Maatstaf. Jaargang 32
(1984)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |
GewaarwordingAlleen als ik staan blijf
voel ik de wind
als een boom in zijn buigen
en flarden geritsel
als water bewogen
in rimpelend licht.
Niet als ik meegaand
de wind in het zeil volg.
Alleen als ik sta
of er dwars tegenin.
| |
[pagina 34]
| |
ZaligerIk wens mij de dood niet
een langzame leegte
van weten
afweziger leven,
noch een steen mijn hart
zinkend in duister
onverhoeds
wijder golvend.
Maar mijn sterven een groeien
meelevend
onder mijn huid.
Ik wens mij de dood een gezel.
| |
PlantsoenIk zocht het onder de bomen
zomerbomen boven gras
van trage moeders de oksels
ontvingen me zoals ik was
klein gelukkig.
| |
LevenslustIk hoor er weer bij, ik zit
als een kip
op stenen eieren
en noem mijn wachten broeden.
|
|