| |
| |
| |
Maria Stasinopoulou K.P. Kavafis: 1863-1933
1863
29 april: Konstantinos Kavafis wordt in Alexandrië geboren, als negende en laatste kind van Petros en Charikleia Kavafis, in een huis aan de Rue Chérif Pacha 26 (thans Sh. Salah Salem 22). Zijn ouders stamden af van families van Phanarioten uit Konstantinopel. Zijn vader (geb. 1814) was handelaar in graan en in katoen, had de leiding van de familiefirma, sinds 1850 had hij de Britse nationaliteit. De moeder van de dichter (geb. 1834) was toen zij trouwde vijftien jaar. Het enige dochtertje dat zij baarde stierf als baby. Toen Konstantinos geboren werd, behandelde ze hem als een meisje.
| |
1864
28 mei: Hij wordt gedoopt.
| |
1870
10 aug.: Zijn vader sterft.
| |
1872
Charikleia verhuist met haar kinderen uit Alexandrië naar Liverpool, waar zij in 12 Balmoral Road gaan wonen. Kavafis schijnt in Engeland op school te zijn geweest.
| |
1874
Verhuizing naar Londen, 15 Queensborough Terrace. In 1975 werd op dit huis een gedenkplaat aangebracht.
| |
1876
Economische crisis in Egypte. De familiefirma wordt geliquideerd. De familie verliest bijna al haar vermogen. Verhuizing naar Liverpool, 35 Huskisson Street.
| |
1877
Terugkeer naar Alexandrië.
| |
1879
De familie betrekt een appartement aan de Boulevard Ramleh 32 (Thans Sh. Sa'ad Zaghloul 15)
| |
1881
Over de opleiding van Kavafis weten wij heel weinig. Het is zeker dat hij in het cursusjaar 1881-1882 leerling was op het Hermes-Lyceum, een handelsschool. Daar studeerde onder anderen ook zijn vriend Mikes Rallis. In ditzelfde jaar leende hij boeken uit de Bibliotheek van Alexandrië. Hij begon aan een historisch lexicon te werken, dat niet verder dan ‘Alexandros’ kwam.
| |
1882
Ongeregeldheden in Egypte.
26 juni: Charikleia en haar zonen vluchten naar Konstantinopel, waar ze gastvrijheid genoten bij haar vader G. Photiades. Over de reis Alexandrië-Konstantinopel bestaat een onlangs gepubliceerd dagboekje.
11-12 juli: Bombardement op Alexandrië, waarbij het geboortehuis van de dichter vernield wordt.
| |
| |
| |
1883
Gedurende zijn verblijf in Konstantinopel zou Kavafis zich bewust zijn geworden van zijn homosexualiteit (aldus Rika Singopoulou). In elk geval kreeg hij de kans 's nachts van huis weg te blijven. Hij voltooide zijn studie en schreef in een brief een loopbaan in de politiek of in de journalistiek te ambiëren.
| |
1884
Inmiddels schreef hij zijn eerste gedichten en prozateksten. Een vers ‘More happy thou, performing Member’ zou in 1877 zijn ontstaan. In 1882 maakte hij waarschijnlijk ‘Leaving Therapia’ en ‘Darkness and Shadows’. Vanaf nu schrijft hij in het Grieks.
| |
1885
okt.: Terugkeer naar Alexandrië, men gaat wonen in de Rue Tewfik (thans Sh. Tewfik). Kavafis schijnt in deze periode verschillende baantjes te hebben gehad.
| |
1886
Zijn eerste artikelen verschijnen in kranten. Hij is vast medewerker bij de ‘Tilegrafos’. Voor het eerst worden gedichten van hem gepubliceerd.
| |
1889
Zijn vriend Mikes Rallis sterft. De dichter hield een dagboek bij over diens laatste levensdagen.
| |
1891
Voor het eerst laat hij een feuille volante drukken. Het bevat het gedicht ‘Bouwers’ en werd ondertekend met ‘K.Ph.Kav, Te Alexandrië.’
| |
1892
11 april: Brief van E.P. Foster van de ‘Third Circle of Irrigation’ aan Kavafis waarin de dichter bedankt wordt voor ‘much help during the last three years’ en hem - vooralsnog tijdelijk - een betaalde betrekking aangeboden wordt. Kavafis neemt het aanbod aan.
| |
1896
16 jan.: Te Konstantinopel overlijdt zijn grootvader G. Photiades.
| |
1897
Enkele intieme aantekeningen van de dichter:
6 maart: ‘En nu zie ik duidelijk de schade en verwarring die mijn daden in mijn organisme teweegbrengen. Ik moet mijzelf hardnekkig onthouden tot 1 april, anders zou ik niet kunnen reizen. Ik zal ziek worden en hoe zal ik dan kunnen varen? En hoe zou ik ziek van mijn reis kunnen genieten? Afgelopen januari slaagde ik erin mijzelf te beheersen. Ik werd meteen gezonder, ik had geen hartkloppingen meer.’
16 maart: ‘Middernacht. Ik ben opnieuw gezwicht. Hopeloos, hopeloos, hopeloos. Er is geen hoop meer. Kon ik maar tot 15 april stoppen. Met God als helper.’
9 mei: Samen met zijn broer John gaat Kavafis op reis naar Parijs en Londen.
28 juni: Terugkeer in Alexandrië.
| |
1899
4 febr.: Zijn moeder sterft. Hij was bijzonder aan haar gehecht. Tijdens zijn reis naar Parijs en Londen had zij hem nog zeer hartelijke brieven geschreven. Hij noemde haar ‘Fat One’, zij hem ‘Thin One’. Kavafis hield een dagboekje over haar laatste dagen bij. Samen met zijn broers John en Paul woont hij weer in het ruime huis Boulevard Ramleh 32.
| |
1901
12 juni: Samen met zijn broer Alexandros gaat Kavafis voor het eerst op reis naar Griekenland. Tijdens de reis hield hij een dagboek bij. Ontmoeting met onder anderen Gr. Xenopoulos.
5 aug.: Terugkeer in Alexandrië.
| |
| |
| |
1902
9 nov.: Kavafis tekent aan: ‘Het ging mij afgelopen nacht door de geest te schrijven over mijn liefde. En toch zal ik het niet doen. Zo'n kracht heeft vooroordeel. Ik ben ervan bevrijd; maar ik bedenk dat dit papier hen die er slaven van zijn onder ogen zal kunnen komen. En ik houd op. Wat een kleinmoedigheid. Laat ik echter één letter noteren - T - als symbool van dit moment.’
| |
1903
3 aug.: Kavafis' tweede reis naar Athene begint. Hij wordt er verliefd op Alexandros Mavroudis die hem later inspireert tot gedichten als ‘September 1903’ en ‘December 1903’. De dichter schrijft zijn zogenaamde ‘Ars Poetica’.
3 nov.: Kavafis is terug in Alexandrië.
30 nov.: In ‘Panathinaia’ verschijnt Gr. Xenopoulos' beroemde artikel over Kavafis, ‘Een dichter’.
| |
1904
Bundeling van veertien gedichten.
1 dec.: Broer John vertrekt naar Caïro. De dichter en Paul verhuizen naar de Rue Rosette 17 (thans Sh. Horreya).
| |
1905
22 april: Brief aan John over een breuk die zich bij Kavafis openbaart en waarover hij zich zorgen maakt. John stelt hem gerust.
7 aug.: Derde reis naar Athene, waar zijn broer Alexandros op sterven ligt. Over zijn laatste dagen heeft Kavafis een dagboekje bijgehouden. Terug in Alexandrië noteert hij op
19 nov.: ‘Ik moet een martelaarschap doormaken. Nu ben ik ook gestopt met schrijven. Wat moet ik doen en wat zal er gebeuren?... Wat moet ik doen?... Help. Ik ben verloren.’
| |
1907
nov., dec.: Kavafis en zijn broer Paul verhuizen naar de Rue Lepsius 10 (thans Sh. Sharm el Sheikh 4). In 1948 is op dit huis een gedenkplaat aangebracht.
| |
1909
Kavafis begint zijn ‘Genealogie’ te schrijven. Voor het eerst wordt in Alexandrië een lezing over zijn werk gegeven.
febr.: Zijn broer Paul raakt in grote moeilijkheden en keert niet meer in de Rue Lepsius terug.
| |
1910
Bundeling van eenentwintig gedichten.
| |
1912
Het eerste boekje over Kavafis verschijnt: ‘Het poëtisch werk van K.P. Kavafis’ door Robertos Kambos, een pseudoniem waarachter zich waarschijnlijk P. Magnis verschool. Er werd felle kritiek op Kavafis in geleverd. In het tijdschrift Grammata waar Kavafis regelmatig in publiceerde reageerde men hier met instemming op. Tot 1917 stopte de dichter zijn medewerking aan Grammata.
| |
1914
Ontmoeting van Kavafis met E.M. Forster.
| |
1915
Ontmoeting met T. Malanos, die later veel over Kavafis en zijn werk zou schrijven.
| |
1917
Kavafis leert onder anderen Polus Modinos en Alekos Singopoulos kennen. G. Vrisimitsakis publiceert het boekje ‘Het werk van K.P. Kavafis’ dat óók 21 gedichten van Kavafis bevat.
| |
1918
Bundeling van gedichten. In de jaren hierna zullen nog negen van deze bundelingen met feuilles volantes het licht zien.
23 feb.: Alekos Singopoulos houdt een lezing over het werk van K.P. Kavafis. Polus Modinos leidde hem in. ‘De eigenlijke lezing van Singopoulos is een kostbaar document, omdat zij zonder enige twijfel door de dichter is geschreven’ (aldus S. Tsirkas).
| |
| |
| |
1919
E.M. Forster publiceert een artikel over Kavafis in Athenaeum. In de Mercure de France verschijnt een artikel over de poëzie van Kavafis, geschreven door Philéas Lebesque, een pseudoniem waarachter zich D. Asteriotis verschool.
| |
1921
Hubert Pernot vertaalt zes gedichten van Kavafis in het Frans.
30 maart: Tellos Agras geeft in Athene de lezing ‘De dichter K.P. Kavafis’, de eerste serieuze lezing over de dichter in Griekenland.
7 dec.: Kavafis schrijft deze brief, gericht aan zijn werkgever het Irrigation Office, Third Circle, Alexandria:
‘Mijnheer, Ik heb de eer u te berichten dat ik om persoonlijke redenen mijn arbeidscontract niet wens te verlengen (het loopt af op 31 maart 1922). Ik heb de eer te zijn, Mijnheer, uw gehoorzame dienaar, K.P. Kavafis.’
| |
1922
E.M. Forster draagt de eerste uitgave van zijn Alexandria: A History and a Guide aan Kavafis op.
1 april; Hij krijgt ontslag. Zijn leven gaat zich vrijwel geheel in zijn appartement aan de Rue Lepsius afspelen. Door een pensioen en de winsten van zijn beurstransacties kan hij in zijn onderhoud voorzien.
| |
1923
9 febr.: Zijn broer John overlijdt, geen nabije familieleden zijn nu meer in leven.
8 juli: Kavafis maakt zijn testament, hij benoemt Alekos Singopoulos tot zijn belangrijkste erfgenaam.
| |
1924
In januari liet Kavafis zijn gedicht ‘Voordat de Tijd hen verandert’ drukken. De plaatsing van een spiritus was de triviale aanleiding tot aanzienlijke problemen. De dichter werd fel aangevallen door columnist S. Lagoudakis die hem ‘een tweede Oscar Wilde’ noemde. T.S. Eliot publiceert ‘Ithaka’ in het tijdschrift Criterion. Het tijdschrift Nea Technis wijdt een speciaal nummer aan Kavafis.
| |
1926
Dictator Pangalos verleent Kavafis de Orde van de Phoenix tegelijkertijd met de Spaanse danseres Aurea. Het was de enige onderscheiding die de dichter ooit kreeg.
juli: Alekos Singopoulos huwt met Rika. Zij betrekken de verdieping onder die van Kavafis in het huis aan de Rue Lepsius. Rika Singopoulou werd zeer vertrouwd met Kavafis en stond hem in alles bij. Hij hielp haar toen zij redactrice van het tijdschrift Alexandrini Techni was.
| |
1929
dec.: Ontmoeting met de futurist Marinetti.
| |
1932
juli: Sinds enkele jaren had hij al last van zijn keel. De doktoren stellen nu vast dat hij aan keelkanker lijdt. Alekos Singopoulos en Rika overreden hem voor behandeling naar Athene te gaan.
3 juli: Vertrek naar Griekenland. Hij verbleef enige tijd in een hotel, waar veel vereerders hem bezochten. Na een operatie verloor hij zijn stem helemaal, hij kon alleen communiceren met notities, waarvan er nog vele bestaan. Voor ‘herstel’ verbleef hij in Kifissia, waar het hem niet beviel, hij keerde terug naar de buurt rond het Omonia Plein. Opnieuw komen veel bewonderaars op bezoek.
28 okt.: Terugkeer naar Alexandrië.
17 nov.: Voor het laatst laat hij een gedicht drukken: ‘Dagen van 1908’.
| |
| |
| |
1933
Hij schrijft op zijn ziekbed aan ‘In de omgeving van Antiochië’. Rika laat hij gegevens opzoeken in de Bibliotheek - een notitie hieromtrent bleef bewaard.
begin apr.: Zijn gezondheidstoestand verslechtert. Hij wordt overgebracht naar het Griekse Hospitaal, nabij zijn woning. Een aantekening van Rika Singopoulou: ‘Eén keer in heel zijn vreselijke ziekte huilde Kavafis. Het was de dag dat hij naar het ziekenhuis zou gaan. We brachten een kleine koffer voor hem mee, zodat hij wat papieren mee kon nemen en wat kleren die hij wilde. Toen hij de koffer zag, barstte hij in tranen uit. We probeerden hem te kalmeren, op dit hartverscheurende moment dat hij zijn huis voor altijd verliet. Hij nam zijn bloc en schreef voor ons: Deze koffer kocht ik 30 jaar geleden, haastig op een avond, om voor mijn genoegen naar Caïro te gaan. Toen was ik gezond, jong en niet lelijk.’ Na aanvankelijke weigering kreeg hij in deze dagen het laatste sacrament toegediend.
28 april: Hij lijdt aan bloedingen.
29 april: Op zijn verjaardag, 2 uur 's morgens, sterft de dichter. Hij wordt dezelfde dag om 4 uur begraven in de familietombe op de Begraafplaats van de Griekse Gemeenschap te Alexandrië.
(Met toestemming van de auteur bewerkt door Mario Molegraaf. Maria Stasinopoulou baseerde zich voor haar oorspronkelijk in het tijdschrift Diavazo nr. 78, p. 18-34 gepubliceerde artikel voornamelijk op: Stratis Tsirkas' artikel ‘K.P. Kavafis. Schets voor een chronografie van zijn leven’, Epitheorisis Technis, 108, p. 676-706 en Robert Liddels boek Cavafy, a critical biography).
|
|