Maatstaf. Jaargang 27(1979)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] F.G. Dalenoord Apotheose Als ik mij daar naar toe wou wer- ken op krukken van woorden, als ik werkelijk wou aankomen in de lichtza- len van het Fundamenteel Laboratorium, om de sakrale infuus te halen, zie, dan kom ik niet alléén, maar met zó'n pak smurrie van bagage - verzopen kinderen, doodgebloede kraamvrouwen, katten die een klem de bek halveerde -, dat u me liever ziet gaan dan komen, vooral wanneer ik u de Jan Lullen van Niemandsland aanbied, die uit buiken verpakt in prikkeldraad bestaan. Ik kan mij mijn plechtige initiatie niet voorstellen, met zoveel drek aan mijn ge- strekte hand. Vergeet niet: ze willen u alles vertellen, de kleine knulletjes wier kop u liet snellen, terwijl ze wortels stekten in hun drabbig zand. Vooral met die blauwe bui- ken krijgt u veel te stellen. Ze willen weer pootjes en een bierslurpende mond en dat neemt kilometers hoogwaardig plakband. Hoeveel engelen hebt u al niet nodig om mijn koffers uit te mesten? Misschien kunt u er beter niet aan beginnen en mij, verstrooid en blindelings, voort laten gaan naar de modderkuilen die ook hier voor hopeloze gevallen wijd openstaan. Vorige Volgende