Maatstaf. Jaargang 32(1984)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] Leonard Beuger Twee gedichten Claes de Vrieselaan Zij weet nu waar hij woont, waar zulke mensen wonen: hoge huizen in een brede straat met uitzicht over bomen, veel licht - en toch zijn de details bekend. Je bent zo'n trap ook gauw gewend. Je mag wel even boven komen. En 's avonds is er aan de overkant fel neonlicht, een rode brand is om haar hoofd als hij haar opendoet. Hij denkt: Zij vindt het wel. Het staat haar goed. De koepel Deze tempel is niet nieuw. Allang gereinigd - er is geen wisselaar te zien. Er waait een schrille wind tussen de benen zuilen. Nu nog de koepel hoog en rond mariablauw geschilderd. Hij schaamt zich niet om in een rood gewaad de kaarsen aan te steken. (Waarachtigheid en liefde zijn niet cynisch. God zegene het intellect.) Vorige Volgende