Maatstaf. Jaargang 31(1983)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Jan Kuijper Genesis 25:30 Slorpen van dat rode, dat rode daar... Daar zou ik een lief ding voor willen geven. Bij brood alleen mogen wij eeuwig leven, de priester latend het grote gebaar vers bloed van een levende middelaar, uit een verschaalde zoetheid opgeheven, tot zich te nemen en een web te weven, schering geheimenis, inslag gevaar. Ik heb gedronken en ik heb vergoten, mijn handen kleven en mijn lippen druipen Door de gemeenschap ben ik uitgestoten. De nacht ziet mij over het kerkhof sluipen om na te gaan of alles afgesloten is gebleven, voor het bloed, om te kruipen. [pagina 102] [p. 102] 1 Corinthiërs 10:12 Die meent te staan zie toe dat hij niet valle. Waar ik ook kijk, een houvast is er niet. Ik hoop maar, dat ik val in het gebied waar de luidsprekers oorverdovend schallen en waar wij lang geleden met zijn allen de kaartjes kochten. Wat je hier ook ziet, niet de anderen. Ik sta alleen. Ik bied tegenwicht aan hun honderdduizendtallen. Hoe ik hier kom - dat weet ik nu wel weer. Primaire kleuren komen mij voor ogen. 't Ging recht omhoog en even hard weer neer en toen ik wist dat het bij vrucht'loos pogen zou blijven stond ik boven in één keer. Sta ik nog steeds? Ik heb mij niet bewogen. Vorige Volgende