Maatstaf. Jaargang 31(1983)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] J. Eijkelboom Dorp in Noord-Frankrijk Het over leem en steen gewalste asfalt wordt door de modder weer een landweg, bandenprofiel is bijna karrespoor. Zo glijden wij terug naar vroeger, naar koesterende warmte van lang geleden kou, comfort van ongemak. De zelfs in regen schitterende haan haalt op zijn mesthoop de vergane glorie van warme zomers op, de hofhond daarentegen herinnert ons aan kinderangst. Het loeien van bezorgd bijeengekomen koeien duurt, ook hier, het langst. * Slagveld van slakken is nu de natte heuvelrug. Liever had ik hitte die in de berm zaaddoosjes tot ontploffing bracht toen iemand riep: hoe lang nog eer we weer thuis en in de schaduw zijn. Liever nog, toen alleen de leeuwerik en ik daar waren. Hij als een stip in 't blauw, ik levensgroot op aarde. [pagina 65] [p. 65] A nos glorieux morts Het schooltje is allang gesloten, vervallen en weer opgeknapt door wie er in vakanties wonen. De bakker komt nog loeiend langs, het raadhuis gaat nog open als er wordt zakgelopen op 't stoffig plein voor de mairie, wanneer een kleine tricolore de tijd van 't jaar aangeeft. Van een verlaten huis zakt eerst het dak en dan een zijwand in. Er wordt hier nooit wat afgebroken. En de soldaat verschiet van kleur: zijn ijzer raakt niet aangevreten, wordt nu en dan met verf bestreken. De laatste keer was het pauwblauw. De nacht zag er misschien zo uit toen hij dichtbij te velde lag op zijn nog gave rug. Het past ook bij de sierlijk opgeslagen panden van zijn solide, als gegoten jas. Hij leunt op zijn geweer als op een spa. Onder de kolf haalt op het voetstuk Labroche Octave de eeuwigheid en met hem nog acht namen. De oogst was schraal, zelfs voor zo'n nietig dorp. Toch haalt het nog de tien met Bador Jules, victime civile. Vorige Volgende