Maatstaf. Jaargang 31(1983)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Eva Gerlach Vier gedichten Vrouwenkliniek 1 Van pijn is krimpen het ergst. Tot wondformaat teruggebracht, liggen wij in een rij te wachten op morfine. Taal beslaat één woord, de spiegel pijn. Soms raden wij dat daaromheen ademen verder gaat, spannen spieren maar kunnen nergens bij. Dit weet hebben van eindigheid verdwijnt sneller dan wat het snelst is vergeten, pijn. [pagina 11] [p. 11] 2 Dit heet genezen. Het doet minder pijn. Het kost meer afstand, inspanning en tijd om opnieuw vast te groeien in een schijn van maatschappelijke inzetbaarheid dan ongeschondenen menen, maar je leert sneller dan zij. Voorbeeldmateriaal te over: kaal, slordig gerepareerd maar proper decoreert het dit lokaal. [pagina 12] [p. 12] 3 Wit over onze littekens gekromd zitten wij voor de televisie stil te luisteren naar de tremor in het gegil van J. Johans, die verderop bij zinnen komt. God, geef onmiddellijk terug wat ik verloor. Denk niet dat ik weer kalm een nacht doorwaak. Neem kaalte weg, heel wonden zonder spoor. Voor het licht uitgaat, moet alles goedgemaakt. [pagina 13] [p. 13] 4 Vandaag crematie. Ik heb nog haar adres: mevrouw Van Heuvel, hoek Diamantstraat. ‘Als wij, maar verder voortgeschreden’ staat daaronder, klein. ‘Bestraald zonder succes.’ En: ‘Toen het het ergst was, voelde ik hem hier, waar niks meer zit, en hij al zo lang dood, het was juist dat gevoel, hier in mijn schoot, het blijft iets raars hoe pijn lijkt op plezier.’ Vorige Volgende