| |
| |
| |
Koos Geerds
Mandaat
Jij was een beeld. En dat speelde
op de gevleugelde toekomst een lied.
De canons vielen. De voorvaderen sloegen
de hand voor de mond. Equivalenten,
obstakels, tableaus vergingen.
Zij zwierven langs de zeeën
en over de aarde. Maar jij schreef,
d.w.z. jij speelde die ter plekke
te verzinnen refreinen, gedreven,
bezeten. Een toonbeeld van ijver.
| |
I
Jij bent Mandaat, maar doodzonden
beging je meer dan duizend.
Onverwachte demonen jagen door de stilte
met de klapperende flarden van jouw repertoire.
Hun onuitputtelijk geheugen krijst citaten
tegen jouw aanwezigheid. Jij zwijgt,
een vreselijk begrijpen overspoelt je geest.
Wie brak de duisternis, wie drong door
tot de eeuwige helderheid...?
Uit naam van je zelf, Mandaat,
wilde jij vorderingen maken
naar het begroeten van die dag
waarop de spraak niet meer wankelt
en de stem niet meer valt:
de bruutheid om te horen bij de goden
uit weerzin tegen sterfelijke klanken.
Geen wetenschap kan je van je verlamdheid
redden, die wat verminkte, afgehakte
woordjes prevelt uit een verschroeid
en rokend hart, die diepe put van kennis.
Jij vlucht de dichtstbijzijnde schaduw binnen
en al jouw wonderbaarlijke gedachtenspínsels,
al jouw daden, die naar je wens geschapen waren,
gevormd naar het beeld van je kosmische aard,
zijn prenten in de wegstervende sneeuw.
| |
| |
| |
II
Jij mag opnieuw je sporen trekken
langs het wit. Dat jouw lichaam tegen
jouw schim opstaat is wel een gunstig teken -
want stel je voor: de mensen wandelend
in lucht, de straat verzwolgen
door zonlicht, en jij hier
in dit stille zaaltje, verplaatst,
maar niet geheel en al verstoken
van een toehoorder, bereid
te leren spelen; waarbij muziek de beker
bij de schotel van een stem.
■
Een vogel heeft een stijl van landen,
zo is er ook maar één manier voor jou
om van een kruk bezit te nemen.
Laat het iets hebben van een licht excuus,
dat jij, in plaats van een voortreffelijk iemand,
die heeft verzuimd tot nog toe op te komen dagen,
je bereidwillig aanbiedt.
Mogen jouw handen zich aanstonds aldus gezind
op pad begeven naar het verlaten slagveld,
langs de van hun sokkels gevallen strategen.
■
Verdrijf je tegenzin door beide handen
tegen het onbekraste vlak te leggen
van heel het notenapparaat,
dat de geschiedenis bestrijkt,
d.w.z. uit de restanten verbuigt.
Verbazend is zijn kracht,
als het je onverhoeds bespringt
■
Denk de formule ‘behoeftig en zeer arm
ben ik’ - en zonder mond en tong,
zonder het gedruis van lettergrepen
zul je spreken, gedachten die het hart
slechts kan verdragen in de lichtheid
van een hemelse substantie:
prae sensibus, prae oculis.
| |
| |
| |
III
Wij moeten steeds de wetten repeteren.
Jij hebt het vruchtgebruik van de beginselen
welker hoedanigheid de ledematen wekt,
de frisse jeugd die ginds verblijfplaats houdt.
De stuwkracht van de ziel vervoere je,
niet via het bedrog der ommelopen,
maar naar de rechte weg van een gezonde leer -
zo wordt je hart de vrede opgelegd.
■
Mandaat, wij leven in een wereld,
die wij goeddeels vernietigd hebben.
Verlang daarom een instrument als dit,
dat het gevoel zijn volle ironie verleent.
Verbeid het manuscript als juist geregistreerde inval,
voor spijt en ongedurigheid behoed.
Gun aan het blad de kans het vers
in je te wekken, esprit de l'escalier,
die fluks van wanten weet.
De toverwerking die ik er aan toeschrijf
omwille van jouw persoonlijke repliek.
■
Beschouw jezelf niet als begeesterd subject
met toewaaisels van God. Zo werkt Hij niet.
Hij schept uit stenen broden. Cultuur zij meer
dan oponthoud voor jouw bevrediging.
Een technische structuur, perfect als jaargetijden,
hebben wij over de wereld aangelegd.
Nu klampen wij ons vast aan ieder maaksel,
waar zonder wij geen stap meer voorwaarts durven doen.
Wees je bewust van dit failliet,
de desastreuze menselijke orde,
ontwerpend in een blinde discipline,
creaties bouwend op mul zand.
Sombere glorie van de kwade wil:
rondzwervend in de lege hulzen van verbeelding,
ruïnes scheppend voor een mokersymfonie.
| |
| |
| |
IV
Ik geef je nu het thema op: mens of atoom.
Je mag het als een uitdaging beschouwen;
je hebt een heel behoorlijk medium
om maat en geest tot eenheid te omvatten.
Ik zie, dat er zelfs iets van harmonie
zich aan je opdringt, waaraan je evenwel
- en heel terecht - voorlopig nog niet toegeeft.
Raak niet te haastig in haar ban,
bewaar voorlopig wat distantie.
Jij bent het wettige verzamelpunt van energie.
■
Luister naar mij, Mandaat.
Er is een roeping in de wereld,
Je bent verkoren tot fragmenten,
opdat je niets wat je begrip
te boven gaat elimineert.
Dit is ruimschoots voldoende
Jouw wankelmoedigheid is beter
dan het opgedraaide speelwerk
Al wat er schittert aan verborgen klanken
■
De tijd is kort, ga zonder omhaal
tot de kern. Het is de stijl van deze ruimte
snel van persoon te wisselen;
aan tierelantijnen in de wereld geen gebrek.
Doe daarom soms het liefst het tegendeel
van wat je doet, van wat je denkt te moeten.
| |
| |
| |
V
Misschien moet dit het keerpunt zijn.
Wij zijn aan het jongleren,
verschillende manieren om te gaan bewegen,
altijd een waarheid te ontdekken, niet beter,
maar bij gelegenheid niet minder dan wij weten.
Als je niet overdrijft klinkt het beslist
als een manier van dichten.
Niet te nadrukkelijk, dat het zijn eigen leven
kan gaan leiden, dat het effect
zich hecht. Geen kinderlijke frasen,
alsjeblieft, je moet de frasen binden,
terwijl je voelbaar ademt, alsof je wakker wordt.
Laat elk zintuig in gelijke mate
zijn aandeel er in hebben,
zodat je op je hoede blijft voor sleur.
Je kunt niet spelen met jezelf als vijand.
Poneer bij iedere noot de twijfel, beheers het
niet door lukraak vast te zetten,
maar door beweeglijkheid;
dan droom je noten tussen noten,
terwijl je een glissando hoort.
Niet denken: dit is moeilijk; dwing je
te ontspannen. Speel uit de volle hand -
je hebt niets te verbergen.
Zo kun je de sensatie van die dynamiek opwekken
waartoe de kunst herboren wordt.
■
| |
| |
Verspil geen tijd aan marginalia, Mandaat.
Oefen je hand erin het coloriet
te laten rollen naar de eis van elk moment.
Het heeft volstrekt geen zin
te werken vanuit losgewerkte schouders,
als elders je fysiek verkrampt.
Zit rechtop bij dit werk en maak je zitvlak hard.
Geef aan de onderarm een krachtige beweging.
Tot in de verste vezel hoort het beeld
te trillen, een sfeer van merkbaar huiveren;
Zo werkt je visie verder dan de noten
en zul je aller dienaar zijn - een mens
die in de wirwar van vermoede spiegelharde feiten
de mensen zoekt en troost.
| |
VI
Breng nu je houding in beginpositie.
Ik luister. Speel mij maar langzaam voor.
|
|