen proberen hoe ver rondom kan gaan. Twintig daken proberen het woord ‘onder’. Zee ‘zonder’. Zo onthoudt ook een prentbriefkaart ons zonder ons: een rode oleander waarachter, Haven. Avond. Een gitaar speelt in het enige café een halfuur lang drie blues-akkoorden. Zo hangt melancholie over de wereld omdat die eigenlijk veel te mooi is. Zo delen telefoondraden overal afstand uit. Zo is er altijd veel meer ginder dan hier. [pagina 47] [p. 47] Juniper tree, Canyonlands Hij heeft aan tien stofjes en een spleet genoeg om wortel te schieten op rots. Hij hangt er dan ook zo schots en scheef als hij groot is. Dat mag omdat hij meestal al dood is, maar dat kan hij lang volhouden. Hij staat hier in de vorm van even zovele Orpheusen van Zadkine harp te spelen op houten snaren, oud en woest van geluidloosheid. Met te veel armen, te traag, te. Maar vertakkend van wanhoop en graagte. Vorige Volgende