Maatstaf. Jaargang 31
(1983)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |
[pagina 56]
| |
Cellulair IIin een cel geraakt
ging ik
naakt in de tijd terug
(mens werd dier, plant, kiezel & niets)
ik kreeg het ijskoud en
kouder
tot ik Kelvin had bereikt
aan eenzaamheid van staal en steen
werd ik geijkt
blauw/zwart was mijn kleur
doch niemand opende mij een deur
naar leven of maar dood
razend schreeuwde ik om rood
| |
[pagina 57]
| |
Zeeuws meisje tweeje schreeuwde me toe
kom naar Zierikzee
waar ik nooit ben geweest
(mijn brief die ik verzond
& terugvond
adres onbekend
naast de groene brievenbus
te Zeist in een struik
totaal verregend mijn woorden
uit huilende letters)
ik dicht je toe
hoe symbolisch is alles in dit
liefdeloze leven
hoe je ooit nog eens van een dichter leest
| |
[pagina 58]
| |
Eerste seancein trance
trek ik coördinaten op papier van taal
k, l, twee maal a
maakt 'r
(je mag mij niet verlaten lier
al loopt ze nog zo ver door regenstraten
van Triëst of Turijn)
daar doemen blauwe punten op
in een ooit gedroomde ziekenzaal
een henna-kopje, een hals
ik haal een begin van borsten &
een stijve
doch ik kan te weinig lichaam schrijven
uit haar lichte naam
dit lied is al verstoord
elk volgend woord
behoort tot andere meisjes & wijven
(Uit de kleine Klaartje-cyclus)
| |
[pagina 59]
| |
L'amour à la mainKlaartje in de pen gegeven
komt nooit meer
tot leven
cri de coeur wordt
cri douleur &
neem ik vermiljoen
ik schrijf niet met haar bloed
enkel triestkleurig leven
dichter
roder woord kan zelfs haar visioen
niet doen ontvangen in mijn brein
liever liet ik dit vel onbeschreven
deze copulatie klankloos zijn en
zweeg ik als het graf
(maar hoor ik daar
een meisjesstem: ...trek je dan maar af
...ik vinger wel Klaar)
(Uit de kleine Klaartje-cyclus)
|
|