| |
| |
| |
Portfolio Vladimír Gazovic
Door Leo van Maris
Naïviteit, een eigen temperament en een zo groot mogelijk vakmanschap zijn, volgens Baudelaire, de belangrijkste eigenschappen voor een kunstenaar. Daarbij dient het vakmanschap niet alleen groot, maar ook bescheiden te zijn. De uitdrukking van het temperament komt op de eerste plaats. De zichtbare wereld, de natuur, fungeert voor de kunstenaar als een woordenboek: het is een verzameling beelden en tekens waaruit hij een keuze maakt en waarmee hij vervolgens een eigen wereld opbouwt. Baudelaire heeft de schilderkunst ook genoemd ‘une évocation, une opération magique’. Verder wordt in zijn visie het schone gekenmerkt door iets vreemds, iets grilligs, dat samenhangt met de individualiteit van de kunstenaar: ‘le beau est toujours bizarre’. Het schone ontsnapt daardoor steeds aan gevestigde regels en academische analyses. Dit bizarre element kan zijn rol niet vervullen als het bewust gewild is en koel bedacht. In dat laatste geval spreekt Baudelaire van een ontsporing. Het vreemde in een kunstwerk dient niet-gewild, onbewust, naïef te zijn. Baudelaire definieert hiermee wat voor hem schoonheid is, hetgeen niet betekent dat hij ons daarmee een absolute regel of maatstaf in handen geeft. Dat zou tegen de aard van het kunstwerk ingaan: het vreemde, bizarre kan per definitie niet in regels worden gevat. Baudelaire verwoordt op een buitengewoon heldere wijze wat kunst volgens hem is en moet zijn. Zijn analyse levert enkele vaste elementen op, maar reserveert tegelijkertijd ruimte voor beweging, voor individualiteit en verandering.
Hoewel algemeen toepasbaar en meer dan een eeuw geleden geformuleerd, lijken zijn ideeën merkwaardigerwijs op maat gesneden voor de hedendaagse Slowaakse kunstenaar Vladimír Gazovic.
Gazovic is in 1939 in Bratislava geboren. Hij is er op het ogenblik verbonden aan de Hogeschool voor Beeldende Kunsten, waarvan hij met enige nadruk zegt dat het geen academie is. Van half oktober tot half december 1979 heeft hij, in het kader van het Nederlands-Tsjechoslowaaks cultureel accoord, gewerkt aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Over deze twee maanden is hij bijzonder enthousiast, niet in de laatste plaats vanwege de technische faciliteiten en eersteklas materialen waarover hij beschikken kon. Hij heeft in zijn Amsterdamse tijd vier litho's gemaakt. Bij een oplage van 25 bladen is er voor het drukken van één kleur al een volledige werkdag nodig. Een driekleurenlitho neemt dus drie dagen, en in totaal heeft Gazovic alleen al aan het drukken van zijn Amsterdamse litho's meer dan twee weken besteed. Steendrukker De Jong van de Rijksakademie, met wie hij daarbij heeft samengewerkt, is vol lof over zijn vakmanschap. Maar ook bij het opbrengen van de voorstelling op de steen speelt vakmanschap een belangrijke rol. Het is niet alleen een kwestie van tekenen. Gazovic houdt ervan technische problemen op te lossen om zijn ideaal in lithografie verwezenlijkt te zien. De tegenstelling die men soms wel construeert tussen techniek en inspiratie - en die uiteraard steeds ten nadele van de eerste uitvalt - bestaat voor hem niet. En zolang er geen sprake is van virtuositeit óm de virtuositeit, zolang de techniek ondergeschikt blijft aan de inspiratie - met dank aan Baudelaire - heeft het inderdaad ook geen zin om van een tegenstelling te spreken. Gazovic maakt eerst schetsen op papier voordat hij aan de litho begint. Deze voorbereidingen vindt hij bijzonder plezierig. Trouwens, in het algemeen houdt hij van tekenen. Hij maakt op zijn reizen geen foto's maar schetsjes, die hij later verder
| |
| |
1
| |
| |
2
| |
| |
3
| |
| |
4
| |
| |
5
| |
| |
6
| |
| |
7
| |
| |
8
| |
| |
uitwerkt. De hem omringende wereld is als een dictionnaire waaruit hij voortdurend bezig is zijn materiaal te kiezen.
Bij het werken aan de steen maakt hij gebruik van alles wat er maar bij Gosman & Kraan, Artel, Van der Linde of Van Beek te vinden is. Comelin, asphaltum, carborundum: heel dit alchemistisch arsenaal kan worden benut als het gaat om een nieuwe structuur, een onverwachte combinatie, een nog subtielere uitdrukking van het ideaal dat voor het papier bestemd is. Het resultaat is dan ook vaak adembenemend. Wie de nevelachtige waas heeft gezien die over sommige van zijn portretten ligt, waarbij het sfumato van da Vinci of Correggio in de gedachten komt, of wie de donkere pracht van het Stilleven voor Josef Sudek - beroemd Tsjechoslowaaks fotograaf - in zich heeft opgenomen, zal dat niet snel meer vergeten. Helaas zijn vaak de mooiste bladen niet of nauwelijks te reproduceren. Het werk van Gazovic als uitdrukking van zijn temperament is uiteraard moeilijk in woorden te vatten. Voor wie het zich gemakkelijk wil maken behoort zijn werk tot het ‘fantastisch realisme’ of ook wel tot het ‘post-surrealisme’. Véél zeggen deze begrippen niet, en dat hebben zij dan gemeen met alle -ismen, waarmee men kunstenaars in stromingen en richtingen wil onderbrengen. Het zijn vereenvoudigingen van de werkelijkheid, die kennelijk in een didactische behoefte voorzien en daaraan waarschijnlijk hun onuitroeibaarheid te danken hebben. Zij kunnen pas op verantwoorde wijze worden gebruikt als allereerst de kenmerken ervan zorgvuldig zijn vastgesteld. Wanneer men vervolgens een aantal kunstwerken analyseert om te zien of zij tot een bepaald -isme kunnen worden gerekend, blijken er steeds weer problemen te rijzen. Hoe dieper men in het werk doordringt, des te meer worden allerlei individuele afwijkingen duidelijk: het gebruik van de termen wordt daarmee vaak hoogst twijfelachtig en in ieder geval steeds overbodig. Zij voegen immers niets meer toe aan het inmiddels verkregen
begrip. Baudelaire vond het woord realisme een ‘mot vague et élastique’, en het in zijn tijd eveneens veel gebruikte decadentie beschouwde hij als een gemakkelijk woord voor onwetende pedagogen, waarachter luiheid en gebrek aan nieuwsgierigheid schuilgingen. Ook Gazovic houdt niet van etiketten. Wel ziet hij zichzelf in een traditie staan, een traditie waarin Slowakije een belangrijke plaats inneemt. Kunstenaars die na het verdwijnen, in 1918, van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie de eigen identiteit van Slowakije medebepaald hebben, staan bij hem in hoog aanzien. Aan sommige van hen heeft hij grote bladen gewijd, die titels dragen als Hommage aan Koloman Sokol, Stele voor Ján Koniarek en Uit brieven van Mikulax Galanda. Maar zonder de internationale kunst zou zijn werk eveneens ondenkbaar zijn. Gevraagd naar zijn voorkeuren uit de geschiedenis van de beeldende kunst, noemt hij de namen van Bosch en Bruegel, van Velasquez en Goya, van Odilon Redon, James Ensor, Francis Bacon en Paul Wunderlich. Ook voor een aantal kunstenaars die gewoonlijk te zien zijn op ‘Symbolisme’- of ‘Sezession’-tentoonstellingen heeft hij veel belangstelling.
Het illustreren van een Slowaakse vertaling van Ovidius' Metamorfosen heeft hem 2½ jaar lang beziggehouden, een half jaar voor het lezen van Ovidius en twee jaar voor het maken van de litho's. Zoals in al zijn werk treft men ook in deze prenten de meest uiteenlopende elementen aan: zeer klassieke voorstellingen, vaak op eigen wijze geïnterpreteerd, zoals cyclopen en centaurs, maar ook Japans aandoende bloemmotieven, tropische planten en niet te identificeren raadselachtige groeisels. Nergens wordt het werk routine, ieder blad heeft een eigen karakter en lijkt een eigen vormprobleem te hebben opgelost. Nergens ook wordt het werk onsamenhangend, het blijft de natuur gezien door het unieke temperament van de kunstenaar. Onder ‘natuur’ in deze zin gebruikt, blijkt eigenlijk alles te vallen: niet alleen de beeldende kunst uit verleden en heden, maar ook de levende natuur, de alledaagse werkelijkheid, boeken, films en muziekuitvoeringen. Veel zien, veel horen, veel
| |
| |
lezen en dan ontstaan er, volgens Gazovic, vanzelf dingen in zijn hoofd die erom vragen op een litho te worden uitgebeeld. Zo kon hij in zijn Hollandse maanden tijdens een zaterdagse marktwandeling geruime tijd volstrekt gebiologeerd naar de huidstructuren van verse schollen en makrelen staren. Zijn favoriete schrijvers blijken, afgezien van de auteurs van oude Chinese en Japanse korte verhalen, allen uit de 19e of 20e eeuw te komen: Villiers de l'Isle-Adam, Baudelaire, Proust, André Pieyre de Mandiargues, Saint-John Perse, Achim von Arnim, Kafka, Hesse, Poe, Joyce, Malamud, Dostojewski, Tsjechow, Boenin, Chlebnikow, en enkele Joegoslavische auteurs, onder wie Miroslav Krleza. Het is een lange lijst, maar van de hier genoemde auteurs worden vooral de korte verhalen gewaardeerd die de meesten van hen hebben geschreven, zodat het lezen toch ook weer geen levenswerk wordt. Van de filmregisseurs staat Fellini op een ereplaats.
De productie van Gazovic is hoog. Tot 1971 heeft hij ongeveer 30 etsen gemaakt. Daarna is hij met litho's begonnen, waarvan er nu meer dan 100 op zijn naam staan. Hij is van plan over 2 à 3 jaar de litho een minder belangrijke rol te laten spelen omdat hij het gevoel heeft tegen die tijd een zeker programma te hebben afgewerkt. Schilderen en tekenen worden in de toekomst de belangrijkste activiteiten. Naar hij zegt, zal hij zich dan beperken tot drie à vier litho's per jaar.
Tot de meest opvallende trekken in Gazovic's werk behoren de vervormingen, zowel van menselijke lichamen als van tal van voorwerpen. Zij gaan er biologischer, plantaardiger uitzien. Zelfs op zijn wat forsere composities is er ook steeds weer plaats voor zaadlobben, vijgen en andere kleine vormen van een soms wat ambigu karakter. Motieven - kleine en grote - worden ook vaak herhaald, bijvoorbeeld als schaduw of schim naast het origineel. Het is alsof hij van dezelfde vormen verschillende realisaties wil laten zien. De verdubbeling kan ook beweging suggereren, zoals van voeten en benen. Op de litho De Generaal is er een ‘rijm’ te zien tussen de opengeslagen doos met onderscheidingen en de opengesperde kaken van een schedel. Er zijn vele lagen en verbindingen in het werk van Gazovic te ontdekken. De relaties lijken soms pure vorm, soms zijn zij organisch, soms verhalend, soms vol ironie en vaak kunnen zij ook nog wisselen van aard, al naargelang de blik van de beschouwer. Hoewel de litho's ook zonder titels heel goed zouden kunnen bestaan, voegen deze laatste toch vaak een dimensie aan het uitgebeelde toe. De weinig preutse voorstelling De sieraden van mijn moeder krijgt door deze titel nog een aparte bekoring. Vrij uitzicht op een al te strenge moraal, Een vrouw van goede naam, maar toch..., De mens kan veel presteren, Een masker voor iedere dag (= Hommage aan Ensor), en Het atelier van Odilon Redon zijn, om verschillende redenen, uitstekend gekozen benamingen. Hoewel titels, onderwerpen en uitwerking vaak bijzonder sophisticated aandoen, geeft het werk toch geen ogenblik de indruk van een puur rationele constructie. Integendeel, het is naïef in de zin van Baudelaire. Tussen het bewuste en het onderbewuste wordt een nieuw en rijk vormenspel gespeeld. De afbeelding is ook voor de kunstenaar zelf niet steeds klaar en duidelijk. Als de kunstenaar een spiegel is die de
werkelijkheid vervormt en weerkaatst, moet men concluderen dat de spiegel zichzelf niet steeds doorziet.
| |
Bij de afbeeldingen
1. Il Ballo delle Ingrate II, litho, 5 kleuren, 1972, oplaag 75, 45 × 36 cm.
Gažovič heeft twee litho's gemaakt voor de map Ricercari in Omaggio al Sig. Claudio Monteverdi, die in 1972 te Brussel is uitgegeven. De titel is ontleend aan een madrigaal van Monteverdi. Van deze litho's wordt hier de tweede afgebeeld.
2. Pán Velasquez na Slovensku / De heer Velasquez in Slowakije, litho, 3 kleuren, 1973, oplaag 26, 57,5 × 41 cm.
Velasquez is duidelijk te herkennen. Zijn verblijf in Slowakije lijkt niet geheel probleemloos. De afgebeelde stoel is een soort ‘anti-stoel’: de bewonderde kunstenaar zit er niet op, maar ernaast. Bovendien
| |
| |
zijn Velasquez' benen op een andere manier door het kniegewricht gescharnierd dan de anatomie toelaat. De litho is gedeeltelijk uitgevoerd in de techniek van de steengravure, waardoor zeer fijne lijnen mogelijk worden. - Met dank aan Boudewijn Büch die het blad uit zijn verzameling voor reproductie beschikbaar heeft willen stellen.
3. Proteus, litho, 3 kleuren, 1973, oplaag 20, 33 × 23,5 cm.
Proteus was de zeegod die van zijn vader Neptunus de gave van de profetie had ontvangen. Om zich aan de lastige vragen van allerlei lieden te onttrekken, veranderde hij vaak van uiterlijke verschijningsvorm. Mens en dier, man en vrouw zijn op Gažovič's prent dooreengemengd. Het is een illustratie afkomstig uit de Metamorfosen van Ovidius. Alle illustraties voor dit boek zijn oorspronkelijk als litho uitgevoerd.
4. Vítaj, milá Nina / Welkom, lieve Nina, litho, 5 kleuren, 1977, oplaag 20, 43 × 29,5 cm.
In het portret heeft Gažovič een kombinatie van Medea en Medusa willen maken. De slangen in het haar en de tanden wijzen er al op dat enkele wezenlijke trekken van beide weinig zachtzinnige vrouwen behouden zijn gebleven. Des te opmerkelijker is de titel, die verwijst naar de geboorte van Gažovič's dochtertje Nina.
5. Nepokoj Cypriána Majerníka / De onrust van Cyprian Majerník, litho, 5 kleuren, 1977, oplaag 22, 51 × 44 cm.
Cyprian Majerník (1909-1945) was een Slowaakse schilder die een gedeelte van zijn leven in Parijs heeft doorgebracht waar hij vooral werd beïnvloed door Chagall en Picasso. De houding van het hier afgebeelde paard komt overeen met die van het paard op Majerník's schilderij Don Quichotte uit 1943.
6. Strom E.A. Poa / Boom voor E.A. Poe, litho, 5 kleuren, 1979, oplaag 31, 52,5 × 38,5 cm.
De onderste helft van deze litho, waarop onder andere Poe's Raven te zien is, is gebruikt als illustratie voor het boek Havran a iné bàsne (De raaf en andere gedichten).
7. Stéla Jána Koniarka / Stele voor Ján Koniarek, litho, 3 kleuren, 1979, oplaag 25, 72 × 57 cm.
De Slowaakse beeldende kunstenaar Ján Koniarek, voor wie dit monument werd opgericht, leefde van 1878 tot 1952. De litho is in 1979 op de Rijksakademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam gedrukt.
8. Kolomanovi Sokolovi / Hommage aan Koloman Sokol, litho, 4 kleuren, 1979, oplaag 22, 69 × 52 cm. Koloman Sokol, eveneens een Slowaakse kunstenaar, is in 1902 geboren. Op latere leeftijd heeft hij zich als leraar in Mexico gevestigd. Ook deze litho is in Amsterdam gedrukt. Het afgebeelde horretje is duidelijk van Nederlandse origine.
Omslag. Het afgebeelde vignet is een detail van Metamorphose iv, litho, 3 kleuren, 1977, oplaag 30, 40 × 45 cm. Evenals de Metamorphose-bladen i t/m 111 bestaat deze litho geheel uit vignetten die voor de illustratie van Ovidius' Metamorfosen zijn gebruikt.
| |
Biografische gegevens
Vladimír Gazovic is op 9 november 1939 in Bratislava geboren. Tot 1954 volgde hij algemeen lager onderwijs in Pieštany. Van 1954 tot 1958 bezocht hij een middelbare school voor kunstnijverheid. Daarna heeft hij zijn militaire dienstplicht vervuld en van 1961 tot 1967 studeerde hij aan de Hogeschool voor Beeldende Kunsten te Bratislava (afd. vrije grafiek bij prof. Vincent Hlozník, en later bij Albín Brunovsky). Aan deze laatste instelling werd hij in 1967 assistent grafische technieken. Hij werkt er nog steeds en woont eveneens in Bratislava. Behalve vrije grafiek maakt hij ook boekillustraties. In het cursusjaar 1969/70 heeft hij aan de Akademie voor Beeldende Kunsten in Wenen gewerkt en in 1979 twee maanden aan de Rijksakademie in Amsterdam.
| |
Tentoonstellingen
1968 |
- |
Spálova Galerie, Praag. |
1969 |
- |
Galerie Alfermann, Solingen-Ohligs, brd. |
1970 |
- |
Galerie Wolfrum, Wenen. |
1972 |
- |
Galerie Alfermann, Solingen-Ohligs, brd. |
1978 |
- |
Jacques Baruch Gallery, Chicago (met Albín Brunovsky). |
1979 |
- |
Galerie Wiegand, Keulen. |
1981 |
- |
Jacques Baruch Gallery, Chicago. |
1982 |
- |
Kunstzaal De Reiger, Utrecht. |
| |
Deelname aan tentoonstellingen
1968 |
- |
ii. Internationale Grafiekbiennale, Kraków, Polen. |
|
- |
Danuvius, Internationale tentoonstelling van jonge kunstenaars, Bratislava. |
1969 |
- |
Hedendaagse Tsjechoslowaakse grafiek, West-Berlijn. |
|
- |
Hedendaagse Tsjechoslowaakse grafiek, Belgrado. |
| |
| |
|
- |
Tsjechoslowaakse grafiek, Toronto & Montreal. |
1970 |
- |
Expo 70 - Wereldtentoonstelling, Osaka, Japan. |
|
- |
Slowaakse kunst, Praag. |
|
- |
ii. Biennale internationale de l'estampe, Musée d'art moderne, Parijs. |
|
- |
‘Adventures of Mind’ (map uitgegeven door dr. Jacques Ludovicy, Brussel), Galerie Richard Foncke, Gent. |
|
- |
‘Adventures of Mind’, Baukunst Galerie, Keulen. |
1971 |
- |
Hedendaagse Slowaakse grafiek, Banská Bystrica, Tsjechoslowakije. |
|
- |
‘Adventures of Mind’, Galerie la taille douce, Brussel. |
|
- |
‘Adventures of Mind’, Galerie Paul Bruck, Luxemburg. |
|
- |
‘Adventures of Mind’, Galerie Hardy Schneider-Sato, Karlsruhe. |
|
- |
Jacques Baruch Gallery, Chicago. |
1972 |
- |
viii. Internationale Grafiekbiennale, Tokyo & Kyoto. |
|
- |
‘Ricercari in Omaggio al Sig. Claudio Monteverdi (map uitgegeven door dr. Jacques Ludovicy, Brussel), Galerie la taille douce, Brussel. |
|
- |
‘Adventures of Mind’, ‘Ricercari’, Zwei Mappen Tschechischer Graphiker, Galerie C.M. Nebehay, Wenen. |
|
- |
Tschechoslowakische Druckgraphik der Gegenwart, Albrecht Dürer Gesellschaft, Nürnberg. |
|
- |
Western Illinois University, usa. |
1973 |
- |
Jacques Baruch Gallery, Chicago. |
|
- |
ii. Quadriennale voor kleine grafiek, Banská Bystrica, Tsjechoslowakije. |
|
- |
Forum van de grafiek, Gent. |
1974 |
- |
ii. New Hampshire International Graphics Annual, Nashua, usa. |
1975 |
- |
Eastern European Printmakers, Cincinnati Art Museum, Cincinnati & Jacques Baruch Gallery, Chicago. |
|
- |
Internationale Biennale voor Exlibris, Malbork, Polen. |
|
- |
Hedendaagse Slowaakse grafiek, Banská Bystrica, Tsjechoslowakije. |
|
- |
ii. Miami International Graphics Biennìal, Florida, usa. |
|
- |
Fantasy and surrealism, Kresge Art Center Gallery, Michigan State University, East Lansing, usa. |
1976 |
- |
Slavic Printmakers, New Visions Gallery, Wisconsin, usa. |
|
- |
Eastern European Printmakers, William Benton Museum of Art, University of Connecticut, Storrs; Jacques Baruch Gallery, Chicago & Rahr Museum, Manitowoc, Wisconsin, usa. |
1977 |
- |
iii. Quadriennale voor kleine grafiek, Banská Bystrica, Tsjechoslowakije. |
|
- |
Galerie Alfermann, Solingen-Ohligs, brd. |
|
- |
Footprint, Jacobson Gallery, Seattle, usa. |
1978 |
- |
vii. Internationale Grafiekbiennale, Kraków, Polen. |
|
- |
Cincinnati Art Museum, Cincinnati, usa. |
|
- |
v. Internationale Grafiekbiennale, Frechen, brd. |
1979 |
- |
Cultureel Centrum Affligem, gem. Hekelgem, België. |
|
- |
International Print Exhibition, Rockford College, Illinois, usa. |
|
- |
Library of Congress, Washington. |
|
- |
i. Biennale der europäischen Grafik, Heidelberg, brd. |
|
- |
Hedendaagse Slowaakse Grafiek, Banská Bystrica, Tsjechoslowakije. |
|
- |
Contemporary Czechoslovakian Printmakers, developed for circulation by the Smithsonian Institution Traveling Exhibition Service from the collections of the Jacques Baruch Gallery, Chicago, Illinois, usa (two-year tour 1979-1981). |
1980 |
- |
viii. Internationale Grafiekbiennale, Kraków, Polen. |
|
- |
Exlibris (coll. Milan Friedl & Jiří Lata), Umění knihy, Praag. |
|
- |
vi. Internationale Grafiekbiennale, Frechen, brd. |
|
- |
ix. Internationale Grafiekbiennale, Brno, Tsjechoslowakije. |
|
- |
Moderne grafiek uit Tsjechoslowakije (coll. Johan Souverein), Tilburg & Hilversum. |
|
- |
8 Tsjechoslowaakse Grafici, Enschede & Zaandam. |
1981 |
- |
Schönste Bücher aus aller Welt, Leipzig, ddr. |
|
- |
Springhaver Theater, Utrecht, t.g.v. Tsjechoslowaakse filmweek 2-9 april. |
|
- |
Kultureel Centrum Affligem, gem. Hekelgem, België. |
| |
Prijzen
1969 |
- |
Eerste prijs voor grafiek van de tentoonstelling t.g.v. de herdenking Slowaakse nationale opstand - 25 jaar, Bratislava. |
|
- |
J.G. von Herderstipendium, Akademie voor Beeldende Kunsten, Wenen (bij prof. M. Melcher). |
1971 |
- |
Eerste prijs (ex aequo) voor hedendaagse Slowaakse grafiek, Banská Bystrica, Tsjechoslowakije. |
| |
| |
1973 |
- |
Eervolle vermelding ii. Quadriennale voor kleine grafiek, Banská Bystrica, Tsjechoslowakije. |
1974 |
- |
Juror's Award of Merit, ii. New Hampshire International Graphic Annual, Nashua, usa. |
1975 |
- |
Medaille Internationale Biennale voor Exlibris, Malbork, Polen. |
|
- |
Tweede prijs (ex aequo) voor hedendaagse Slowaakse grafiek, Banská Bystrica, Tsjechoslowakije. |
1978 |
- |
Vierde prijs vii. Internationale Grafiekbiennale, Kraków, Polen. |
1979 |
- |
Prijs voor hedendaagse Slowaakse grafiek, Banská Bystrica, Tsjechoslowakije. |
1980 |
- |
Grand Prix ix. Internationale Grafiekbiennale, Brno, Tsjechoslowakije. |
1981 |
- |
Zilveren medaille, Schönste Bücher aus aller Welt, Leipzig, ddr. |
|
- |
Grand Prix voor hedendaagse Slowaakse grafiek, Banská Bystrica, Tsjechoslowakije. |
|
- |
Purchase Award: 57th International Competition, The Print Club, Philadelphia, Pennsylvania. |
| |
Geïllustreerde boeken
Publius Ovidius Naso, Metamorfózy, Bratislava: Tatran, 1979. |
Edgar Allan Poe, Havran a iné básne, Bratislava: Slovensky Spisovatel', 1979. |
|
|