Maatstaf. Jaargang 31(1983)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] Anton Korteweg Halfweg Ballade Om de Ronde van Frankrijk te winnen daalde ik af in de fietsenstalling. Ik had mij verzekerd van zekere Knecht. Hij zou mij helpen, want ik moest winnen. Ik pakte mijn fiets, die van Kopman bleek. We vertrokken na enig handgemeen. Op de top, in een lijf aan lijfgevecht, overwon ik Kopman, vervolgens Knecht. Toegejuicht door wie het zagen flitste ik winnend over de streep. Bezweet, bevuild, vooral bezwaard en zeer verslagen. [pagina 99] [p. 99] Veertig Me gretig stoten aan dezelfde stenen. Onmatig in het me te buiten gaan aan broeiend hooi. Verkeerde schepen opzettelijk in vlammen op doen gaan. Dit is dan van m'n dwars, onlustig leven de eerste helft. Kan worden afgeschreven. Nog veertig stroeve jaren zijn te gaan voordat ik eindelijk word opgeheven. Als tegels Je kwetsbaar opstellen, voor alle noden open te willen staan. Na U, ik ben al lang mijn eigen wond. Ik hou me graag gesloten. Dat is ook voor mezelf 't minst ongezond. Nu ik er toch moet zijn, nog maar het liefst zo'n rijtje obligaat op 't drassig pad verspreide tegels, dat maar ligt en is. Niks opgesteld. En wie er op me stapt raakt zonder natte voeten niet op straat. [pagina 100] [p. 100] Jaren tachtig Dat nachtenlang getob over honger, neutronenbom, schrijvers en andere volk achter tralies waar het niet hoort - niets leverde het op. Dus besloten, na rijp beraad en op grond van een overdaad aan ervaring met al dat leed, slechts vragen te stellen waarop mijn bevestigend antwoord tot verlichting van eigen lot in hoge mate bijdraagt. Staat 't eten klaar? Is zij bereid? Zo ja, heerse tevredenheid. Vorige Volgende