Maatstaf. Jaargang 36(1988)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Anton Korteweg Vier kwatrijnen Wie iets begrijpen wil, die moet het haten en daarna doden. Is het dood, dan merkt hij dat hij 't niet begrijpt, maar is het dood. Ik hou van je. Ik wil het daarbij laten. ■ Je zingt in slaap. Ik moet je daarbij helpen. Het schaap met witte voetjes moet en zal zoetjes zijn melk opdrinken. Want daar word ik, hoop je, ook een beetje ouder van. ■ Ik handel met wat van ons overbleef als een eerzame slager die het vlees in stukken snijdt, uitbeent en dan verkoopt. Het is niet erg. We zijn immers al dood. ■ Die uit de dag de nacht in is gewankeld, die vroeg zich af of dit nu alles was. Wat hem, eenmaal geboren, werd gelaten, was maar wat afval. Waren maar de graten. Vorige Volgende