Maatstaf. Jaargang 32(1984)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 87] [p. 87] Harry Pallemans In de kelder Ik ben niet oud, nog lang niet, maar ik dwaal toch vaak rond in de kelder van mijn ziel, om stof te blazen van een enkele mond, de wang te kleuren van een bleke tijd. Er is een hoek met allerhande troep, een stukkend land, een muffe stad, een straat die jaren op de schoorsteenmantel stond, een huis waarvan de aderen zijn verkalkt. Mijn vader heeft de dikste laag, al viel hij niet vooraan het front zoals hij ooit was voorbestemd. Hij is met leeg geweer gevonden tussen zakken kattebrood. Mijn zuster, op een bed, is oud en dun, wat ze nooit was. Haar zie ik nu en dan. ‘Je had mijn moeder kunnen zijn’ zeg ik. ‘Nu niet’ zegt ze. Zelf heeft ze niet gebaard. En jij, jij huist achter spinnewebben. Jij leeft, een lange dood van me vandaan. Ik kom niet dichter bij je blote oor dan dit. Heb jij die kat ergens gezien? Vorige Volgende