Dat is voor hun een schuiftrompet die glittert. Hoe meer schijnwerpers erop, hoe verliefder ze zijn - een totale omkering, perversie, verloedering van elke mystiek. Een natie van dronken garagehouders, schreeuwers, en binnenkort helemaal verjoodst.’ (Brieven, blz. 199)
Deze mentaliteitsverandering, deze algemene verloedering, geïncarneerd door de joden, beschouwt hij dus vooral als een bedreiging van alles wat in zijn ogen te maken had met echtheid, oorspronkelijkheid, spontaneïteit, natuurlijkheid, zoals hij die in zijn balletten probeert op te roepen.
De eigenlijke aanvallen bestaan uit talloze anecdotes, kranteknipsels, lijsten, getuigenissen, citaten, statistieken en ander ‘belastend’ materiaal, meestal vervalst of aangepast, afgewisseld met reisverslagen, kleine dialogen en kritiek op nog vele andere zaken die Frankrijk betreffen, zoals de literatuur, het onderwijs enz. Voornaamste schietschijf bij dit alles blijft de jood, in al zijn hoedanigheden. Enige lijn of samenhang zit er nauwelijks in deze aanvallen en in zijn woede spreekt de schrijver zich even zovele keren tegen. Vanaf het begin dringt Céline de lezer in een bepaalde hoek. Hij probeert hem voor zich in te nemen. Met een stortvloed van schijnbaar authentiek materiaal, lijkt hij het onmiskenbaar ‘objectieve’ bewijs in handen te hebben dat we het slachtoffer dreigen te worden van één groot internationaal complot waarbij: jood = neger = vrijmetselaar = communist = ‘ploutocraat’ = neger = jood. Maar zijn argumentatie is zo onzinnig dat van het uiteindelijke doel, de lezer te overtuigen, niets overblijft. Het is een samenraapsel van gemeenplaatsen, slechts voortkomend uit de behoefte zijn woede tot uitdrukking te brengen. Gedreven door persoonlijke rancune probeert hij door middel van overdrijvingen en grofheden het pleit voor zich te winnen.
L'école des cadavres, het tweede grote pamflet van Céline, verscheen in november 1938, zo'n twee maanden na de akkoorden van München. Door vele verwijzingen naar de actuele situatie, 146 naar politieke figuren, is L'école een gelegenheidsgeschrift met een sterk politieke inslag. Ook nu laat de schrijver zich meer door emoties meeslepen dan dat hij feiten of argumenten aandraagt. Dit keer echter geen gescheld op het Sovjetcommunisme, geen balletten, komische verhalen of romantische scènetjes. Na zijn beschuldigingen en waarschuwingen in Bagatelles, laat Céline zich in L'école leiden door een nieuwe obsessie. Was het in Bagatelles de verloedering, nu is het de dreigende oorlog. Opnieuw krijgen de joden de verantwoordelijkheid toegeschoven. Een joodse kongsie aangevoerd door Léon Blum en met steun van het ‘Front Populaire’ zou bezig zijn geweest door middel van een agressieve politiek tegenover Duitsland op een nieuwe oorlog met Frankrijk aan te sturen. Als enige oplossing om dit te voorkomen stelt Céline echter juist een stevige alliantie met Hitler voor. De tekst bevat talloze herhalingen en lijkt in grote haast geschreven. Soms borduurt Céline verder op bepaalde thema's uit Bagatelles maar overigens voegt het boek weinig toe aan het eenmaal ingenomen standpunt. L'êcole is daarom veel minder interessant dan Bagatelles. Hoe waanzinnig Céline echter ook te keer gaat, opnieuw mogen we niet vergeten dat hij waar hij het heeft over een Frans-Duitse alliantie een op dat ogenblik bijna algemeen streven verwoordt. Jacqueline Morand
benadrukt dit nog eens in haar boek Les idées politiques de Céline (1972), waarin zij op blz. 130 schrijft: ‘(...) in 1937-38, de tijd van München, staan de kranten, de weekbladen en de bioscoopjournaals bol van de oproepen tot Frans-Duitse vriendschap en van pacifistische uitspraken van de aan de macht zijnde politici’. Na München moet bij Céline ook Engeland het ontgelden. Het Amerikaanse anti-fascisme legt hij uit als pro-joodse propaganda. Opnieuw heeft het betoog van Céline geen enkele overtuigingskracht.
Dat ligt weer anders met het vierde en laatste pamflet, Les Beaux Draps, dat in 1941 verscheen. Het antisemitisme is vrijwel verdwenen en de schrijver richt zich voornamelijk tot de Fransen. Zie je wel, roept hij ze toe, het is precies zo gelopen als ik voorspeld had. Van alle boeken die Céline tot dan toe gepubliceerd had, kreeg Les