| |
| |
| |
F.L. Bastet Al die verloren paradijzen... (2)
23. Louis Couperus aan Emma Garzes, 8 Via de'Martelli, Firenze
Rome
Pension Hallier
Fontanella Borghese
Vendredi
Très chère Amie.
Ma pensée, étant continuellement remplie et obsédée de la grande douleur, qui vous a frappée, je me permets - ce triste jour de pluie et de scirocco - de venir encore une fois auprès de vous. C'est pour vous dire que tous les deux, Betty et moi, nous pensons beaucoup à vous, avec toute l'amitié, que nous avons senti se developper pour vous et votre chère Mère dans nos coeurs. Et c'est pour vous dire encore, que si jamais vous sentez le désir de fuir Florence, il serait avec toute notre amitié que nous tâcherions de consoler votre grande douleur, si vous pourriez nous rejoindre. Je présume, que vous n'êtes plus Via Martelli; nous nous imaginons, que vous avez rejoint votre soeur - Mme Rossi -; quant à nous, nous resterons longtemps à Rome - peut-être tout l'été, à part un moment de villigiature dans les montagnes; nous avons l'intention d'aller en Egypte en Novembre.
Ainsi, chère Amie, si vous pourriez, avec Bona, nous rejoindre peut-être à Rome, nous serions très heureux d'être avec vous. Cette pension allemande est très bonne, on paye fr. 8.50; et si cela vous serait pénible, de prendre les repas dans la salle à manger, on pourrait nous servir - à nous quatre - à part, dans un petit salon.
Quand à nous, nous ferions tout le possible de vous entourer de notre amitié sincère et profonde; soyez sûre, que votre arrivée serait un grand bonheur pour nous.
Betty me prie de vous dire mille choses de sa part; veuillez dire, je vous prie, à Mme Rossi et les siens la grande part, que nous prenons dans le deuil terrible, qui vous a tous frappé.
A vous sincèrement
Votre ami dévoué
Louis Couperus
Liefste vriendin.
Mijn denken onophoudelijk vervuld van en geobsedeerd door het grote leed, dat U getroffen heeft, sta ik mijzelve toe - op deze treurige dag van regen en van scirocco - nogmaals bij U te komen. Het is om U te zeggen dat wij allebei, Betty en ik, veel aan U denken, met alle vriendschap, die wij gevoeld hebben dat zich in onze harten ontwikkelde voor U en Uw lieve Moeder. En het is om U nogmaals te zeggen, dat indien Gij ooit het verlangen gevoelt Florence te ontvluchten, het met al onze vriendschap zou zijn zo wij zouden trachten Uw grote leed te troosten, mocht Gij bij ons kunnen komen. Ik vermoed dat Gij niet meer in de Via Martelli zijt; in onze voorstelling hebt U zich bij Uw zuster gevoegd - Mevrouw Rossi -; Wat ons betreft, wij blijven lange tijd te Rome - wellicht de gehele zomer, afgezien van een ogenblik van vacantie buiten in de bergen; wij hebben het voornemen in November naar Egypte te gaan.
Dus, lieve vriendin, indien Gij, met Bona, U misschien bij ons kunt voegen te Rome, zou het ons zeer tot blijheid stemmen met U samen te zijn. Dit Duitse pension is heel goed, de prijs is fr. 8,50; en indien het bezwaarlijk voor U zou zijn de maaltijden in de eetzaal te gebruiken, zou
| |
| |
men ons afzonderlijk kunnen bedienen - ons vieren alleen -, in een kleine salon.
Wat ons betreft, wij zouden al het mogelijke doen om U te omringen met onze oprechte en diepe vriendschap; wees er zeker van, dat Uw komst voor ons een groot geluk zou betekenen. Betty verzoekt mij U duizend groeten harerzijds over te brengen; wees zo goed, als ik dat mag vragen, aan Mevrouw Rossi en wie haar lief zijn te zeggen hoezeer wij deelnemen in de verschrikkelijke rouw, die U allen getroffen heeft.
Uw in alle oprechtheid U toegewijde vriend
Louis Couperus
Ongedateerde brief. Poststempel 22.2.11.
De hier door Couperus genoemde Ida Rossi was de moeder van Mario Rossi, Emma's neef die wij al een paar keer ontmoet hebben. - Wat zijn plannen voor Egypte betreft, die zijn nooit gerealiseerd. Hij heeft slechts in de geest de reis gemaakt: het werd het verhaal Antiek Toerisme, 1911. Hij is het plan overigens blijven koesteren, maar toen hij er eenmaal het geld voor had, kwam de wereldoorlog tussenbeide. Meer dan Port Said en het Suezkanaal heeft hij niet gekend.
| |
24. Louis Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
Albergo Cappello Nero
Venezia.
Chère Amie.
C'était une joie pour nous de recevoir votre carte et d'apprendre que vous allez mieux. Je vous envoie un Doge, pour vous apporter tous nos voeux de Buona Pasqua. Avouez que je fais bien les choses et admirez la beauté mâle et séduisante de mon embassadeur!! A la Casa Fontana on demandait très cher pour un appart: plus que modeste: au ‘Chapeau Noir’ nous avons une chambre ‘matrimoniale’ mais convenable et nous mangeons au restaurant; ça revient à une pension de 10 frs. Venise est affolée; beaucoup de monde; on prépare des fêtes superbes. Toute la Piazza sera soulignée de lignes de feux électriques!! Betty vous envoye un baiser et croyez moi
votre devotissimo
L.C.
Lieve vriendin.
Het was een vreugde voor ons Uw briefkaart te ontvangen en te vernemen dat het U beter gaat. Ik zend U een Doge, om U al onze wensen over te brengen voor Vrolijk Paasfeest. Geef toe dat ik de dingen goed doe en bewonder de manlijke en verleidelijke schoonheid van mijn ambassadeur!! In de Casa Fontana vroeg men zeer veel voor een meer dan bescheiden appartement: in de ‘Zwarte Hoed’ hebben wij een kamer met dubbel bed maar geschikt en wij eten in het restaurant; dat komt neer op een pensionprijs van 10 frs. Venetië is helemaal dol; veel mensen; er worden schitterende feesten voorbereid. Van de gehele Piazza zullen de lijnen worden geaccentueerd door reeksen electrische lichtjes!! Betty zendt U een kus en geloof mij
Uw zeer toegenegen
L.C.
Prentbriefkaart. Poststempel 6.4.12.
Terug van een Siciliaanse reis, maakte Couperus te Venetië de feesten mee naar aanleiding van de weer opgerichte - eerder ingestorte - Campanile op Piazza San Marco. Een en ander is door hem beschreven in de schets Terug in Venetië, verschenen in Het Vaderland van 27 april 1912. Later gebundeld in Sicilië, Venetië, München (Van en over alles en iedereen iii) 1, 35 e.v.
| |
25. Louis Couperus aan Bona Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
Nous languissons vers vous: venez-vous prendre le thé demain? Il y aura des sandwiches soignés par
Gigi
Wij smachten naar U: komt U morgen thee drinken? Voor sandwiches zal gezorgd worden door
Gigi
Onbedrukt visitekaartje. Op de enveloppe in potlood: 16.3.13.
Het kleine en onbeduidende kaartje is Couperus' laatste bewaarde levensteken, uit het Palazzo Niccolini gezonden aan zijn Florentijnse vriendinnen.
| |
| |
Twee dagen eerder had hij aan zijn uitgever geschreven: ‘Wij vertrekken Maandag a.s. plotseling naar Barcelona.’ Daarmee begon de grote Spaanse reis, gemaakt op uitnodiging van Orlando, die kort daarop uit Zuid-Amerika terugkwam en in Barcelona debarkeerde.
| |
IV
Het is nauwelijks aan te nemen dat Louis Couperus of zijn vrouw niet ook tijdens de reis door Spanje met Orlando, die bijna drie maanden geduurd heeft, van tijd tot tijd eens aan Emma en Bona geschreven zouden hebben. Maar zo die brieven of kaarten er ook geweest mogen zijn, ze ontbreken ten enenmale. Zijn ze later uit de collectie gelicht omdat Orlando - vermoedelijk immers identiek met Emma's broer Giulio, die het bête noire van de familie was en veel van hun geld heeft verteerd - de reis meemaakte en betaalde? Het blijft een, niet eens erg goed verdedigbare, veronderstelling. Ook uit München, waar Couperus de volgende vier maanden gebleven is, en waar Elisabeth een zware, en dure, operatie heeft moeten ondergaan, zijn geen brieven bewaard, behalve aan Veen.
Eind oktober 1913 is het echtpaar weer terug in Florence, als altijd in het Palazzo Niccolini. Aan Veen schreef Couperus: ‘In Florence hebben wij twee groote kamers in ons oude pension zoo waar zelf gemeubileerd met onze meubels en dat is ons home; anders hebben wij niet: menschen, wie het reizen en trekken in het bloed zit en geen kinderen hebben, hebben meer niet noodig...’. Daar hervatte hij het oude leventje, zoals ook Maurits Wagenvoort dat beschreven heeft in zijn boek De Vrijheidzoeker, 1930, 315 e.v. Wagenvoort was in Florence zelf gewend 's morgens te werken, 's middags te lezen en tegen zonsondergang lange wandelingen van een paar uur te maken. Hij en Couperus ontmoetten elkaar meestal tegen zes uur op de Piazza Vittorio Emanuele. Wagenvoort, die artikelen schreef onder de schuilnaam Peregrinus, vertelt: ‘Haast elken dag een kwartier genoot deze dus het geestige gezelschap van den geestigsten causeur van zijn land, wiens kennis der Romeinsche en Grieksche Oudheid hij bewonderde.’ ‘Maar ook het moderne leven van Italië kende hij [Couperus] goed, en wijl hij in “Peregrinus”, althans in dit opzicht, zijn gelijke vond, hadden de twee in het kwartiertje, dat zij elkaar “in piazza” plachten te ontmoeten, soms een pret, dat Louis, die zijn spreken wel wat vaak doorspekte met Fransche uitdrukkingen, eens lachtend uitriep: “cher ami, je schept den room van mij af!”’
Wagenvoort moest een operatie ondergaan: ‘Hier denkt hij met dankbare herinnering aan het feit, dat Louis en Betty niet enkel geestelijk hoog staande vrienden bleken, doch ook aan een ziekbed hartelijke menschen. Beiden kwamen den zieke in de kliniek bezoeken, en Louis haalde hem er uit om hem naar zijn woning terug te brengen.’
Over de dames Garzes zwijgt Wagenvoort in alle talen, en helaas ook over Orlando. Zo iemand, dan had hij degene kunnen zijn die ons meer over deze mensen had kunnen vertellen. Misschien heeft het hem echter weinig geïnteresseerd. Hij dacht aan heel andere dingen. Op 9 januari 1914 deelde Couperus aan zijn uitgever mee: ‘Maurits Wagenvoort zoû lust hebben een paar van mijn romans te “verfilmen”, om samen mede te dingen naar de prijs van Cines. Wie weet hoe een koe een haas vangt. (...) Wie weet, misschien winnen wij wel de hoofdprijs van f 25.000!!!’ Het geld vond Couperus ongetwijfeld niet het minst interessante aspect van het experiment, dat natuurlijk nooit gerealiseerd is. Is het mogelijk dat wij in de figuur ‘Jan’, met wie Couperus in zijn schetsen herhaaldelijk goedmoedig de spot drijft - een deeltje zal zelfs de titel Jan en Florence krijgen - een sterk gechargeerde Wagenvoort moeten zien? In februari 1914 droeg hij deel iv van de vijf bundels Van en over Alles en Iedereen op: ‘Aan mijn vriend “Jan”.’ De plaatsing van de aanhalingstekens doet vermoeden dat de naam weliswaar een fictie was, maar de vriend misschien toch niet helemaal, hoe karikaturaal hij er soms ook afkomt.
Op 1 april 1914 vertrok Couperus naar Rome. Zonder zijn vrouw. Dit is merkwaardig, want een grote uitzondering, zelfs in aanmerking genomen dat Elisabeth wellicht nog niet goed was
| |
| |
aangesterkt. Hij gaat daar volgens Elisabeth ‘...een beetje ...vagabondeeren...’, en is er vermoedelijk ruim anderhalve maand gebleven. Over de dames Garzes horen wij overigens nog steeds niets. Het is een van de vele onduidelijke perioden in Couperus' leven. In mei is hij daarna met Elisabeth weer naar München gegaan.
Daar werden zij door het uitbreken van de wereldoorlog overvallen. Begin September zijn zij teruggekeerd naar Florence, om in het begin van 1915 naar Nederland te repatriëren. Over de laatste maanden in Florence schreef Couperus in De Terugkeer: ‘Dit jaar, dat het Bosch van Heimwee gewassen was om winterig, mistig Florence, bleef de gegane vriendschap zoo ver, aan de andere zijde der oceaan, waarover de oorlog woedt. Dit jaar, misschien voor het eerst, heb ik mij vreemdeling en verlaten gevoeld in Italië.’ - Een verslaggever deelde in Het Vaderland van 3 februari 1915 mee, dat Orlando zich in Zuid-Amerika bevond. Wederom in Zuid-Amerika, moeten wij dus zeggen, want in 1913 was hij vandaar naar Barcelona gevaren om met het echtpaar Couperus de Spaanse reis te maken. Meer dan dit weten wij niet. Er blijft veel te raden.
Couperus' meubels waren in Florence gebleven, en Emma Garzes zou er voor zorgen. Dat blijkt althans uit de correspondentie, die van Den Haag uit hervat werd. De grote lacune in deze briefwisseling, juist in zo'n belangrijk tijdsgewricht, kan nauwelijks op toeval berusten. Wat er in 1913 en 1914 is voorgevallen, blijft een mysterie. Orlando lijkt er echter een zekere rol in gespeeld te hebben. Vergissen wij ons niet, dan zal een belangrijk deel van de brieven die aan de tweeënzeventig ontbreken vermoedelijk toch juist uit deze jaren dateren. De reeks die vervolgens uit Nederland weer bewaard is, vertoont namelijk een tamelijk coherent beeld en doet niet veronderstellen dat er tussen 1915 en 1918 veel essentieels ontbreekt.
Hoe moeilijk de oorlogsjaren voor Couperus geweest zijn is intussen genoegzaam bekend. Deze brieven spreken wat dit betreft een overduidelijke taal, die alleen hier en daar om een nader commentaar vraagt. Couperus heeft geld moeten verdienen met het geven van lezingen, het schrijven van artikelen voor Het Vaderland en de nog jonge Haagsche Post, en dan natuurlijk vooral met nieuwe romans. Zijn eigen tijd vond hij niet de moeite waard. Hij troostte zich met de creatie van grote historische werken: De Komedianten, Xerxes en Iskander zijn mijlpalen in zijn toch reeds zo imposante oeuvre geworden.
| |
26. Louis Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
's-Gravenhage Je vous suis reconnaissant pour les journaux italiens. Ne nous oubliez pas! Après une série d'invitations et de ‘théâtre’, nous prenons un peu de repos, mais la semaine prochaine est très remplie.
Je mène de travailler un peu...
Très à vous
Gigi
Ik ben U erkentelijk voor de Italiaanse couranten. Vergeet ons niet! Na een reeks van uitnodigingen en ‘theater’ voorstellingen, nemen wij een weinig rust, maar de volgende week is zeer gevuld.
Ik tracht een weinig te werken...
Uw zeer genegen
Gigi
Prentbriefkaart. Poststempel 26.2.15.
| |
27. Louis Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
Chère Amie.
Je vous envoie notre plus cher souvenir avec ces cartes plus ou moins ‘royales’... Merci toujours pour les journaux. Comment allez-vous après la fugue à Rome et cosa farà l'Italia?
Comptez-vous venir içi pour l'été? Ce serait charmant, mais je n'ose pas l'espérer. Nous voilà au sein de la. ‘Famiglia des Amis’ et des Relations. Diners et theâtre, à n'en pas finir! un peu trop, si vous me le demandez sincèrement. Mais pour Betty c'est très bien, car vraiment le dernier temps, à part votre chère amitié, elle avait peu en Italie. J'ai recommencé mes feuilletons au Vaderland avec Le Retour (De terugkeer) un peu
| |
| |
sentimental et... fantastique. Si seulement, après l'été, je pourrai écrire un autre Retour (en Italie) je serai content, car... vous le savez bien. Mille choses de Betty que j'ai laissé aller avec ma soeur a une Fete de Bienfaisance, car à côté du luxe il y a beaucoup de misère...
Ecrivez-nous un mot.
Bacio los pies a Usted,
Gigi
Lieve vriendin.
Ik zend U onze allerhartelijkste herinnering met deze min of meer ‘koninklijke’ briefkaarten... Dank als steeds voor de couranten. Hoe maakt U het sinds U naar Rome gevlucht bent en wat gaat Italië doen?
Hebt U het voornemen hier te komen voor de zomer? Het zou charmant zijn, maar ik durf het niet te hopen. Daar zijn we nu dan in de schoot van de ‘familie der vrienden’ en der kennissen. Diners en theater, het houdt niet op! Een beetje te veel, als U het mij eerlijk vraagt. Maar voor Betty is het heel goed, want werkelijk, de laatste tijd, afgezien van Uw lieve vriendschap, had zij weinig in Italië. Ik ben opnieuw begonnen met mijn feuilletons in Het Vaderland, met De Terugkeer, een beetje sentimenteel en... fantastisch. Indien ik na de zomer maar over een andere Terugkeer kan schrijven [naar Italie] zal ik tevreden zijn, want... U weet het wel. Duizend groeten van Betty, die ik met mijn zuster naar een weldadigheids-feest heb laten gaan, want terzijde van de weelde is er veel ellende... Schrijf ons een woordje.
Ik kus Uedele de voeten,
Gigi
Vier ongedateerde prentbriefkaarten met als afbeeldingen: Koningin Wilhelmina, Prinses Juliana als kind, Walcheren en Volendam. Daar de schets De Terugkeer in Het Vaderland van 6 maart 1915 verschenen is, moet de brief vermoedelijk begin maart gedateerd worden.
| |
28. Louis Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
's-Gravenhage
Ich hoffe dasz Sie unsere Briefe bekamen. Wir bekamen die Bücher, die Sie uns schickten; vielen, vielen Dank. Schreibe uns schnell und tausend Grüsze.
Gigi
Ik hoop dat U onze brieven gekregen hebt. Wij ontvingen de boeken, die U ons zond; veel, veel dank. Schrijf ons vlug en duizend groeten.
Gigi
Prentbriefkaart. Poststempel 14.3.15.
| |
29. Louis Couperus en Elisabeth Couperus-Baud aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
's-Gravenhage
Perchè mai più una lettera? Soltanto i giornali... Grazie, ma non bastano... Una lettera, una lettera...
Gigi, Bettina
Waarom nooit meer een brief? Alleen maar de couranten... Dank, maar die zijn niet genoeg... Een brief, een brief...
Gigi, Bettina
Prentbriefkaart. Poststempel 16.4.15
| |
30. Louis Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
Chère Madame et Amie.
Chaque jour j'ai l'idée de vous écrire une lettre et je n'y parviens pas à cause de la grande tristesse qui remplit mon coeur. J'admire votre enthousiasme et vous savez que, aimant l'Italie comme ma seconde patrie, mes voeux vont vers elle. Quand est-ce que nous reverrons tout ce que nous aimons là-bas... Il ne faut pas y penser. L'Avenir, c'est le grand Sphinx... Pour le moment nous sommes tranquilles, içi, parmi les nôtres, dans un pays, qui est le nôtre. Je tâche d'oublier en faisant mes conférences, qui ont du succes J'ai lu Psyche, Herakles, les Filsdu Soleil
| |
| |
et l'Infortune à la Haye, Amsterdam, Delft et Groningue.
Voulez-vous avoir la grande bonté de vous occuper de nos petites possessions chez Sestini, de payer quand il le faut, et de nous écrire alors un petit mot?? Nous vous ferons parvenir alors ce que vous aurez dépensé pour nous. Betty a reçu les deux livres; les journaux sont toujours les bienvenus et aujourd'hui nous recevions votre lettre. Ecrivez-nous souvent. Nous pensons souvent à Mme Duse, espérant qu'elle n'a pas de soucis. Faites-lui part de nos très affectueuses pensées pour elle. Envoyez-nous quelquefois des nouvelles. Où est Mario? Et croyez, Chère Amie, au très grand sentiment d'amitié, que tous les deux, nous sentons pour vous. J'espère que Bona va mieux.
Dites à tous les amis de là-bas que nous leur souhaitons tout le bien possible et soyez embrassée par nous deux.
Louis Couperus
Achter op de enveloppe, in Couperus' handschrift, de voor de oorlogspost bedoelde vermelding: ‘Lettre écrite par un Hollandais à une Italienne.’
Lieve Mevrouw en Vriendin.
Iedere dag heb ik het voornemen U een brief te schrijven, en ik kom er niet toe ten gevolge van de grote droefheid die mijn hart vervult. Ik bewonder Uw enthousiasme en U weet dat mijn wensen, daar ik Italië liefheb als mijn tweede vaderland, er naar toe gaan. Wanneer zullen wij alles wat wij daarginds liefhebben terugzien... Men moet er niet aan denken. De Toekomst is de grote Sphinx...
Voor het ogenblik zijn wij rustig hier tussen de onzen, in een land dat het onze is. Ik tracht te vergeten terwijl ik mijn lezingen houd, die succes hebben. Ik heb Psyche voorgelezen, Herakles, De Zonen der Zon en De Ongelukkige in Den Haag, Amsterdam, Delft en Groningen. Wilt U de grote goedheid hebben zorg te dragen voor onze kleine bezittingen bij Sestini, te betalen als het nodig is, en ons dan een woordje te schrijven? Wij zullen U dan doen toekomen wat U voor ons hebt uitgegeven. Betty heeft de twee boeken ontvangen; de couranten zijn altijd welkom en vandaag ontvingen wij Uw brief. Schrijf ons dikwijls. Wij denken vaak aan Mevrouw Duse, met de hoop dat zij geen zorgen heeft. Maak haar deelgenoot van onze zeer hartelijke gedachten aan haar. Zendt ons nu en dan eens nieuws. Waar is Mario? En lieve vriendin, geloof in het zeer grote gevoel van vriendschap dat wij allebeide voor U koesteren. Ik hoop dat het met Bona beter gaat.
Zeg aan alle vrienden dat wij hun alle goeds toewensen dat mogelijk is en wees omhelsd door ons tweeen.
Louis Couperus
Ongedateerde brief. Poststempel 1.6.13. Achter op de enveloppe: ‘Brief door een Hollander geschreven aan een Italiaanse dame.’
De fragmenten die Couperus hier noemt - uiteraard immers een keuze uit de teksten - heeft hij bij herhaling gekozen. Later if het repertoire van zijn lezingen aanmerkelijk uitgebreid. - De meubelen waren in Florence niet in het Pension Rochat gebleven, maar natuurlijk zolang opgeslagen. Emma zou het magazijn, Sestini, betalen. - Uit de brief blijkt verder dat Emma hem waarschijnlijk groeten van Eleonora Duse heeft overgebracht, aan wie Couperus goede herinneringen bewaarde. In een veel latere, niet volledig gepubliceerde brief van Elisabeth aan Mevrouw Van Woudenberg te Rome wordt nog een bezoek vermeld dat de grote Italiaanse actrice eens aan het echtpaar in het Palazzo Niccolini is komen brengen. Bij die gelegenheid werdgefantaseerd over opvoeringen van o.a. Psyche, in een Tempel van Schoonheid. - Mario was ongetwijfeld onder de wapenen.
| |
31. Louis Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
Chère Amie.
Voici la Salle des Chevaliers (ancien Palais des comtes de Hollande, où maintenant la Reine ouvre le Parlement). Comment allez-vous? Quant à nous, la vie est très occupée, les invitations pleuvent, enfin, on est très gentil. Merci pour tous vos envois. Pour tout ce que votre amitié
| |
| |
fait pour nous. Souvenirs a tous les amies et au revoir au printemps (...?...).
Gigi
Lieve vriendin.
Dit is de Ridderzaal (vroegere Paleis der graven van Holland, waar thans de Koningin het Parlement opent). Hoe maakt U het? Wat ons betreft, het leven is zeer bezet, het regent uitnodigingen, kortom, men is erg lief. Dank voor al Uw zendingen. Voor al wat Uw vriendschap voor ons doet. Souvenirs aan alle vrienden en tot ziens in het voorjaar (...?...)
Gigi
Ongedateerde prentbriefkaart. Afgebeeld is de Ridderzaal in Den Haag. Gezien de afbeelding, kan de kaart in September geschreven zijn. Daarde inhoud de indruk wekt dat de Couperussen nog steeds overal worden ‘ingehaald’, is 1915 het waarschijnlijke jaar..
Indien dit de juiste datering is, dan is dit tevens de eerste kaart die Couperus van uit zijn nieuwe huts aan de Hoogewal 2 naar Florence heeft gestuurd. Een adreswijziging moet in elkgeval los verzonden zijn. Op 16 august us 1915 heeft Couperus er zijn intrek genomen. Het huis wordt in de hierna volgende brief tame Itjk uitvoerig beschreven, zodat wij een goede indruk krijgen hoe hij daar woonde. Het huis is bovendien onderwerp van een zeer mooie schets, Over mijn Woning, op 11 September 1915 in Het Vaderland verschenen (gebundeld in Wreede Portretten, 92 e.v.). Dat feuilleton heeft als ondertitel ‘Fragment’ uit een brief. Daar de inhoud zeer duidelijk naar Orlando en naar Florence verwijst, zien wij hier merkwaardigerwijze hoe zowel ‘Elettra’ (in een brief) als ‘Orlando’ (quasi in een brief; misschien ook in werkelijkheid; Orlando verbleef immers in Zuid-Amerika) optimaal over het nieuwe huis worden ingelicht.
| |
32. Louis Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
La Haye
2 Hoogewal.
10.x.xv
Très chère Amie.
Nous venons de recevoir votre lettre; je crois, que nous avons reçu maintenant toutes vos lettres et cartes: heureusement! Merci, que vous vous occupez de nos meubles; des amis influents s'en occupent içi aussi, mais tout de même je crois, que ce serait très difficile de les avoir içi et nous ne voulons pas forcer le démenagement; si les difficultés seront insurmontables, nous nous résignerons et toutes nos affaires resteront en Italie, en attendant les temps meilleurs... Cependant nous avons installé a peu près notre home; c'est très joli, mais tout est neuf, sauf les photographies d'Italie, que j'ai laisse encadrer et qui me rappellent le pays adoré et abandonné... O, si vous saviez la nostalgie, qui me vainct quelquefois, les nuits d'insomnie...! Cependant, je ne puis pas me plaindre; c'est bon d'être de retour dans la Patrie, où je suis aimé, connu, fêté... presque trop quelquefois, pour ma nature, que vous connaissez plûtot comme celle, d'un bohémien, qui aime à passer inaperçu. On nous gâte beaucoup; nous recevons des cadeaux, presque comme si nous nous marions!! Cependant la vie est très chère (et tout ce qu'on achete aussi). Mais je gagne assez d'argent avec mes conférences, plûtot ‘lectures’ de fragments de mes oeuvres; je fais organiser ces lectures dans tout le pays - Amsterdam, Haarlem, Zélande, etc. - et elles ont vraiment beaucoup de succès, ce qui me doit consoler pour beaucoup de choses... Notre vie est très mouvementée et mondaine: theâtre, concerts, soupers... j'espère, que cela ne sera pas trop pour ma chère Bettina; le Hollandais, quoique très serieux, surtout dans ces temps -
notre Reine est admirable! - aime (à la Haye) la vie mondaine, et nous avons autour de nous des amis artistiques très agréables, à part la famille, qui est très nombreuse...
Mais, quelquefois, chère Amie... il me semble qu'une periode de ma vie est close: celle de ma pauvre jeunesse, à laquelle je tenais trop peut- | |
| |
être, avec trop de vanité féminine... et que, choyé comme l'Auteur et le Maître, je me fais vieux, vieux, vieux...
Oui, je pense quelquefois à ce vieux palais, que j'ai aimé comme le mien - le grand escalier, Antonio, nos chambres, le jardin, ...que j'aimais tant... Tout cela, c'est le passé; la vie se précipite en avant... et quel avenir sera le nôtre...? Je ne suis pas fait pour vieillir et j'ai peur pour le grand âge... Je suis heureux d'apprendre que vous êtes plein de courage, que les votres vont bien; je pense tant de fois à Mario et à d'autres jeunes gens que je connais et mon coeur se serre... Je pleure quelquefois comme un enfant, à cause du temps, du monde, de l'Humanité... Quand reverrai-je Rome, Florence... et vous autres...!! Je vous envoie un petit plan de notre maison, située dans le centre; c'est au dessus d'un tailleur, la porte est petite, l'escalier... pas celui du Palais Niccolini, mais une fois arrivé à l'étage, je dirai nobile, parceque dans ce pays nous avons beaucoup d'étages et d'escaliers, c'est très bien et nos amis nous disent que dans ces deux mois nous avons déjà créé un intérieur artistique et comfortable... Mais tout est neuf, et it me manque mes vieux souvenirs! Et mes livres!! Et tànt de choses: le joli portrait de ma mère.
Voici:
| |
| |
Vous voyez la maison est grande, elle est très agréable et fraîche; espérons qu'elle sera pour nos vieux jours; Betty n'y croit pas et sourit... Chère Amie, je finis: je suis content d'avoir pu trouver ce moment calme pour vous écrire; Betty dort (3 heures, après-midi, Dimanche) après un souper chez nous, qui a duré presqu' à 21/2 heures! Souper après le 1r Concert Mengelberg, notre grand Mengelberg, si apprécié à Rome... Demain, lecture à Haarlem (je lis Psyché); tout à l'heure un thé charmant chez une dame russe, habitant la Hollande depuis 30 ans et connaissant la langue dans toutes les finesses... Le grand roman, que j'ai en tête... quand est-ce que je pourrais l'écrire! Peut-être qu'il serait trop douloureux... Cependant je travaille beaucoup: feuilletons etc. J'ai traduit Chanteclair pour le théâtre! Enfin, en voilà assez.
Nous vous aimons, chère Amie, au revoir un jour. Dites toute ma nostalgie, tout mon amour immense à votre ville, à votre pays et ne nous oubliez pas.
Votre Luigi
Le 1r Novembre je n'enverrai pas de fleurs à la petite Chapelle mais je penserai à vous, à vous tous et à votre Mère adorée...
Liefste Vriendin.
Wij hebben juist Uw brief ontvangen; ik geloof, dat wij nu al Uw brieven en kaarten ontvangen hebben: gelukkig! dank U, dat U zich met onze meubels bemoeit; vrienden met invloed bemoeien er zich hier ook mede, maar desalniettemin geloof ik, dat het zeer moeilijk zou zijn ze hier te krijgen en wij willen de verhuizing niet forceren; als de moeilijkheden onoverkomelijk zijn, zullen wij ons daar bij neerleggen en al onze bezittingen blijven dan in Italië, in afwachting van betere tijden... Inmiddels hebben wij zo ongeveer ons home ingericht; het is heel aardig, maar alles if nieuw, behalve de foto's van Italië, die ik heb laten inlijsten en die mij het aanbeden en verlaten land in herinnering brengen... O, als U wist van het heimwee, dat zich soms van mij meester maakt, in de nachten van slapeloosheid...! Toch, ik mag mij niet beklagen; het is goed weer terug te zijn in het vaderland, waar men mij bemint, kent, en fêteert... soms bijna te veel, voor mijn aard, die gij kent als meer die van een bohémien, die het prettig vindt onopgemerkt voorbij te gaan. Men verwent ons zeer; wij krijgen geschenken, bijna alsof wij met elkander trouwen!! Het leven is echter zeer duur (en alles wat men koopt evenzeer). Maar ik verdien genoeg geld met mijn voordrachten, of liever ‘lezingen’ van fragmenten uit mijn werken; ik laat deze lezingen organiseren door het hele land heen - Amsterdam, Haarlem, Zeeland, etc. - en zij hebben werkelijk veel succes, wat mij troosten moet voor vele dingen... Ons leven is zeer afwisselend en
| |
| |
werelds: theater, concerten, soupers... ik hoop, dat dit niet te veel zal zijn voor mijn lieve Bettina; Hollanders, hoewel zeer ernstig, vooral in deze tijden - onze Koningin is bewonderenswaardig! - houden (in Den Haag) van uitgaand leven, en wij hebben om ons heen zeer plezierige artistieke vrienden, afgezien van de familie, die heel talrijk is...
Maar soms, lieve Vriendin... schijnt het mij toe dat er een periode van mijn leven is afgesloten: die van mijn arme jeugd, waar ik misschien te veel aan hing, met te veel vrouwelijke ijdelheid... en dat ik, gevierd als de Auteur en de Meester, bezig ben te worden oud, oud, oud... Ja, soms denk ik aan dat oude paleis, dat ik bemind heb als ware het mijn eigen - de grote trap, Antonio, onze kamers, de tuin, ...waar ik zoveel van hield... Dat alles, dat is het verleden; het leven stort zich voorwaarts... en welke toekomst zal ons deel zijn...? Ik ben er niet voor gemaakt om oud te worden en ik ben bang voor de oude dag... Ik ben blij te vernemen dat ge vol moed zijt, dat het de Uwen goed gaat; ik denk zo dikwijls aan Mario en aan andere jonge mensen die ik ken en mijn hart krimpt ineen... Ik schrei soms als een kind, om de tijd, de wereld, de mensheid... Wanneer zal ik Rome weerzien, Florence... en Ulieden...!!
Ik zend U een kleine plattegrond van ons huis, gelegen in het centrum; het bevindt zich boven een kleermaker, de deur is klein, de trap... niet die van het Palazzo Niccolini, maar is men eenmaal boven gekomen, laat ik zeggen op de piano nobile, want in dit land hebben wij vele verdiepingen en trappen, dan is het heel aardig en onze vrienden zeggen ons dat wij ons in deze twee maanden reeds een artistiek en comfortabel interieur hebben weten in te richten... Maar alles is nieuw, en ik mis mijn oude herinneringen! En mijn boeken!! En zovele dingen: het aardige portret van mijn moeder...
Hier is het:
[Zie plattegrond in oorspronkelijke brief.] Begane grond. Deur. Trap. Kleermaker.
Eerste Etage. Gezicht op gracht. Gracht. Vestiaire. Gang. Keuken. Gesloten balkon. Salon, later mijn werkkamer. Schoorsteen. Zeer brede dubbele tussendeuren. Salon en werkkamer van Bettina; als wij mensen hebben, dineren wij daar. Schoorsteen. Binnenplaats. Kleine intieme eetkamer waar ik U op zekere dag eens hoop te zien... Blaadje keren s.v.p.
2e etage. Gezicht op gracht. Toiletvertrekje. Gang. Badkamer. Kamer van Louis. Schoorsteen. Kamer van Betty. Binnenplaats. Kamer voor de naaister.
3e etage. Kolen etc. Uw toiletvertrekje. Uw kamer. Plaats voor de koffers etc. Kleine zomersalon, waar ge Uw brieven zoudt kunnen schrijven, schitterend uitzicht op alle daken van Den Haag. Tamelijk groot open terras, uitzicht, lucht en schoorstenen!!! Lustwarande van katers en katten!
U ziet het huis is groot, het is heel aangenaam en fris; laten wij hopen dat wij hier onze oude dag zullen slijten; Betty gelooft daar niet in en glimlacht...
Lieve Vriendin, ik eindig: het stemt mij tevreden dat ik dit rustige ogenblik heb kunnen vinden om U te schrijven; Betty slaapt (3 uur, middag, Zondag) na een souper bij ons, dat heeft geduurd tot bijna 2.30 uur! Souper na het eerste Mengelberg Concert, onze grote Mengelberg, die zo gewaardeerd wordt te Rome... Morgen, lezing in Haarlem (ik lees Psyche); straks een charmante theevisite bij een Russische mevrouw, die sedert 30 jaren in Holland woont en de taal kent tot in alle finesses... De grote roman, die ik in mijn hoofd heb... wanneer zou ik die kunnen schrijven! Misschien dat het te pijnlijk zou zijn... Toch werk ik veel: feuilletons etc. Ik heb Chanteclair vertaald voor het toneel! Enfin, tot zover genoeg.
Wij houden van U, lieve Vriendin, tot ziens op zekere dag. Spreek al mijn heimwee, al mijn immense liefde uit tot Uw stad, tot Uw land en vergeet ons niet.
Uw Luigi
De 1e November zal ik geen bloemen zenden naar het kleine Kapelletje maar ik zal aan U denken, aan U allen en aan Uw aanbeden Moeder...
| |
| |
Couperus heeft tenslotte zijn meubels inderdaad ontvangen, maar niet zonder beschadigingen door vocht, een gevolg van langdurige opslag in Marseille. - Het is duidelijk dat zijn hart in Italië was achtergebleven. In Nederland, waar hij nooit helemaal aan zou wennen, voelde hij zich vooral in het begin gedesoriënteerd. - Ook hier komt Mario Rossi weer tersprake, Emma's neef die evenals ‘andere jonge mensen’ natuurlijk nog steeds soldaat was. - Mengelberg heeft Couperus persoonlijk leren kennen, in de kring van Dr. Abraham Bredius, met wie hij bevriend is geraakt. - De Russische dame kan helaas niet geïdentificeerd worden, daar zij verder nergens ter sprake komt. - De grote roman die Couperus hier voor het eerst aankondigt wordt De Komedianten. In een ongedateerde brief aan zijn uitgever Veen, vermoedelijk uit het vroege voorjaar van 1916, deelt hij mee: ‘Ik ben begonnen een historische Romeinsche roman (Romeinsch tooneelleven, ten tijde keizer Domitianus)’. - De vertaling van Edmond Rostands Chanteclair is in 1925 in Groot-Nederland verschenen. Een uitgave in boekvorm is binnenkort te verwachten. - Met het kleine Kapelletje bedoelt hij het neogothische familiegraf van zijn Florentijnse vriendinnen te Florence op het Cimitero delle Porte Sante: de Cappella Lodomez. Op 1 november, het feest van Allerheiligen, plegen in Italilë de begraafplaatsen bezaaid te worden met bloemen. Het postscriptum verraadt dat Couperus de gewoonte had aangenomen, sinds de dood van de oude mevrouw Lodomez in 1911, ieder jaar bloemen op haar graf te la ten leggen. De tamelijk grote kapel verkeert tegenwoordig in bouwvallige staat, maar er is nog niets aan gewijzigd. Ook Emma en Bona Garzes zijn daar bijgezet.
| |
33. Louis Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
Non, chère Amie, nous ne reviendrons plus l'habiter. Je ne puis pas - je ne l'ai jamais pu - répéter mes émotions et la Periode Italienne... est finie. Elle est ensevelie dans mon coeur, comme un souvenir de tendresse et de beauté et avec ce souvenir je garde cet autre souvenir: celui de ma jeunesse. Tout cela est... passé. Je dois être reconnaissant aux dieux, qu'ils m'aiment assez pour me donner autre chose en échange, mais ce qu'ils m'ont pris, ils ne le rendront plus. lis m'ont donné la sympathie, l'estime de mon peuple... la gloire, si on peut dire (elle est très restreinte, notre gloire hollandaise...) mais ils ont tué en moi la jeunesse et tout ce qui s'épanouissait là-bas au soleil méridional... C'est fini avec le ‘jeune homme’, que Vera rencontrait au coin Strozzi-Tornabuoni en complet clair, le feutre un peu sur l'oreille... C'est fini, bien fini; içi, je suis le Maître, savez-vous... et bien, c'est toujours quelque chose.
Chère Amie, je ne sais plus vous raconter autre chose d'intéressant; malgré moi, je deviendrais triste. Et il n'y a pas raison de l'être... pour le moment, il faut bénir les jours, qui se déroulent doucement, doucement pendant que l'immense Tragédie se déroule en dehors de notre frontière. Recevez tous mes voeux pour notre chère Italie... Dites; nos souvenirs à tous ceux qui se souviennent de nous et passez un moment pour dire à Antonio, que je l'aimais bien, le cher vieux.
Gigi
Non!
Louis Couperus
Neen, lieve vriendin, wij zullen niet meer terugkomen om er te wonen. Ik kan mijn aandoeningen niet herhalen - ik heb dat nooit gekund - en de Italiaanse Periode... is afgelopen. Zij ligt begraven in mijn hart, als een herinnering aan tederheid en aan schoonheid en met deze herinnering bewaar ik die andere herinnering: die van mijn jeugd. Dat alles is voorbij. Ik moet de goden erkentelijk zijn, dat zij mij genoeg liefhebben om mij iets anders te schenken in ruil, maar dat wat zij mij ontnomen hebben, dat zullen zij niet meer teruggeven. Zij hebben mij de sympathie gegeven, de waardering van mijn volk... de glorie, als men dat zeggen kan (zij is zeer beperkt, onze Hollandse glorie...) maar zij hebben mijn jeugd in mij gedood en alles wat ontbloeide daarginds in de zuidelijke zon. Het is afgelopen met de ‘jonge man’, die Vera ontmoette op de hoek Strozzi-Tornabuoni in licht costuum, de vilthoed zo een beetje op het oor... Dat is geheel, voorgoed voorbij; hier, ben ik de Meester, weet
| |
| |
U... en wel, dat is altijd nog iets. Lieve vriendin, ik ga U geen andere interessante dingen meer vertellen; ondanks mijzelf zou ik treurig worden. En er is geen reden om het te zijn... voor het ogenblik, moet men de dagen zegenen die zachtjes voortrollen terwijl de immense Tragedie voortrolt buiten onze grens.
Ontvang mijn allerbeste wensen voor ons dierbaar Italië... Zeg aan allen die zich ons herinneren dat wij hun herinnering bewaren en ga een ogenblik langs bij Antonio om hem te zeggen, dat ik werkelijk op hem gesteld was, de brave oude man.
Gigi
neen
Louis Couperus
Ongedateerde brief, zonder aanhef Poststempel 22.2.16.
Vera Rossi, een zuster van Mario, is het enige lid van de familie dat thans nog in leven is. Zij woont hoogbejaard te Milaan. Deze nicht herinnert zich niet alleen haar tante Emma Garzes nog goed, maar heeft in een brief bovendien een treffend portret van Louis Couperus en Elisabeth getekend, zie Een Zuil in de Mist, 122. - Antonio was de oude portier van het Palazzo Niccolini, op wie Couperus naar bij herhaling blijkt bijzonder gesteld was.
| |
34. Louis Couperus aan Emma en Bona Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
Le Rêve Blanc...
Comment vont les Amies florentines?
Amitiés à tout le monde...
De witte Droom...
Hoe maken de Florentijnse vriendinnen het? Vriendelijke groeten aan allemaal...
Ongedateerde prentbriefkaart met afbeelding van bollenvelden. Misschien geschreven in het voorjaar van 1916? Zie ook nr. 35 en 36.
| |
35. Louis Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
L'Enchantement des Tulipes près de Haarlem... Pourquoi pas de lettre?... Il fait chez nous un printemps superbe...
De Betovering der Tulpen bij Haarlem... Waarom geen brief? Bij ons is het voorjaar prachtig...
Ongedateerde prentbriefkaart met afbeelding van bollenvelden. Misschien geschreven in het voorjaar van 1916? Zie ook nr. 34 en 36.
| |
36. Louis Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
Les Rivages Fleuris...
Depuis longtemps nous n'avons pas de nouvelles de Florence... Pensez-vous encore au voyage vers le Nord?...
De oevers in bloei...
Sedert lange tijd krijgen wij geen berichten uit Florence... Denkt U de reis naar het Noorden nog te maken?...
Ongedateerde prentbriefkaart met afbeelding van bollenvelden. Misschien geschreven in het voorjaar van 1916? De eenvormigheid derformuleringen doet vermoeden dat deze drie kaarten 34-36 wellicht tezamen in een enveloppe gesloten waren. Er ontbreekt een opgave van een gedateerd poststempel. Daar Couperus hier het logeeraanbod van 10 oktober 1915 herhaalt, lijkt een datering in 1916 het meest voor de hand te liggen.
| |
37. Louis Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
La Haye
2 Hoogewal
16.xii.xvi
Chère Amie.
Toute à l'heure je feuilletais mes propres, pauvres causeries italiennes (feuilletons du Vaderland) et la nostalgie s'emparait de mon coeur... L'Italie, pour moi, c'est le Passé perdu et regretté... Dans cette nostalgie je pensais à vous, a votre bonne tendresse d'autrui, à votre culte de l'Amitié... Et je regrettais que depuis si longtemps
| |
| |
nous n'avons rien entendu de vous... Et quoique je n'écrive presque jamais des lettres - ayant déjá tant à écrire - j'ai pris la plume...
Comment allez-vous? Nous ne savons rien de vous et des vôtres, depuis des mois. Ecrivez-nous quelques mots. Quelques cartes. Quant à nous, nous n'oublions pas les Amis de Florence. Mais notre vie est très occupée et quoique cela soit une consolation pour tout le bonheur d'autrefois, perdu, ce surménage de travail, de conférences, de toutes sortes de choses (famille, amis etc.) laisse peu de temps pour les pauvres lettres. Soyez bonne; écrivez moi comment vous allez, vous tous. Que Noël, qui s'approche, vous apporte les espérances des temps meilleurs. Je le regretterais infiniment de ne rien entendre de vous et il m'est impossible de venir à Florence chercher des nouvelles de l'Amie inoubliable, qui nous est tellement chère.
Bettina vous embrasse tendrement et croyez moi toujours
Votre très dévoué
Louis Couperus
Lieve vriendin
Zojuist bladerde ik mijn eigen, arme Italiaanse causerieën door (feuilletons van het Vaderland) en het heimwee maakte zich meester van mijn hart... Italië, dat is voor mij het verloren en betreurde Verleden... In dit heimwee dacht ik aan U, aan Uw goede tederheid voor anderen, aan Uw eredienst van de Vriendschap... En ik betreurde het dat wij sedert zo lang niets van U hebben vernomen... En hoewel ik bijna nooit brieven schrijf - reeds zoveel te schrijven hebbende - heb ik de pen opgenomen...
Hoe maakt U het? Wij weten niets van U en de Uwen, sedert maanden. Schrijf ons een paar woorden. Een paar briefkaarten. Wat ons betreft, wij vergeten de vrienden uit Florence niet. Maar ons leven is zeer bezet en hoewel dat een troost is voor al het geluk van vroeger, dat verloren is, laat deze overlading met werk, lezingen, met allerlei dingen (familie, vrienden etc.) weinig tijd over voor de arme brieven.
Wees lief: schrijf mij hoe het U gaat, U allen. Moge het Kerstfeest, dat nadert, U de hoop op betere tijden brengen. Ik zou het oneindig betreuren niets te horen en het is mij onmogelijk naar Florence te komen op zoek naar berichten van onze onvergetelijke vriendin, die ons zo bijzonder dierbaar is.
Bettina omhelst U liefdevol en geloof mij altijd
Uw zeer toegenegen
Louis Couperus
| |
38. Louis en Elisabeth Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
La Haye
4..xi.xvii.
Depuis la fin de l'autre mois nous vivons avec vous, nous partageons tous vos angoisses mais aussi toutes vos espérances. et si les angoisses seront fugitifs, les espérances resteront inébranlables.
Croyez à notre grand amour pour la chère Patrie, pour notre Italie et croyez à toute notre amitié.
Bettina, Louis
Sedert het eind van de vorige maand leven wij met U mee, wij delen al Uw angsten maar ook al Uw gevoelens van hoop. En de angsten zullen even voorbijgaand zijn als het hopen onwankelbaar blijft. Geloof in onze grote liefde voor het dierbare Vaderland, voor ons Italië en geloof mij, al onze vriendschap.
Bettina, Louis
In ‘het eind van de vorige maand’, eind oktober 1917 derhalve, werd de Slag bij Caporetto geleverd, die voor Italië rampzalig verliep. Duitse divisies doorbraken de Italiaanse stellingen in de Julische Alpen. Duitsland viel aan in het dal van Tolmein en drong diep in het Venetische gebied door. Italië verloor 300.000 gevangenen en 3.000 stuks geschut en werd slechts nog gered door het ingrijpen van geallieerde divisies: de Italianen trokken zich terug op de Piave, waar zij, gesteund door de Fransen en de Engelsen, uiteindelijk stand hielden. Het is begrijpelijk dat dit alles Couperus en zijn vrouw diep getroffen heeft. Af gezien van de ramp op zichzelf, heeft hij vermoedelijk bovendien ook nu weer, zonder het uit te spreken, gevreesd voor het onzekere lot
| |
| |
van Mario Rossi.
Een jaar later was de toestand gelukkig volkomen gewijzigd.
| |
39. Louis Couperus aan Emma Garzes, Palazzo Bocconi, Via degli Speziali, Firenze
La Haye
2 Hoogewal
4.xii.xviii
Chère Madame et Amie.
Que de fois je vous ai déjà écrit une longue lettre... en pensée, pour nous embrasser mutuellement et nous féliciter de la Bella Vittoria!! Qu'on n'osait presque pas espérer dans les moments de défaillance intime et qui tout-de-même a couronné les efforts heroïques au moment suprême. Mais j'étais malade et je le suis encore: après trois hivers hollandais (et voici le quatrième, qui commence), ce climat insupportable - humidité, brouillard, froid et pluie, même en été-me terrasse; je souffre tous les jours de malaria et dévrais deguerpir aussi vite que possible. Aussitôt que possible nous irons vers le Midi... j'en ai du moins l'illusion! Mais les conditions de voyage seront encore difficiles, je suis sûr, pendant tout l'hiver... Quand, enfin, je reverrai l'Italie, Rome, la Sicile... tous ces paradis perdus et que je languis de regagner! Et puis, je crois qu'on ne nous aime plus, nous autres Hollandais, et je dis à Bettina, que voyager, ce ne sera plus ce que c'était autrefois. Je me sens très déprimé et malade, vraiment malade. Certainement il y a du bon à vivre quelque temps dans la patrie, parmi la ‘famiglia’, très unie, et très sympathique, qui nous aime et nous apprécie mais j'ai trop l'âme vagabonde, bohémienne et je sens que je ne guérirai pas si je ne revois pas les horisons lumineux. Et quand, quand?? Ecrivez-nous quelquefois; envoyez-moi des joumaux italiens, dites-moi quelque chose de vous, de vous autres, de l'Italie.
Voilà, j'ai fait mon petit effort: je vous ai griffonné quelques mots. Fatigué de ces fièvres quotidiennes, je dois me soigner maintenant, reprendre de la quinine pour être un peu disposé ce soir: grand diner de famille pour fêter l'anniversaire de mon cher beau-frère, doyen de la ‘famiglia’ 80 ans!! Que les dieux ne me menent pas a cette limite là: je ne le désire pas!
En attendant qu'une perspective ensoleillée s'ouvre, esperons. Le grand Espoir s'est réalisé: que les petites espérances aussi, peut-être, un jour béni, se réalisent... Mais en vieillissant, je ne trouve pas la vie plus facile...
La grande consolation, c'est le travail, mais le dernier temps je ne travaille pas, me sentant trop souffrant...
Bettina reste vaillante. Tous les deux nous vous embrassent. Croyez à toute notre sympathie pour vous et à tout notre Amour pour l'Italie liberée et renaissante!
Affectueusement
votre
Louis Couperus
Lieve Mevrouw en Vriendin.
Hoevele malen heb ik U reeds een lange brief geschreven:... in gedachten, om elkaar wederzijds te omhelzen en ons geluk te wensen met de Schitterende Overwinning... Waar men bijna niet op durfde hopen in de ogenblikken van innerlijke machteloosheid en die desalniettemin de heroïsche inspanningen bekroond heeft in het uiterste ogenblik. Maar ik was ziek en ik ben het nog: na drie Hollandse winters (en ziedaar de vierde begonnen), slaat dit onverdraaglijke klimaat - vocht, mist, kou en regen, zelfs in de zomer - mij neer; ik lijd elke dag aan malaria en zou zo vlug mogelijk de benen moeten nemen. Zodra het maar kan gaan wij naar het Zuiden... ik maak mij althans die illusie! Maar de reisomstandigheden zullen nog moeilijk zijn, daar ben ik van overtuigd, gedurende de gehele winter... Wanneer zal ik eindelijk Italië, Rome, Sicilië terugzien... al die verloren paradijzen die ik zo verlang terug te winnen! En dan, ik geloof dat men niet meer van ons houdt, ons andere Hollanders, en ik zeg tegen Bettina, reizen, het zal niet meer dat zijn wat het vroeger was. Ik voel mij zeer terneergeslagen en ziek, werkelijk ziek. Zeker, er is iets goeds in om enige tijd in het Vaderland te verkeren, temidden van de ‘familie’, zeer vereend, en zeer sympathiek, die van ons houdt en ons waardeert maar ik heb te veel de ziel van een
| |
| |
vagebond, een bohemien en ik voel dat ik niet zal genezen zolang ik niet de lichtende horizonten terugzie. En wanneer, wanneer?? Schrijf ons eens nu en dan; stuur mij Italiaanse couranten, vertel mij iets over Uzelf, over de anderen, over Italië.
Ziedaar, ik heb mij een beetje weten te vermannen: ik heb U enkele woorden gekrabbeld. Vermoeid van deze dagelijkse taken, moet ik nu voor mijn gezondheid gaan zorgen, weer kinine innemen om een beetje goed in vorm te zijn vanavond: groot familiediner om de verjaardag te vieren van mijn dierbare zwager, oudste lid van de ‘familie’ 80 jaar!! Mogen de goden mij niet tot die mijlpaal voeren: ik heb er geen verlangen naar!
Laten wij, in afwachting dat een zonnig perspectief zich opent, blijven hopen. De grote Hoop heeft zich verwezenlijkt: mogen de kleine verwachtingen zich ook, misschien, op een gezegende dag, verwezenlijken... Maar met het klimmen der jaren, vind ik het leven er niet gemakkelijker op worden...
Het werk, dat is de grote troost, maar de laatste tijd werk ik niet, daar ik mij al te souffrant gevoel...
Bettina blijft dapper.
Wij beiden omhelzen U. Geloof mij, al onze sympathie gaat uit naar U en al onze liefde naar het bevrijde en herlevende Italië!
Uw liefhebbende
Louis Couperus
Couperus reageert hier op verschillende glorieuze gebeurtenissen. Ten gevolge van de door Italië recent gewonnen Slag bij Vittorio Veneto die eindigde met het uiteenvallen van het Oostenrijks-Hongaarse leger, waren op 3 november, na het sluiten van de Wapenstilstand van Villa Giusti, de Italiaanse troepen door de in het front opengevallen gaten gemarcheerd. Zij maakten daarbij 430.000 gevangenen. Op 9 november volgde de Wapenstilstand met Duitsland, met het aftreden van de Duitse Keizer en diens vlucht naar Nederland. Inderdaad een ‘Bella Vittoria!’ - Na dit alles wekt Couperus' vervolgens ingezette klaagzang wel wat verbazing. Zijn persoonlijke negatieve instelling wijst, naast zijn malaria, op overwerktheid. Hij had dan ook een lange serie romans en kleiner werk achter de rug. Dit alles heeft veel van zijn geestkracht en uithoudingsvermogen gevergd. Intussen dacht hij ongetwijfeld reeds aan Iskander. Een dag later, op 5 december 1918, schreef hij aan Ch. van Iersel: ‘Met werken bedoel ik vooral in den geest het te schnjven verhaal zuiver en in conziezen vorm klaar hebben, geestelijk reeds evenwicht voelen tusschen de verschillende deelen der compozitie, die als een gebouw, als een portiek, als een tempel U voor oogen moeten staan, vóor ge schrijven gaat’. In april daarop volgend was hij al druk aan het schrijven. (Zó ziek was hij dus toch ook weer niet.) Couperus' depressies in deze tijd zijn door H.W. van Tricht, Louis Couperus, een verkenning, 1960, 196-197, in verband gebracht met vermeende betrokkenheid bij een schandaal. Dit zou de ontwikkeling van de Alexanderfiguur diepgaand beïnvloed hebben. Uit de brief aan Emma Garzes blijkt echter duidelijk dat dit de werkelijke oorzaak niet was. Bovendien kunnen wij vaststellen dat, 1e, die betrokkenheid nergens ooit door iemand zwart op wit bewezen is kunnen worden, terwijl, 2e, kort geleden definitief de datum van het gewraakte
‘schandaal’ te voorschijn is gekomen: voorjaar 1920, toen Iskander reeds enige maanden voltooid was (nl. op kerstmis 1919). Couperus was wèrkelijk lichamelijk niet in orde, en wat zijn geest betreft, hij verlangde wèrkelijk hartstochtelijk naar het zuiden terug. Op 13 oktober 1920 zou zijn wens vervuld worden. Hij is toen met Elisabeth naar Noord-Afrika vertrokken, en hervatte daarmee het reizen en trekken waar hij zo van hield en dat zijn ongedurige aard de bevrediging schonk die hij in die Hollandse oorlogsjaren niet heeft kunnen vinden. - Het familiediner waar hij over spreekt werd aangericht ter ere van zijn zwager Mr. B.M. Vlielander Hein, die inderdaad twee dagen eerder, op 2 december 1918, tachtig jaar was geworden. Couperus' wens voor die hoge leeftijd zelf gespaard te mogen worden is in vervulling gegaan. Hij was nog pas zestig jaar, toen hij in 1923 te De Steeg de geest heeft gegeven.
|
|