Maatstaf. Jaargang 31(1983)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] Theodor Holman Het gokpaleis Voor Tom G. I. Er is een vreemde stad onder de grond Die gonst en bruist. Het is er altijd nacht. Steeds weer een andre hoer die naar je lacht; Ze streelt je nooit geheelde diepe wond. Hier ben je thuis. Je klok is een roulette. Een damesboezem drukt tegen je rug. Nerveus begin je hoger in te zetten. Verlies! Je kent hier niet de weg terug. Je kwam hier via putten en riolen. - Wat hield je van dat stinkend labyrinth - Ik wou dat je het nooit gevonden had. Verlies alweer! Je fiches zijn gestolen. Je ziet het niet. Je bent hier stekeblind, En schuifelt weg. Je schuifelt als een rat. [pagina 94] [p. 94] 2. De kaarten zijn geschud; je mag ze zien. Verlies en winst tussen twee dode kleuren. Kon je je bankbiljetten maar verscheuren: Vandaag valt ‘dood’ steeds op een kale tien. Eens rammelden je fiches als applaus En boog men diep als je naar buiten ging. Men buigt nu dieper: 't is een marteling. Gestaag verlies krijgt thans zelfs iets vertrouwds. Dood is verlies. Winst geeft het leven zin. Je was te lang zonder betekenis. - Je levert weer een stapel fiches in - Je kent de loop van de geschiedenis: Je bent gedoemd om straks de grote stukken Stront van je eigen lichaam af te plukken. 3. Vandaag heb je een grootse klap gemaakt. Je liet de banken, tafels, stoelen springen! Het geld begon je lieflijk toe te zingen. In één keer heb je alles diep gewraakt. En je gezicht, dat je destijds verloor, Zwol op van stoere trots en opwinding. En zelfs je meterslange rekening Voldeed je kalm en in één moeite door. Dit is puur geluk, dit is niet te geloven! In één keer ben je alles weer te boven. Je eet wat bankbiljetten aan 't ontbijt Met grove onbehouwen gulzigheid. Zo moet en zal het een keer gaan. Zo moet en zal het één keer gaan. Vorige Volgende