als de grijns van de Cheshire Cat uit Alice in Wonderland. Ik wilde de boel overzien.
Een halfjaar later overzag ik de boel en maakte een afspraak met de neuroloog. Ik lag op een onderzoektafel, kreeg stroomschokjes toegediend in m'n bovenbeen, en mijn voet rilde even. Moest opwippen. Er kwam een naald in een spier te staan om de spanning te meten. Een oorverdovend geruis vulde de kamer. Als ik geen ‘painful legs and moving toes’ had, zei de neuroloog, als ik geen last had van pianospelende tenen, moest ik me nog maar geen zorgen maken. Ik strompelde uit het ziekenhuis regelrecht naar een juwelier, leunde tegen de toonbank en gaf al het geld dat ik bij me had uit aan een veelkleurige, donkere, glinsterende slang die zich om mijn nek vleide en zich vastbeet in zijn staart. Ik schreef een afscheidsbrief aan iemand die twee jaar geleden al afscheid van mij genomen had. Ik schreef dat ik veranderd was. Achterin mijn agenda stelde ik een lijstje op van ‘Verklaringen’:
- ‘dat ik van een planeet kom waar iedereen een beetje mank loopt (voor in de kroeg, en voor romantici)
- dat ik van alles maar één heb: één goed oog, één horend oor, één neus, één gezonde long, één werkende nier, et cetera (voor mensen waar ik snel vanaf wil zijn)
- dat ik als eerste in Nederland dit biomechanische kunstbeen van Amerikaans ontwerp draag, maar dat het af en toe zijn eigen leven leidt (voor cynici en naïeve personen)
- dat ik een hekel heb aan symmetrie (voor iedereen, want dat is waar)’
en zo ging het nog een bladzij door. De verklaring die ik voor mezelf (en voor een enkele vriend of vriendin) had stond er niet bij. Wel, helemaal onderaan, D.'s briljante: ‘Dat moet je volgens mij relatief zien, trouwens.’ Een onschadelijk kalmeringsmiddel.
Het stukje over tintelende voetzolen in De feiten over ms stelde me weer een beetje gerust. Die heb ik toch zelden, hooguit van de kou soms. En als ik dubbel zie komt dat meestal door te veel pina colada of door bewolkte lenzen. Maar op de zin ‘(...) is zwakheid in één of beide benen geen belemmering voor de patiënt om met plezier aan het leven deel te nemen’ bleef ik staren. Zwakheid in één of beide benen op de boekenafdeling bij v&d, als je de rij voor de bioscoop ziet, als je op de wc zit. Zwakheid in één of beide benen bij het smeren van een boterham, als je een nieuwe gloeilamp indraait, vlak voor je in slaap valt. Zwakheid in één of beide benen als je klaarkomt. Als je droomt. Ik wilde de rest van mijn leven tegen een reling hangen op een boot: op een boot schommelt iedereen.
‘Ik heb mensen gezien die aan beide benen verlamd zijn, en dat zat hier,’ zegt Yvette, die medicijnen doet. Ze wijst op haar