Maatstaf. Jaargang 36(1988)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Tom van As Gedichten [ootje oxenaar, de ontwerper van onze bankbiljetten] ootje oxenaar, de ontwerper van onze bankbiljetten organiseerde tijdens de dienstkeuring voetje-van-de-grond in de wachtkamer als hospik moest hij de psychodiagnostische test van rorschach afnemen bij tal van nederlandse jongens onder wie er één die al na het tweede plaatje woedend werd omdat hij enkel dooie platgeslagen varkens te zien kreeg wat later leerde ootje een hoeveelheid tegenstrijdige gedachten impulsieve handelingen en hallucinaties uit het hoofd om door een jong psychiater die het uit hetzelfde boek had te worden afgekeurd nu weet ik niet met zekerheid te zeggen of daardoor de hoofden van onze bankbiljetten er aan de bovenzijde geen van alle helemaal op staan wel begrijp ik veel meer van de samenhang tussen falsificatie en identiteit [pagina 71] [p. 71] [bij ons thuis aten we tussen de middag warm] bij ons thuis aten we tussen de middag warm eigenlijk door oma die meende dat je alles zo snel mogelijk weer an kant moest hebben vanwege het ongewisse van de jongste dag tegen twaalven werd het emaille teiltje water op de mat voor de keukendeur gezet we knielden dompelden onze gestrekte handen langzaam onder zodat er nog even belletjes langs je nagels bleven en zeiden - koele waapre - die rituele zinnen kwamen van mijn broer op de wc hoorde je hem drukkend - kandántre bolótre klodótre - galmen alsof hij in het frans vervoegde zijn uitleg van de nederlandse vlag was - rood is het bloed wit is de man op het paard die achtervolgd wordt blauw is de zee - ook had hij iets tegen hik ik moest dan spuug om mijn grote tenen en lippen smeren machteloos laten jeuken tot het over was [pagina 72] [p. 72] [vijf huizen terug] vijf huizen terug woonden guus en henk we bouwden samen karren speelden blindeman in het poortje en van de voeten van mijn broer was de ene guus de andere henk vanmiddag schrok ik in mijn moestuin op bij schoffelen is guus en harken henk en galmde na in stoffer en blik bijl-zaag, broek-hemd, oor-oog bezwering van de chaos die ik daarvan leen later gingen ze naar de oost in de meidagen veertig geïnterneerd (hun ouders waren van de nsb) en daarna in een ander kamp gerepatrieerd, gestorven mijn broer zijn voeten met hem ik doe maar wat ik speel [pagina 73] [p. 73] [kijk,] kijk, een fotografie met randen in vrije karteling twee heren met iets doorzakkende borstpartij lachend bij een pijl in een rieten roos de gortdroge heide bij epe aan de van hitte weke horizon rijen rammelende soldaten met puttees om op weg naar een mobilisatiebestemming maar je kunt het ook zien aan de zomerzegels van negenendertig [pagina 74] [p. 74] [de ochtend van de tiende mei] de ochtend van de tiende mei ging ik aan de hand van mijn moeder naar tante lonka die pas nog haar queen ann ameublement had vervangen door kloosterstoelen op de hoek stonden de heer en mevrouw van halm voor hun winkel omhoog te kijken naar de lucht vol lichtende stippellijnen - wat is dat - jengelde ik na een harde knal - een explosie - antwoordde mevrouw van halm waardoor tevens bleek dat ze haar gebit nog niet in had bijna vijf jaar later met mijn neef op een leien dak zwaaiend naar andere vliegtuigen steeg er een ongehoorde stank uit de wc-ontluchter - dat is van tante bets - jubelde neef waaruit de verwachting klonk dat met de ophanden bevrijding ook dit zou verdwijnen herinneren doe je uit onmacht Vorige Volgende